Wat zijn duurzame oplossingen?

Het klimaat vraagt om actie van ons allemaal. Maar wat zijn echt duurzame oplossingen en welke kun je beter vermijden? En wat doe je als je geen geld hebt voor zonnepanelen of een elektrische auto? Hier lees je alles over duurzaamheid.

Voor je naar de oplossingen gaat

Heel fijn dat je geïnteresseerd bent in klimaatverandering en duurzame oplossingen. Zelf aan de slag gaan met je eigen huis en je leven verduurzamen is belangrijk. Toch is het goed om te beseffen dat 1 voor 1, consument voor consument, de wereld veranderen niet snel genoeg gaat. Want we hebben volgens het KNMI nog maar een jaar of 7 om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.

Voor echte en snelle veranderingen zijn de politiek en grote bedrijven heel hard nodig. Maar die treuzelen en werken tegen. Daarom doen we een beroep op jou. Want met meer mensen krijgen we meer voor elkaar. Zo dwongen we met onze Klimaatzaak bij de rechter af dat Shell, de grootste vervuiler van Nederland, sneller moet verduurzamen. Dat lukte dankzij de steun van 17.000 mede-eisers. En we bereikten nog veel meer.

Lees nu alles over duurzame oplossingen: 

  1. Besparen: de meest duurzame oplossing
  2. Hoe maak ik mijn huis duurzaam?
  3. Hoe maken we ons eten duurzaam?
  4. Hoe maken we vervoer duurzaam?
  5. Hoe maken we bedrijven duurzaam?
  6. Wat zijn eerlijke oplossingen?
  7. Op welke klimaatoplossingen zijn we heel kritisch?
  8. Hoe geef jij onze aarde door?

 

1. Besparen: de meest duurzame oplossing

Besparen levert geld op, het belast het klimaat niet en heeft verder ook geen schadelijke gevolgen. Daarom zijn wij groot fan van besparen. Het is de meest duurzame oplossing en iedereen kan ergens op besparen.

1. Isoleren, isoleren, isoleren

Door jouw huis te isoleren bespaar je energie en geld. En het levert je ook nog een comfortabeler huis op met een constante temperatuur. Je hoeft minder te stoken en daarom is het beter voor het klimaat. Isolatie is stap 1 als je je huis of een ander gebouw wil verduurzamen. Denk aan spouwmuurisolatie, vloerisolatie en dakisolatie. Met isoleren bespaar je € 360 tot € 3.100 per jaar, afhankelijk van het soort huis en de gebruikte isolatie.

Wat als ik geen geld heb voor isolatie?
Je huis isoleren is duur en lang niet iedereen heeft daar het geld voor. De overheid geeft subsidies voor verduurzamingsmaatregelen die een deel van de kosten dekken, waaronder isolatie. Milieucentraal zette de subsidies voor isolatie overzichtelijk op een rij.
 Maar, subsidies dekken maar een deel van de kosten. Voor veel mensen is verduurzamen daarom te duur. Daar willen wij wat aan doen. Daarom hebben we een plan bedacht om isolatie betaalbaar te maken voor iedereen.

>Wil je meer weten over het verduurzamen van je huis? Kijk dan hier. 

Afbeelding van een huisje gewikkeld in een warme sjaal.

“De goedkoopste energie is de energie die je niet nodig hebt.” Donald Pols, directeur van Milieudefensie


2. Andere manieren om te besparen

Isoleren is natuurlijk niet de enige manier om te besparen. Ook als je de auto vaker laat staan en minder vliegt, spaar je het klimaat en hou je geld over. Nu veel mensen ook wel eens thuiswerken, staat de auto ook vaker stil. Zo maak je je thuiswerkplek energiezuinig.

Spullen kopen doen we massaal, maar hebben we al die spullen wel echt nodig? Je staat er misschien niet altijd bij stil, maar de gevolgen voor het milieu zijn groot. Door te consuminderen bespaar je meer dan alleen geld. Neem bijvoorbeeld die nieuwe spijkerbroek, die heeft vaak een lange weg aan verborgen leed afgelegd. 

Minder kleding bijvoorbeeld

Een spijkerbroek kost enorm veel water, zo’n 8.000 liter. Vaak wordt de kleding die wij in Nederland kopen in lagelonenlanden gemaakt, zoals Bangladesh. En daar zijn de werkomstandigheden niet altijd even goed en kan er sprake zijn van kinderarbeid. De productie kost veel energie en soms worden er schaarse grondstoffen gebruikt. En dan moet de spijkerbroek ook nog getransporteerd worden. Vaak gebeurt dat met schepen die varen op schadelijke stookolie of bunkerolie.

Maar wat doe je dan als je echt nieuwe kleren nodig hebt? Er zijn steeds meer duurzame alternatieven. Bijvoorbeeld tweedehands of de kledingbibliotheek. Lees dit blog maar eens van een kledingverslaafde collega die tot inkeer kwam.

Kortom: voorkom, verminder en bespaar. Begin met deze 6 bespaartips: goed voor portemonnee en het milieu of verminder je watergebruik met deze 6 simpele tips.

>Wil je meer doen? Kijk dan ook eens hier.


2. Hoe maak ik mijn huis duurzaam?

Een woning verduurzamen is een win-win, zowel voor de bewoner als het klimaat. Daarom moeten we duurzame huizen gaan bouwen en bestaande huizen vergroenen. Dat doen we met duurzame energie oplossingen, isolatie, duurzaam koelen en verwarmen. Maar hoe gaan we dat betalen? Met ons warmtefonds.

1. Duurzame energie

Groene energie opwekken en stoppen met olie, kolen en gas, die overgang is al volop aan de gang. Groene stroom is hernieuwbare energie die niet ‘op’ kan gaan. Denk aan: zonne- en windenergie, energie uit aardwarmte (geothermie) en energie uit waterkracht. Deze 4 duurzame energiebronnen veroorzaken geen luchtvervuiling en stoten geen CO2 uit.

Biomassa is geen duurzame energie oplossing als daar hout of houten pellets voor worden geïmporteerd. 

Wat doen we als er te weinig zon of wind is?
Op hele zonnige dagen of als het hard waait, hebben we veel stroom over. Daar kunnen we groene waterstof van maken voor als er weinig wind is. Van waterstof kun je weer stroom maken. Groene waterstof zal vooral gebruikt gaan worden door de industrie, ter vervanging van kolen. Dat is beter voor het klimaat.
 Bij de omzetting van waterstof naar stroom gaat wel energie verloren, minstens 30%. Daarom zijn andere oplossingen vaak beter. Blauwe, grijze en paarse waterstof zijn helemaal niet duurzaam. 
 Voor onze huizen is groene waterstof geen oplossing. Al is het maar omdat de vraag van de industrie naar verwachting zo groot wordt, dat er niets overblijft. Daar zijn andere en betere oplossingen voor. Denk bijvoorbeeld aan het koppelen van alle Europese elektriciteitsnetten. Deze zogenaamde intelligente netten kunnen zelf vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Een andere oplossing is lucht in lege gasvelden of oude zoutgrotten pompen als er veel wind of zon is. Als er tekort is, maak je stroom door die lucht door een turbine te laten gaan.


2. Duurzaam verwarmen

Stoppen met gas, betekent dat de CV-ketel verdwijnt. Hoe sneller dat gebeurt, hoe beter. We gaan onze huizen anders verwarmen, met groene alternatieven zoals warmtepompen, zonneboilers en warmtenetten in de stad.

Foto van een vrouw en een man die een warmtepomt op het dak van een huis plaatsen.

Restwarmte opvangen en gebruiken voor het verwarmen van huizen is ook een slim idee. Sommige warmtenetten gebruiken al restwarmte, maar veel restwarmte gaat nu nog verloren. Bij restwarmte moet je denken aan douche- en waswater (riothermie), maar vooral aan de warmte die vrijkomt bij industriële processen. De verwachting is dat dit sterk gaat groeien. Maar restwarmte mag nooit in de plaats komen van isolatie; isoleren is altijd nodig. En het is natuurlijk niet de bedoeling dat vervuilende bedrijven op de oude voet door blijven draaien om ons van restwarmte te voorzien.

3. Isoleren

Goede isolatie is de basis voor een duurzaam huis. Een geïsoleerd huis houdt warmte beter vast, waardoor je in de winter niet of nauwelijks hoeft te verwarmen. En in de zomer is een goed geïsoleerd huis lekker koel. Lees hier meer over isoleren.

4. Duurzaam koelen

We hebben het altijd over duurzaam verwarmen, maar in de zomer willen we juist een koeler huis. Isoleren helpt daar al veel bij, maar er zijn meer manieren om je huis op een duurzame manier koel te houden:

  • Hou ramen en deuren overdag gesloten. En zet alles open als het koeler is, 's avonds of vroeg in de ochtend. Dan kan alles lekker even doorluchten.
  • Een witte dakbedekking blijft langer koel dan een zwarte dakbedekking. Je hebt het misschien wel eens gemerkt als je zwarte kleding draagt in de zomer. Dan heb je het een stuk sneller warm dan wanneer je een wit t-shirt draagt. Dat komt doordat de kleur zwart het licht heel goed absorbeert en wit het licht juist weerkaatst.
  • Groen op je gevel of dak werkt als een extra laag isolatie en houdt de warmte tegen, waardoor je huis langer koel blijft.
  • Zonwering voor en achter de ramen. Ga je niet voor allebei, kies dan voor zonwering aan de buitenkant, dat werkt 2 keer zo goed als aan de binnenkant.
  • Een ventilator gebruiken is een optie als de warmte eenmaal in huis is. Kies in ieder geval geen airco, die verbruikt veel energie en bevat een koudemiddel. Het veroorzaakt veel klimaatschade als het weglekt. Zo is het broeikaseffect van het koudemiddel HFK’s [OH], 124 tot 22.800 maal groter (ja, je leest het goed) dan de klimaatimpact van CO2.

Uit onderzoek van I&O Research in opdracht van Milieudefensie blijkt: 6 op de 10 huiseigenaren willen verduurzamingsmaatregelen nemen, zoals zonnepanelen of isolatie. Maar wat vaak ontbreekt is kennis en geld.

Meer over duurzaam wonen:

Wat zijn de voordelen van verduurzamen?
- Je huis is comfortabeler met een constante temperatuur
- Je bespaart geld, want er zijn minder stookkosten
- De luchtkwaliteit binnenshuis wordt gezonder, mits er voldoende wordt geventileerd
- Je huis wordt meer waard.
Dit zijn de voordelen: je huis is comfortabeler met een constante temperatuur; je bespaart geld, want er zijn minder stookkosten; de luchtkwaliteit binnenshuis wordt gezonder, mits er voldoende wordt geventileerd; je huis wordt meer waard.
Je huis is comfortabeler met een constante temperatuur
Je bespaart geld, want er zijn minder stookkosten
De luchtkwaliteit binnenshuis wordt gezonder, mits er voldoende wordt geventileerd
Je huis wordt meer waard
 
 
 
- Je huis is comfortabeler met een constante temperatuur
- Je bespaart geld, want er zijn minder stookkosten
- De luchtkwaliteit binnenshuis wordt gezonder, mits er voldoende wordt geventileerd
- Je huis wordt meer waard
-Je huis is comfortabeler met een constante temperatuur
-Je bespaart geld, want er zijn minder stookkosten
-De luchtkwaliteit binnenshuis wordt gezonder, mits er voldoende wordt geventileerd
-Je huis wordt meer waard
- Je huis is comfortabeler met een constante temperatuur
- Je bespaart geld, want er zijn minder stookkosten
- De luchtkwaliteit binnenshuis wordt gezonder, mits er voldoende wordt geventileerd
- Je huis wordt meer waard
Wat als ik geen geld heb om mijn huis te verduurzamen?
Je huis verduurzamen is duur en veel mensen kunnen dit niet betalen. De overheid geeft subsidies voor maatregelen zoals een warmtepomp, zonnepanelen of isolatie. Milieu Centraal geeft een overzicht van alle mogelijke subsidies. Maar subsidies dekken maar een deel van de kosten, de rest moet je zelf betalen. Daar heb je dus weinig aan als je geen spaargeld hebt.  Daarom stelt Milieudefensie een warmtefonds voor, zodat iedereen zijn huis kan vergroenen. 
Ik wil mijn huis verduurzamen, waar moet ik beginnen?
Milieudefensie heeft een 4-stappenplan geschreven met praktische tips, zodat je meteen kunt beginnen met vergroenen!


5. Ons warmtefonds maakt duurzaam wonen bereikbaar voor iedereen

Iedereen wil een fijn, warm huis. En in het Nederlandse Klimaatakkoord is bepaald dat er 1,5 miljoen huizen geïsoleerd moeten zijn in 2030. Maar subsidies voor zonnepanelen, isolatie en andere groene oplossingen komen vooral terecht bij mensen die al veel spaargeld hebben.

Afbeelding met links een man met mondkapje die sip kijkt bij een vieze fabriek en rechts een vrouw die vrolijk kijkt bij een rij huizen. In de afbeelding staat: Wat we willen we, goedkoop vervuilen of goedkoop isoleren? En: #KlimaatEconomie

Milieudefensie bedacht een oplossing waarvan ook mensen met een lager inkomen kunnen profiteren: een warmtefonds. In dit fonds komt geld om huizen te isoleren.

Dit stellen we voor:

  • Mensen krijgen een tegoedbon voor woningisolatie door een isolatiebedrijf
  • Ook huurwoningen en woningcorporaties doen mee
  • Je bespaart maandelijks geld
  • Terugbetaling is afhankelijk van je inkomen
  • De rente wordt laag gehouden en is gelijk aan die van een studielening (op dit moment 0%)

Het warmtefonds kost € 115 miljoen euro per jaar. Dat wordt betaald uit de energiebelasting voor de industrie.

Dit zijn de opbrengsten, doorgerekend door onderzoeksbureau CE Delft:

  • Meer wooncomfort doordat er 1,5 miljoen meer huizen zijn geïsoleerd
  • 1,6 miljoen ton CO2-reductie in 2030
  • 33.000 tot 60.000 extra groene banen - dit zijn zowel tijdelijke banen in de isolatie en bouw, als vaste banen in onderhoud van systemen en installaties
  • Meer schone lucht in woonwijken - door de afname van gasverbruik in woningen
  • Goed geïsoleerde huizen zijn meer waard

Afbeelding die laat zien hoe bedrijven via de energiebelasting bijdragen aan het warmtefonds voor burgers.

Meer weten? Bekijk dan deze brochure of het uitgebreide onderzoeksrapport van CE Delft. Daarin vind je de uitgebreide berekeningen en ook een vergelijking met het warmtefonds dat minister Ollongren voorstelt.

Dit onderwerp brengt heel wat lastige woorden met zich mee. Daarom hebben wij een begrippenlijst opgesteld met daarin belangrijke woorden over het onderwerp duurzaam wonen.

>Wil je meer doen? Kijk dan ook eens hier.

 

3. Hoe maken we ons eten duurzaam?

Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, moet ons voedselsysteem snel veranderen. Dat geldt zowel voor wát we eten, als de manier waarop we ons voedsel maken. We gaan naar minder vlees en zuivel, en meer plantaardig. Betaalbare biologische kringlooplandbouw is de beste oplossing voor klimaat, boer en consument.

1. Ons landbouwsysteem is onhoudbaar

Wat we eten en hoe dat geproduceerd wordt, draagt flink bij aan de opwarming van de aarde. Grote Nederlandse vlees- en zuivelbedrijven zijn verantwoordelijk voor een enorme uitstoot van broeikasgassen. Meer dan de directe uitstoot van alle auto’s en vrachtwagens in Nederland in een jaar.

De klimaatschade ontstaat vooral bij de buitenlandse productie van veevoer en het herkauwen door runderen. Door een te intensieve landbouw neemt ook de biodiversiteit (de rijkdom aan planten- en diersoorten) in en boven de grond enorm af.

Foto van een groot vrachtschip dat in Zuid-Amerika wordt volgeladen met soja.

Soja wordt met grote schepen uit Zuid-Amerika naar (o.a.) Nederland vervoerd. Het wordt gebruikt als veevoer voor onze koeien, varkens en kippen. Dat gaat ten koste van het regenwoud en de mensen die daarvan afhankelijk zijn.

Al heel lang is het motto van onze landbouw: zo goedkoop mogelijk. Boeren in Nederland hebben te maken met hoge kosten. Veel van hen komen met de huidige lage prijzen voor hun producten niet uit. Ook niet met subsidie. Het lukt alleen als ze flink groeien, investeren en intensiveren. Veel boeren stoppen daarom noodgedwongen.

Dat is niet langer houdbaar. Niet voor het klimaat, niet voor de natuur (stikstofcrisis), en niet voor de boeren. Om dat op te lossen is in de eerste plaats de overheid nodig. Die kan met wetgeving inzetten op duurzame kringlooplandbouw. Daar lees je verderop meer over. Ook de grote vlees- en zuivelbedrijven zijn nodig. Hun enorme uitstoot moet snel omlaag.

Jouw hulp is nodig
Helaas komen de overheid en de grote vervuilers niet uit zichzelf in beweging. Daarom kunnen we jouw hulp goed gebruiken. Want hoe meer mensen van zich laten horen, hoe beter ze naar ons luisteren. 

Natuurlijk kunnen we ook zelf, in ons dagelijks leven, andere keuzes maken. Daarover lees je hieronder meer.

2. Minder vlees en zuivel

Minder vlees eten is de meest gehoorde oplossing om je klimaatimpact flink te verlagen. Want vlees is heel slecht voor het klimaat. Als je gewend bent elke dag vlees te eten, maak je al verschil door 1 dag in de week geen vlees te eten. Een goed begin.

Foto van en vrolijk lachend meisje met een bord vol groente voor zich.

Maar er is meer. Te veel rood- en bewerkt vlees brengt gezondheidsrisico’s met zich mee, zoals: een verhoogde kans op diabetes, kanker, hart en vaatziekten en beroerte. Op dit moment eten we gemiddeld 250 gram vlees per week te veel. Doe daarom mee met De Vleesvrije Maandag of de Nationale Week Zonder Vlees en doe inspiratie op voor vegetarische gerechten en vleesvervangers. Op de dagen dat je nog wel vlees wil eten, kun je het beste kiezen voor mager en onbewerkt vlees. Dat past in een gezond voedingspatroon en staat in de schijf van 5.

De klimaatimpact van de zuivelindustrie komt grotendeels overeen met die van de vleesindustrie. Er is veel land, energie en water nodig en er worden veel broeikasgassen uitgestoten. Daarom moeten we minder melkproducten gaan gebruiken of ze vervangen door plantaardige alternatieven, zoals soja- of havermelk.

Eerlijke prijs voor eten en drinken
De klimaatschade van vlees en zuivel zie je niet terug in de prijs. Als we de eerlijke prijs zouden betalen, zouden we vanzelf minder vlees en zuivel gebruiken. Dan helpt het natuurlijk wel als gezonde en duurzame alternatieven en groente en fruit goedkoper worden, bijvoorbeeld door de BTW te verlagen. Hier lees je waarom een eerlijke vleesprijs een goed idee is.

Wist je dat…

...we gemiddeld per jaar 39 kilo vlees per persoon eten, ongeveer 1 heel kalf.
...1 week zonder vlees 101 liter water en 79 kilometer autorijden bespaart.
...meer dan 5 miljoen Nederlanders geen of slechts af en toe vlees eten, 36% van de bevolking.
...de totale vleesconsumptie niet is gedaald - ook daarom is het goed als vlees duurder wordt.

De grootste bedrijven in de vlees- en zuivelindustrie hebben geen goede plannen voor verduurzaming. Dat is zorgelijk, want de grootste 3 bedrijven stootten in 2019 samen in totaal 32,6 miljoen ton broeikasgassen uit. Dat is meer dan de jaarlijkse uitstoot van het hele Nederlandse wegverkeer. Daarom is het ook zo belangrijk dat de grote vervuilers mee gaan doen. Maar uit zichzelf doen ze dat niet.

Meer over vlees en soja:

Waarom is vlees zo slecht voor het klimaat?
De weg van een biefstuk naar je bord is lang. Elk onderdeel van de vleesproductie heeft nadelige gevolgen:
- de uitstoot van het vee zelf in de vorm van CO2 (koolstofdioxide), CH4 (methaan) en N2O (lachgas);
- oerbossen die verdwijnen voor landbouwgrond;
- de CO2-uitstoot van het transport en luchtvervuiling door fijnstof.

Alles versterkt het broeikaseffect. Door het verdwijnen van bossen wordt er minder CO2 vastgehouden. Dat tast de biodiversiteit in dat gebied aan (het aantal soorten planten en dieren wordt minder).
De weg van een biefstuk naar je bord is lang. Elk onderdeel van de vleesproductie heeft nadelige gevolgen:
- de uitstoot van het vee zelf in de vorm van CO2 (koolstofdioxide), CH4 (methaan) en N2O (lachgas);
- oerbossen die verdwijnen voor landbouwgrond;
- de CO2-uitstoot van het transport en luchtvervuiling door fijnstof.

Alles versterkt het broeikaseffect. Door het verdwijnen van bossen wordt er minder CO2 vastgehouden. Dat tast de biodiversiteit in dat gebied aan (het aantal soorten planten en dieren wordt minder).
Sojaproducten zijn toch slecht voor het klimaat?
Tijdens de productie van soja-vleesvervangers worden minder broeikasgassen uitgestoten dan bij de productie van vlees. En er wordt minder land en water gebruikt.
Dat sojateelt vaak wordt gelinkt aan ontbossing is niks nieuws, in Zuid-Amerika zijn de afgelopen jaren (2004-2017) bosgebieden gekapt ter grootte van 10 keer Nederland. Maar daar wordt veevoersoja verbouwd voor de vlees- en zuivelindustrie. Bijna 90% van alle soja zit verborgen in vleesproducten.
Soja bestemd voor sojaproducten komt meestal uit Canada en Europa en er wordt geen bos voor gekapt. Daarnaast wordt vaak biologische soja gebruikt voor sojaproducten. Ook die soja komt vaak uit Europa of uit China, waar van boskap geen sprake is.

Let op: in de meeste gevallen is een vleesvervanger duurzamer dan een vleesproduct. Maar ook in de categorie vleesvervangers zijn er onderlinge verschillen in gezondheid en duurzaamheid. Vleesvervangers die grotendeels bestaan uit zuivel of ei belasten het milieu vaak een stuk meer dan vleesvervangers die 100% plantaardig zijn.


3. Lokaal en regionaal eten

Wat van dichtbij komt is beter. Door lokale of regionale producten te kiezen zit je meestal goed.

Regionaal is een sleutelwoord in de overgang naar een gezonde en eerlijke landbouw. Regionaal is beter voor boeren, voor klimaat, milieu en natuur, en ook goed voor de economie. En voor ons als consumenten. Want dan weten we waar ons eten vandaan komt en hoe het is gemaakt. Juist door het gesleep met voedsel over de hele wereld zijn we het zicht daarop helemaal kwijt. Met schandalen en fraude tot gevolg.

Denk bij regionaal aan Europa. En binnen Europa aan productie zo dicht mogelijk bij jou in de buurt.

Foto van een grote akker waar volop klaver groeit en bloeit.

Klaver uit de buurt is een prima alternatief voor veevoersoja uit Zuid-Amerika.

Lokaal of regionaal geldt ook voor het voer dat onze koeien, kippen en varkens eten. Op dit moment komt vrijwel al het veevoer in Nederland uit Zuid-Amerika. Dat gaat ten koste van het regenwoud en van de kleine boeren in die landen, die vaak van hun land worden verdreven voor ons vlees en onze melk. Biologische voer is wel in de buurt geteeld. Dat gaat dus niet ten koste van het regenwoud en hoeft niet de halve wereld over gesleept te worden.

>Hier lees je meer over onze visie op een gezonde en duurzame landbouw.

Lokaal of biologisch, wat moet ik kiezen? 
De beste optie is natuurlijk biologisch én lokaal. Dat kan ook vaak. Maar als dat niet kan, spelen transportkilometers een belangrijke rol. Voor producten die niet in kassen gekweekt worden, geldt eigenlijk altijd: hoe meer transportkilometers, hoe slechter voor het klimaat. Dat geldt zeker voor verse producten. Die worden vaak per vliegtuig vervoerd, zeker als ze van buiten Europa komen.
Biologische producten uit Europa, vooral uit de ons omringende landen, zijn vaak te verkiezen boven gangbare producten uit Nederland. Zeker als die Nederlandse producten in kassen gekweekt worden. Dat komt door het gebruik van gas om de kassen te verwarmen, kunstmest en landbouwgif.


4. Eten van het seizoen

Seizoenseten uit Nederland is goed voor het milieu en je eet ook nog eens lokaal. Dit zijn 4 voordelen van seizoensgebonden eten:

  1. Je bespaart geld. Groente en fruit van het seizoen is makkelijker en goedkoper te telen voor de boer, waardoor jij minder betaalt in de winkel.
  2. Het is beter voor het milieu. Voor aardbeien die in de zomer geteeld worden, zijn geen verwarmde kassen nodig. Dat kost dus minder energie. 
  3. Het is gezonder. Hoe kleiner de afstand die verse groente of fruit hoeven af te leggen, hoe sneller het op je bord belandt en hoe meer voedingstoffen het bevat. Daarnaast zijn er bij groenten en fruit uit eigen land minder chemicaliën nodig om het product vers te houden of te laten rijpen, omdat het veel sneller in de winkel ligt.
  4. Vaak smaakt het beter. Je kent het wel, aardbeien in de winter smaken nergens naar, terwijl ze in de zomer vaak heerlijk zoet zijn.

5. Biologische producten en kringlooplandbouw

Milieudefensie is voorstander van biologisch kringlooplandbouw, omdat het veel voordelen heeft ten opzichte van niet-biologisch landbouw. Dit zijn 4 belangrijke voordelen:

  • Bij biologische landbouw is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verboden, waardoor de grond van de akker en de omgeving minder vervuild raken.
  • Biologische veeteelt scoort beter op dierenwelzijn. Dieren zijn gezonder en leven langer.
  • Biologisch voer is vaak lokaal geteeld en draagt daardoor niet bij aan ontbossing.
  • Bij biologische akkerbouw wordt gebruik gemaakt van wisselteelt. Hierdoor raakt de bodem minder snel uitput en is het bodemleven gezonder in tegenstelling tot gangbare akkerbouw.

Wat is biologische kringlooplandbouw?

Dat is een vorm van landbouw waarbij de boer zuinig omgaat met grondstoffen en energie. Boeren werken zoveel mogelijk in evenwicht met de omgeving. Zonder natuur, milieu en klimaat te veel te belasten. Stoffen die het systeem uitgaan, moeten weer terugkomen. Voor een veehouder betekent dit: de mest van het vee gaat terug naar de eigen grond of naar de akkerbouwer om de hoek. Daar is het weer voeding voor nieuwe voedselgewassen.

Sluit je de kringloop dichtbij huis, dan scheelt dat een heleboel heen en weer gesleep van grondstoffen. Je hoeft namelijk geen krachtvoer meer te halen uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika. Dit kan prima dichtbij huis, in Nederland en omliggende landen. Maar alleen met een kleinere veestapel. Want anders is er niet genoeg land.


6. Keurmerken

Als consument moet je het vaak zelf maar uitzoeken. Je wil het goed doen, maar hoe kom je er nu achter welke producten duurzaam zijn en of het productieproces eerlijk was? Keurmerken zijn voor veel mensen een houvast. Helaas zijn veel keurmerken een stuk minder betrouwbaar dan je denkt. Je zou eigenlijk willen dat alle producten in de winkel verantwoord zijn, en dat de overheid daarvoor zorgt. Maar tot die tijd kun je misschien eens kijken bij de keurmerkwijzer van MilieuCentraal. Die laat zien hoe de verschillende keurmerken scoren voor milieu, dieren en mensen. En hoe het zit met de controle en transparantie.

Foto van een man in de supermarkt met een potje wortelen in zijn hand.

Het RSPO-keurmerk garandeert geen duurzame palmolie

Controle en transparantie is enorm belangrijk, maar lang niet elk keurmerk scoort hier goed op. De RSPO (de Roundtable for Sustainable Palm Oil) is een keurmerk voor duurzaam geproduceerde palmolie. Dit keurmerk zou o.a. moeten helpen tegen ontbossing. Maar Milieudefensie heeft er geen vertrouwen in:

- De RSPO slaagt er niet in om goede afspraken te maken met producenten.
- De RSPO is niet in staat te controleren of de producenten zich aan de afspraken houden.
- RSPO-gecertificeerde bedrijven komen vaak in opspraak.

Kortom: gewone palmolie is niet duurzaam en het RSPO-keurmerk is onbetrouwbaar. Dan moeten we ons afvragen of er eigenlijk wel duurzame palmolie bestaat.

Lees hier het (Engelstalige) rapport over RSPO en palmolie.
Lees hier meer over palmolie en ontbossing.

7. Voorkom verspilling van eten

Gemiddeld verspillen we in Nederland per persoon zo’n 34 kilo eten per jaar. Dat is slecht voor het milieu en weggegooid geld. Gelukkig kunnen we verspilling gemakkelijk voorkomen. Wij geven 5 handige tips tegen voedselverspilling, waaronder: hoe je kan koken met restjes.

Let jij hier al op, maar wil je meer doen om voedselverspilling tegen te gaan? Neem dan eens een kijkje op Samen tegen Voedselverspilling of ontdek verspillingsvrije initiatieven zoals Too Good Too Go of Instock.

8. Met ons plan is de landbouw in 2030 duurzaam en eerlijk

In 2030 kan 100% van het vlees en zuivel in Nederland biologisch geproduceerd worden. En de boer krijgt daarvoor een eerlijke prijs. Boeren die de overstap niet kunnen maken, worden ruimhartig uitgekocht.

Afbeelding met bovenin de tekst: Kringlooplandbouw, wat levert het op? Daaronder links 2 lachende boeren en de tekst: eerlijke prijs. In het midden een hoop mest met een kruis erdoor en de tekst: minder mest. En rechts 4 bomen en de tekst: 300 miljoen meer. Onderin staat nog: #KlimaatEconomie

Milieudefensie stelt het volgende voor:

  • Over 10 jaar wordt al het vlees en zuivel in Nederland 100% biologisch geproduceerd
  • Verlaging van btw op groente en fruit
  • De prijs van vlees gaat omhoog
  • De boer verdient een eerlijke boterham
  • 16 miljoen ton minder uitstoot van CO2 en methaan
  • 300 miljoen meer bomen
  • Verbeterd dierenwelzijn
  • 60% minder koeien, kippen, varkens en geiten
  • Geen stankoverlast en mestoverschot meer
  • Schoner water, gezondere bodem, meer biodiversiteit rondom boerderijen

De kosten worden betaald uit een eerlijke vleesprijs, belasting op landbouwgif en Europese landbouwsubsidies. Ook verhogen we de vermogensbelasting. Mensen met meer dan 1 miljoen euro spaargeld betalen 3% meer. Mensen met lage en middeninkomens krijgen juist compensatie.

63% van de Nederlanders vindt nu al dat de vleesprijs omhoog mag

Door meer groente, fruit en vleesvervangers en minder vlees te eten, krimpt de vleessector. Dat levert een enorme winst op voor klimaat, milieu, biodiversiteit en onze gezondheid.

De overheid kan dit versnellen door de btw op groente en fruit te verlagen en een duurzaamheidsheffing op vlees in te voeren. De opbrengsten van de heffing worden gebruikt om de overgang naar een eerlijke en duurzame landbouw te ondersteunen.

Afbeelding met bovenin de tekst: Uitstoot veeteelt per jaar. Daaronder links een kaartje van Nederland en de tekst: 2020 - 18 miljoen ton. Onderin, links, een plaatje van veel mest en de tekst: 2030 - bij Klimaatakkoord: 16 miljoen ton. Onderin, rechts: een afbeelding van een lachende koe, kip en varken, een heel klein beetje mest, en de tekst: 2030 - bij plan Milieudefensie: 2 miljoen ton. Helemaal onderin staat nog: #KlimaatEconomie

Meer weten? Bekijk dan deze brochure over ons landbouwfonds of lees het uitgebreide onderzoeksrapport van CE Delft. Daarin staan alle berekeningen van kosten en opbrengsten.

Meer weten over landbouw en voedsel in Nederland:

Hoe is de intensieve landbouw ontstaan?
'Veel voor weinig' is een erfenis van de Tweede Wereldoorlog. Men wilde nooit meer geconfronteerd worden met honger. Voedsel was schaars tijdens de Duitse bezetting. Gezonde vetten zoals vis en noten waren nauwelijks te vinden en koolhydraten waren er te weinig. Als gevolg van die schaarste stierven meer dan 20.000 Nederlanders aan ondervoeding.

Na de oorlog werd een nieuw landbouwbeleid ontwikkeld door Sicco Mansholt, de eerste na-oorlogse minister van Landbouw. Dat gebeurde onder invloed van de Marshallhulp, waarmee Europa weer werd opgebouwd, de eigen (Amerikaanse) afzetmarkt werd vergroot en de wereldhandel werd uitgebreid en vergemakkelijkt. De landbouw werd veel productiever en efficiënter, wat in de jaren 60 zelfs leidde tot overschotten zoals de bekende boterberg. Eten moest betaalbaar zijn voor iedereen en boeren moesten daarom veel produceren voor een redelijk inkomen. Dit nieuwe landbouwbeleid was het begin van de intensieve landbouw zoals we die nu kennen.

Het streven naar internationale vrijhandel zorgde voor een ongekende schaalvergroting. De Nederlandse landbouw ging vooral voor de wereldmarkt produceren en groeide uit tot de op 1 na grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld. Dat is niet langer houdbaar. Inmiddels keert dit systeem zich tegen onze boeren. Wie niet genoeg produceert, gaat failliet. Het duwt boeren over de rand. Ook voor onze natuur en het klimaat is deze manier van landbouw niet langer houdbaar.
'Veel voor weinig' is een erfenis van de Tweede Wereldoorlog. Men wilde nooit meer geconfronteerd worden met honger. Voedsel was schaars tijdens de Duitse bezetting. Gezonde vetten zoals vis en noten waren nauwelijks te vinden en koolhydraten waren er te weinig. Als gevolg van die schaarste stierven meer dan 20.000 Nederlanders aan ondervoeding.

Na de oorlog werd een nieuw landbouwbeleid ontwikkeld door Sicco Mansholt, de eerste na-oorlogse minister van Landbouw. De landbouw werd productiever en efficiënter, wat in de jaren 60 zelfs leidde tot overschotten zoals de bekende boterberg. Eten moest betaalbaar zijn voor iedereen en boeren moesten daarom veel produceren voor een redelijk inkomen. Dit nieuwe landbouwbeleid was het begin van de intensieve landbouw zoals we die nu kennen. 

Het naoorlogse streven naar internationale vrijhandel zorgde verder voor een ongekende schaalvergroting. De Nederlandse landbouw ging vooral voor de wereldmarkt produceren en groeide uit tot de op 1 na grootste exporteur van landbouwproducten in de wereld. Dat is niet langer houdbaar. Inmiddels keert dit systeem zich tegen onze boeren. Wie niet genoeg produceert, gaat failliet. Het duwt boeren over de rand. Ook voor onze natuur en het klimaat is deze manier van landbouw niet langer houdbaar.
Zijn boeren de dupe van het klimaatbeleid?
Het aantal landbouwbedrijven is volgens het CBS de afgelopen 20 jaar gehalveerd. Als dat zo doorgaat, blijven alleen de allergrootste bedrijven over. Maar dat komt niet door het klimaatbeleid, maar door hoe de landbouw nu is georganiseerd. Alleen wie mee kan komen door zoveel mogelijk te produceren voor zo laag mogelijke prijzen, overleeft.

Als het aan Milieudefensie ligt, gaan we dat helemaal anders doen. Boeren krijgen in onze plannen juist meer toekomstperspectief en betere prijzen voor hun producten.
In onze plannen is rekening gehouden met mensen die minder te besteden hebben. Daarom stellen we voor het btw-tarief op groente en fruit te verlagen. Daardoor wordt duurzaam en gezond eten bereikbaar voor iedereen.
In onze plannen is rekening gehouden met mensen die minder te besteden hebben. Daarom stellen we voor het btw-tarief op groente en fruit te verlagen. Daardoor wordt duurzaam en gezond eten bereikbaar voor iedereen.

 Verder worden de kosten van onze plannen betaalt uit een eerlijke vleesprijs, een belasting op landbouwgif en Europese landbouwsubsidies. En mensen met meer dan 1 miljoen euro spaargeld gaan meer belasting betalen. Mensen met lage en middeninkomens krijgen juist compensatie.
Duurder vlees: dat is toch niet eerlijk voor mensen met lage inkomens?
In onze plannen is rekening gehouden met mensen die minder te besteden hebben. Daarom stellen we voor het btw-tarief op groente en fruit te verlagen. Daardoor wordt duurzaam en gezond eten bereikbaar voor iedereen.
 
 Verder worden de kosten van onze plannen betaald uit een eerlijke vleesprijs, een belasting op landbouwgif en Europese landbouwsubsidies. En mensen met meer dan 1 miljoen euro spaargeld gaan meer belasting betalen. Mensen met lage en middeninkomens krijgen juist compensatie.

>Wil je meer doen? Kijk dan ook eens hier. 

 

4. Hoe maken we vervoer duurzaam?

Duurzaam van A naar B met schoon en comfortabel vervoer. Het kan als er meer geld naar fietsen, wandelen en openbaar vervoer gaat en minder naar vliegen en autorijden. Wij kiezen voor betaalbare, duurzame bereikbaarheid voor iedereen. Wat dat betekent, staat in ons plan voor duurzaam vervoer!

1. Meer ruimte voor wandelen en fietsen

De fiets is niet meer weg te denken uit Nederland. En daar zijn wij blij om, want fietsen is naast  wandelen, de meest milieuvriendelijke manier van vervoer. Maar dan moeten er wel genoeg fiets- en wandelpaden zijn, ook in de drukke binnensteden. En snelfietspaden voor de langere afstanden.

Foto van fietsende mensen in de stad, met op de voorgrond een moeder met haar kind in een zitje.

Door meer te investeren in fiets en openbaar vervoer daalt de uitstoot van broeikasgassen met 5 tot 10%. De uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof daalt met 4 tot 8%. En als klap op de vuurpijl verbetert de bereikbaarheid van mensen 3 tot 4 keer.

Fietsen en wandelen worden aantrekkelijker door:

  • meer fiets- en wandelpaden, en fietsstraten waar auto’s te gast zijn;
  • meer fietsstallingen;
  • meer snelfietspaden;
  • meer en bredere stoepen;
  • meer groen en recreatie zoals parken, speeltuinen en bankjes.

Nederland staat vol met geparkeerde auto's. Denk eens aan alle ruimte die we overhouden als we zouden inzetten op autodelen in plaats van bezitten.  Er zijn al vrij veel opties voor (elektrische) deelauto’s in Nederland, maar ook komen er steeds meer deelfietsen, zoals de OV-fiets bij. Vooral de grotere steden nemen het voortouw in deelmobiliteit.

2. Fijne steden en dorpen voor iedereen

Wie heeft er voorrang in jouw wijk, fietsers en wandelaars of de auto? Meestal wint de auto het ruimschoots. En dat maakt onze steden veel minder prettig om in te leven dan mogelijk is. En ook veel ongezonder en slechter voor het klimaat.

Als steden zo zouden worden ingericht dat ze ideaal zijn voor kinderen van 8 en mensen van 80, dan zouden ze ideaal zijn voor iedereen. Deze website (Engelstalig) laat dat goed zien.

De schaarse ruimte in onze steden is niet eerlijk verdeeld. En ook de investeringen van onze overheid (met ons belastinggeld) zijn niet eerlijk verdeeld. Verreweg het meeste geld gaat naar de minst schone vormen van vervoer, met name autowegen (60%). En het zijn vooral mensen met hogere inkomens die daarvan gebruikmaken. Mensen met lagere inkomens hebben veel vaker geen auto of ander motorvoertuig.

Voor het klimaat, de leefbaarheid en de bereikbaarheid van veel mensen zou dat geld juist naar schoon vervoer moeten gaan. En dan vooral voor mensen in afgelegen gebieden met de minste bereikbaarheid. Dus investeer in bus, tram, metro, en in landelijke gebieden in elektrische deelauto's. Daar hebben veel meer mensen wat aan.

3. Duurzaam openbaar vervoer

Groen reizen door heel Nederland met trein, bus, tram of metro is de toekomst. We hebben al goed openbaar vervoer in Nederland, maar het kan nog beter. Het openbaar vervoer moet efficiënter, duurzamer en bovenal goedkoper voor de reiziger. En in sommige delen van het land is ook meer openbaar vervoer nodig. 

Foto van mensen op een moderne tramhalte, zo te zien bij een station. Het is er gezellig druk.

Met het vliegtuig op vakantie wordt nu nog door veel mensen verkozen boven de trein. Vaak omdat de tickets veel goedkoper zijn. In een artikel op NU.nl werden de reiskosten per vervoersmiddel voor een reis naar Marseille met elkaar vergeleken. Met de trein betaal je ongeveer 150 euro en voor het vliegtuig heb je al een ticket vanaf 40 euro. Als je de klimaatschade van een vliegtuig en een trein met elkaar vergelijkt, zou dat precies andersom moeten zijn.

4. Minder vliegen

Duurzaam vliegen bestaat niet. Elektrische vliegen is alleen op zeer korte afstanden realistisch, maar voor die afstanden zijn er betere alternatieven. Vliegen is misschien makkelijk, snel en steeds goedkoper, maar de klimaatimpact is en blijft enorm. En dus moet de luchtvaart krimpen. De Correspondent geeft een voorbeeld van de impact van vliegen op het klimaat.

“Ben je een vegetariër die z’n vlees laat staan vanwege het klimaat? 1 retourtje Amsterdam-New York is net zo schadelijk als het eten van 800 Big Macs. Of heb je alleen milieuvriendelijke ledlampen in je huis? De CO2-winst die je daar in 7 jaar mee boekt, is met 1 vliegvakantie naar Kreta vervlogen.”
Uit: De Correspondent.

Alleen de CO2-uitstoot van vliegen is al reden genoeg om de luchtvaart te laten krimpen. Maar vliegtuigen veroorzaken ook geluidsoverlast en de uitstoot van fijnstof en ultrafijnstof is slecht voor onze gezondheid. De krimp van Schiphol heeft ook andere voordelen: er is dan ruimte om 150.000 extra huizen te bouwen.

5. Ons vervoersplan is beter voor het klimaat en onze gezondheid

Tijdens het begin van de coronacrisis was de lucht in Nederland een stuk schoner: 83% van de Nederlanders was daar blij mee. Zo hebben we onverwachts de voordelen kunnen ervaren van minder auto- en vliegverkeer. Ook zonder lockdown kunnen we die voordelen behouden. Dat kan door duurzame bereikbaarheid voorop te stellen. Het gaat niet om meer (of minder) asfalt of elektrische auto's. Het gaat erom dat we op een duurzame manier op de plek komen waar we willen zijn.

Met name de combinatie van (elektrische) fiets en openbaar vervoer zorgt voor 3 tot 4 keer betere bereikbaarheid dan asfalt. En is veel schoner. Dat blijkt uit onderzoek.

Afbeelding met bovenin de tekst: Wat willen we? Links zien we auto's en de tekst: stilstaan op nieuw asfalt. Of. Rechts zien we een trein, bus en fiets, en de tekst: bereikbaarheid betaalbaar voor iedereen? Onderin staat nog: #KlimaatEconomie

Milieudefensie stelt het volgende voor:

  • Rekeningrijden: automobilisten betalen naar gebruik en de opbrengst wordt teruggegeven aan álle Nederlanders. Afhankelijk van je inkomen krijg je €450 tot €1.000 per jaar, ook als je geen auto rijdt.
  • Een heffing op vliegtickets die hoger wordt als je vaker vliegt.

Wist je dat…. 8% van de bevolking zorgt voor 40% van de vluchten

Ook de luchtvaart moet anders. Méér dan 70% van de mensen vliegt niet (of nauwelijks). Dan is het wel zo eerlijk als de kleine groep veelvliegers meer betaalt. Dat kan met een oplopende belasting voor vliegtickets. Hoe vaker je vliegt, hoe meer je betaalt. 69% van de Nederlanders is voorstander van zo'n veelvliegers-heffing. 

We lieten de opbrengsten van ons vervoersplan doorrekenen door onderzoeksbureau CE Delft. Dit levert ons plan op:

  • Minder CO2-uitstoot: 7,5 tot 9 miljoen ton
  • Minder stikstofuitstoot: 2.400 tot 3.300 ton
  • 20 tot 30% minder autokilometers
  • 23% minder vluchten

Meer weten? Bekijk dan deze brochure over het vervoersplan van Milieudefensie of lees het uitgebreide onderzoeksrapport van CE Delft. Daarin staan alle berekeningen van kosten en opbrengsten.

Meer weten over duurzaam vervoer in Nederland:

Wat is beter: elektrisch rijden of op waterstof?
Waterstofauto’s zijn niet efficiënt, terwijl een elektrische auto juist wel heel slim met energie omgaat. We geven een voorbeeld. Een elektrische auto gebruikt 73% van de zon- of windstroom. Maar als je van die stroom eerst waterstof maakt en die daarna gebruikt als energie voor je auto, gebruik je nog maar 22%. Dat is niet efficiënt.

Je kunt dus beter elektrisch rijden, dan op waterstof. Maar dat wil niet zeggen dat alle problemen zijn opgelost als iedereen in Nederland elektrisch gaat rijden. De elektrische auto is een deel van de oplossing, niet dé oplossing

>Wil je meer doen? Kijk dan ook eens hier.

 

5. Hoe maken we bedrijven duurzaam?

De grootste, internationaal opererende bedrijven hebben veel geld en invloed. En ze zijn samen verantwoordelijk voor heel veel uitstoot van broeikasgassen. Als zij in beweging komen, kan het snel gaan met het aanpakken van klimaatverandering. En dat is nodig, want we hebben nog maar zo’n 10 jaar om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Zonder grote bedrijven lukt dat niet. 

Helaas zijn de grote vervuilers nauwelijks bereid uit zichzelf te veranderen. Veel grote bedrijven zoals KLM en Shell hebben zelfs een uitzonderingspositie en houden daaraan vast. Zo betaalt KLM geen belasting over kerosine en krijgt Shell subsidie voor het opruimen van zijn eigen afval. Kleinere bedrijven (MKB) betalen de rekening. Dat is niet eerlijk. Grote vervuilers moeten betalen voor hun vervuiling en niet worden ‘beloond’ met miljardensubsidies van de overheid. Pas als ze moeten betalen voor hun vervuiling, worden ze geprikkeld om te veranderen.

Lees hier meer over de rol van bedrijven, hun verantwoordelijkheden en hun uitzonderingsposities.

Donald Pols, directeur van Milieudefensie: Mensen betalen belasting voor hun vuilniszakken, maar Shell en Exxon krijgen miljardensubsidies om hun afval op te ruimen.

Dit zijn 3 belangrijke koerswijzigingen die de overheid meteen kan doorvoeren:

  1. Een CO2-heffing invoeren voor grote vervuilers.
  2. Subsidies voor bedrijven voor het gebruik van olie, kolen en gas afschaffen.
  3. Regels opstellen voor Nederlandse bedrijven die in het buitenland opereren.

>Uit zichzelf veranderen grote vervuilers niet. Maar als zij meedoen, schiet het wel lekker op. Daarom hebben we jouw hulp nodig om ze in beweging te krijgen. Kijk hier wat jij kunt doen.

>Gelukkig zijn er ook bedrijven die het wel goed doen. Dus het kan wel. Hier vind je een paar voorbeelden.

 

6. Wat zijn eerlijke duurzame oplossingen?

Klimaatrechtvaardigheid is de oplossing om gevaarlijke klimaatverandering te stoppen. Milieudefensie wil een eerlijk klimaatbeleid waar iedereen beter van wordt. Dat betekent dat de wereldwijde ongelijke verdeling van geld en macht moet veranderen.

1. Klimaatrechtvaardigheid

Klimaatonrecht is overal, in Nederland, in Europa, in heel de wereld. We geven 2 voorbeelden:

  • De rijkste 1% van de wereldbevolking (63 miljoen mensen) is verantwoordelijk voor meer dan 2 keer zoveel CO2-uitstoot als de 3,1 miljard armste mensen. Terwijl de gevolgen vooral te merken zijn in arme zuidelijke landen. Zij kampen met bosbranden, overstromingen en milieuvervuiling, en hebben vaak niet de middelen daar iets tegen te doen.
  • In Nederland vervuilen de grote multinationals enorm veel en krijgen ze subsidie van de overheid. Maar ze betaling niet voor hun vervuiling. De Nederlandse bevolking en kleinere bedrijven (mkb) draaien daarvoor op. 

Lees hier meer over klimaatrechtvaardigheid.

2. Eerlijke oplossingen

Milieudefensie heeft 3 plannen geschreven met eerlijke oplossingen voor onze landbouw, ons vervoer en onze huizen:

Afbeelding met bovenin de tekst: Wat willen we? Links zien we een man of vrouw met een huis en een auto op de achtergrond, en de tekst: warme huizen alleen voor hoge inkomens. Of. Rechts zien we een man of vrouw met groene huizen op de achtergrond, en de tekst: warme huizen voor iedereen. Onderin staat nog: #KlimaatEconomie

In een brede coalitie met werkgevers, vakbonden, klimaatorganisaties en jongerenorganisaties heeft Milieudefensie De eerlijke klimaatagenda opgesteld. Dat is een plan met concrete oplossingen voor:

  • Het aanpakken van de klimaatcrisis
  • Het tegengaan van ongelijkheid

7. Op welke klimaatoplossingen zijn we heel kritisch?

Je hoort steeds vaker allerlei 'makkelijke' oplossingen voorbijkomen. Maar wat zijn die waard? Gaan we de klimaatcrisis oplossen met kernenergie, biomassa, geo-engineering, door bomen te planten en CO2 in de grond te stoppen, of met grijze en blauwe waterstof? Was het maar zo simpel. Met deze ‘klimaatoplossingen’ gaan we gevaarlijke klimaatverandering niet stoppen en wij leggen je uit waarom.

1. Kernenergie

Kerncentrales worden weer steeds vaker als 'dé oplossing' gepresenteerd. Het levert veel energie op en - vergeleken met kolen- en gascentrales - minder uitstoot van broeikasgassen en fijnstof. Daar staan veel zwaarwegende bezwaren tegenover. Zo duurt het bouwen van een kerncentrale enorm lang, is zowel een kerncentrale als kernafval gevaarlijk, en zijn kerncentrales extreem duur. 

Foto van een kerncentrale met op de voorgrond een lange rij geel geschilderde stalen vaten met het symbool voor radioactiviteit.

En we redden ons prima zonder kernenergie. Meerdere studies laten dat zien, waaronder 2 toekomstscenario’s van TNO over een klimaatneutraal energiesysteem.

Wil je meer weten over kernenergie? WISE Nederland stelde een uitgebreid rapport op over kernenergie. Daarin gaan ze dieper op het onderwerp in met cijfers, antwoorden op vragen en voorbeelden.

En de nieuwe soorten kerncentrales waar we zoveel over horen, zijn die wel duurzaam? Ze zijn er nog (lang) niet. En het klimaat heeft haast. Het is trouwens maar de vraag of ze duurzaam zullen zijn. WISE heeft hier een paar goed leesbare factsheets over gemaakt.   

2. Biomassa

Biomassa is geen duurzame oplossing als er bos voor gekapt wordt. Hoewel het op papier het label duurzaam heeft, is het kappen van bossen om er energie van te maken slecht voor het klimaat en het bos.

Foto van een hijskraan met op de voorgrond een grote stapel boomstammen.

Daarom is Milieudefensie tegen biomassa waarvoor bos gekapt is, maar voor biomassa uit reststromen. Resthout bij de productie van timmerhout is bijvoorbeeld een reststroom. Verder is het belangrijk dat dit resthout uit Nederland komt en niet uit het buitenland wordt geïmporteerd.

Lees meer over biomassa en ons standpunt hierover.

3. CCS (CO2-opslag)

CCS staat voor Carbon Capture and Storage, het afvangen en opslaan van CO2. Vooral bedrijven die veel energie gebruiken zijn voor deze oplossing. Onze regering wil een flink deel van de CO2-uitstoot met behulp van CCS omlaag brengen. Voor ons is CCS alleen in sommige gevallen acceptabel. We leggen het uit.

CCS is geen structurele oplossing voor het klimaatprobleem. De uitstoot van broeikasgassen gaat door, de gevolgen worden alleen onder het tapijt geveegd. In een echt toekomstbestendige, duurzame economie wordt vervuiling juist voorkomen. Dan hoeft er geen tijd, geld en moeite te worden gestoken in het opruimen ervan.

Bomen vormen een natuurlijke, zeer efficiënte en goedkope CO2-opslag. Maar het industrieel afvangen en opslaan van CO2 kost juist veel energie en geld. Als voor CCS wordt gekozen, krijgen andere, echt duurzame technieken minder kansen. Ook bij de industrie verandert er dan niets in het productieproces. Terwijl juist daar verduurzaming van groot belang is om ook in de toekomst concurrerend te blijven.

Foto van een fabriek waar ze CO2 opslaan (Carbon Capture Storage). Op de voorgrond 2 werknemers: de ene man maakt een foto van de andere man.

Bovendien draait de overheid grotendeels op voor de kosten; wij belastingbetalers dus. Het komt er op neer dat grote bedrijven niet alleen op grote schaal broeikasgassen mogen blijven uitstoten, ze krijgen voor de opslag nog geld toe ook.

Wij zijn daarom geen voorstander van deze techniek. Maar we zijn er ook niet principieel tegen, als er maar:

  • voldoende garanties zijn voor veiligheid en milieu;
  • de toepassing tijdelijk is;
  • de vervuiler alle kosten zelf betaalt;
  • en CCS niet in de plaats komt van verduurzaming.

Alleen dan is het gebruik van CCS als overbruggingsoptie acceptabel.

4. Bomen planten en bos beschermen

Bomen en planten nemen CO2 op. Gezonde bossen en andere natuurgebieden kunnen daarom helpen om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. Een geweldige eigenschap, maar grote vervuilers gebruiken dit helaas als een excuus om door te gaan met vervuilen. 

Dat gebeurt met het omstreden systeem van koolstofkredieten, ook wel ‘carbon credits’ genoemd. Hoe het werkt: grote vervuilers beweren dat ze hun uitstoot ongedaan maken door bomen aan te planten of bossen te beschermen. Maar in de praktijk blijken zogenoemde CO2-compensatieprojecten helemaal niet te leiden tot een afname van CO2. Soms zorgen ze zelfs voor een toename. 

Dit gaat er mis met carbon credits: 

  • Het duurt tientallen jaren voordat een boom groot genoeg is om de ‘gewenste’ hoeveelheid CO2 op te nemen. Toch doen bedrijven alsof deze hoeveelheid direct al wordt opgenomen door de boom. Om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan, moeten we juist nú de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer verminderen. Niet pas over tientallen jaren.
  • De hoeveelheid CO2 die een project zou compenseren wordt vrijwel altijd te hoog ingeschat. Door rekentrucs wordt gedaan alsof een project heel veel carbon credits oplevert. Maar de hoeveelheid CO2 die écht wordt opgenomen of de ontbossing die is voorkomen blijkt in werkelijkheid veel minder te zijn.
  • Projecten voor CO2-compensatie leiden vaak tot landroof: het land wordt afgepakt van oorspronkelijke bewoners , of ze mogen hun eigen bos niet meer gebruiken. Dit is een schending van mensenrechten. Bovendien zijn juist inheemse volkeren en lokale bewoners vaak de beste beheerders van het bos.
  • Als er op de ene plek bos wordt beschermd, wordt er op een andere plek vaak meer bos gekapt. Om ontbossing écht te voorkomen, moet je de oorzaken ervan aanpakken. Zoals de overconsumptie van vlees, palmolie, biomassa en wegwerpproducten van papier. Anders heeft het geen enkele zin.
  • Bedrijven beschermen de gebieden met nieuwe bomen vaak niet voldoende tegen bosbranden. Of ze planten boomsoorten die de bodem uitdrogen. Hierdoor ontstaan er vaak branden in de plantages, waardoor alleen nog maar meer CO2 wordt uitgestoten. Dit maakt het steeds erger. Want door klimaatverandering en weersextremen is het risico op bosbranden steeds groter.
  • Soms worden er geen inheemse, maar uitheemse bomen geplant: bomen die eigenlijk niet in het gebied thuishoren. Hierdoor wordt het natuurlijke ecosysteem verstoord. Veel minder planten en dieren kunnen overleven in deze ‘groene woestijnen’. En de natuurlijke toe- en afvoer van water verandert. Op deze industriële plantages wordt bovendien veel gif gebruikt. Dit vervuilt de omgeving. 

Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, moeten grote vervuilers hun uitstoot verminderen in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs. Het compenseren van CO2-uitstoot door bomen te planten of bossen te beschermen pakt de oorzaak van de klimaatcrisis niet aan. Het is een schijnoplossing: een oplossing die mooi klinkt, maar in de praktijk meer kwaad doet dan goed.

4. Geo-engineering

Nu de klimaatnood steeds hoger wordt, hoor je steeds vaker roepen dat we de aarde moeten afkoelen of de opwarming vertragen. Die technieken worden ook wel geo-engineering of klimaat-engineering genoemd en zijn zeer omstreden. Daarom worden dit soort oplossingen ook wel vergeleken met sleutelen aan de aarde.

Veel gehoorde vormen van geo-engineering zijn:

  • Het zonlicht van de aarde weg reflecteren, bijvoorbeeld met grote zonneschilden in de ruimte
  • Microscopisch kleine deeltjes in de lucht te verspreiden om wolken meer zonlicht te laten reflecteren

Afbeelding van een aardbol die halverwege is geopend. We zien machines en iemand die aan die machines sleutelt.

Is geo-engineering een oplossing? Nee. Zelfs als het werkt, is het niet meer dan uitstel. Het verspreiden van kleine deeltjes verhoogt bovendien het risico dat de ozonlaag wordt aangetast. Het lost niets op, want uiteindelijk moeten we nog steeds iets doen aan onze uitstoot. Echte oplossingen zijn er genoeg. We weten wat ze kosten en dat ze werken. Laten we daarin investeren en niet in kostbare luchtfietserij die niets oplost.

5. Blauwe, grijze en paarse waterstof

Op hele zonnige dagen of als het hard waait, hebben we veel stroom over. Daar kunnen we groene waterstof van maken voor als er weinig wind is. Want van waterstof kun je weer stroom maken. Groene waterstof zal vooral gebruikt gaan worden door de industrie, ter vervanging van kolen. Dat is beter voor het klimaat.

Voor onze huizen is groene waterstof geen oplossing. Al is het maar omdat de vraag van de industrie naar verwachting zo groot wordt, dat er niets overblijft. Daar zijn andere en betere oplossingen voor. Denk bijvoorbeeld aan het koppelen van alle Europese elektriciteitsnetten. Deze zogenaamde intelligente netten kunnen zelf vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Een andere oplossing is lucht in lege gasvelden of oude zoutgrotten pompen als er veel wind of zon is. Als er tekort is, maak je stroom door die lucht door een turbine te laten gaan.

Bij het maken van groene waterstof komen geen broeikasgassen vrij. Blauwe, grijze en paarse waterstof zijn de lelijke stiefbroertjes van groene waterstof:

Op dit moment is maar 1% van de geproduceerde waterstof groen, 99% is grijze, blauwe en paarse waterstof.

De industrie wil dat de overheid investeert in blauwe waterstof. Wij zijn niet principieel tegen zolang:

  • dat tijdelijk gebeurt en veilig is;
  • de industrie ondertussen doorgaat met het verduurzamen van zijn productieprocessen;
  • de industrie zelf alle kosten draagt.

Wil je meer weten? Lees hier meer over waterstof.

>Wil jij ook liever echte oplossingen? Kijk hier wat jij kan doen.

8. Hoe geef jij onze aarde door?

Hoe geef jij onze aarde door? Dat is misschien wel de belangrijkste vraag van dit moment. Die vraag stellen wij aan politici en aan de topmensen van grote bedrijven. Maar ook aan jou. Want klimaatverandering vraagt iets van ons allemaal.

Dit is wat jij kan doen

Misschien ben je zelf allang begonnen, in je eigen huis, zoals veel mensen. Of misschien kom je hier inspiratie opdoen. Dat is geweldig, want we hebben iedereen nodig om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Maar je bent ook nodig voor iets waar je misschien niet meteen aan denkt. Heel hard nodig zelfs. Dus lees nog even verder.

Want we hebben haast. We kunnen gevaarlijke klimaatverandering nog voorkomen. Maar dan moet er de komende paar jaar wel veel meer gebeuren. En hoe goed het ook is dat we thuis allemaal ons steentje bijdragen, 1 voor 1 veranderen gaat te langzaam. Die tijd hebben we niet meer. Het moet sneller en dat kan alleen als de overheid en de grote bedrijven ook hun verantwoordelijkheid nemen. Maar uit zichzelf doen ze dat helaas niet. Daarom is jouw hulp ook zo belangrijk. Samen krijgen we ze wel in beweging.

30 bedrijven in Nederland zijn verantwoordelijk voor 40% van onze uitstoot. Als zij meedoen schiet het pas echt op.

Er doen al heel veel mensen mee, dus je staat er niet alleen voor. Dankzij de steun van al die mensen konden we bijvoorbeeld een rechtszaak beginnen tegen 1 van die grote vervuilers, Shell. En we wonnen. Shell moet van de rechter veel meer doen dan ze van plan waren, en sneller. Dat is geweldig, natuurlijk. Dat laat zien wat we samen voor elkaar kunnen krijgen.

Hoe geef jij onze aarde door?

Dit is het moment. Nu moet het gebeuren. Daarom vragen wij: hoe geef jij onze aarde door? Wat doe jij om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen? Met jouw hulp krijgen we ook de andere grote vervuilers en de politiek in beweging. Doe je mee? We zouden het prachtig vinden als je je aansluit bij Milieudefensie:

Foto van een groep jonge mensen. Op de voorgrond een lachende vrouw met een Milieudefensie-jasje aan. Ze wijst naar jou.

Loading...