Fijn dat jij de banken wilt aanspreken op hun rol bij ontbossing. Je kan dat doen door een van de acties uit onze Actiebank uit te voeren. Grote kans dat de banken reageren met een standaard verhaaltje. Hoe reageer je daarop? Wij helpen je op deze pagina graag verder.
Waarschijnlijk komen ze met de volgende antwoorden:
Ons antwoord: De Roundtable for Sustainable Palm Oil (RSPO) is een initiatief met (betalende) leden van binnen en buiten de palmolieketen. Aan lidmaatschap zitten vrijwel geen voorwaarden vast behalve een ‘commitment’ zich te houden aan de RSPO gedragscode. Pas als een bedrijf besluit een deel van haar palmolieactiviteiten te laten certificeren moet het aan bepaalde criteria voldoen. De kans is groot dat voor palmolie van bedrijven die het keurmerk hebben ontvangen regenwoud is gekapt en mensen van hun land zijn verjaagd. Het RSPO-keurmerk kan nog steeds niet garanderen dat alle palmolie die dit keurmerk draagt ook voldoet aan haar duurzaamheidseisen. Al jaren overtreden palmoliebedrijven die lid zijn van de RSPO de regels. Dit wordt meestal niet bestraft. Het Zwartboek Draw the Line bevestigt dat RSPO-gecertificeerde palmolie geen garantie is dat de productie van palmolie echt duurzaam is.
Dit zei Aegon hierover om haar vertrek uit de Palmolie-sector te verklaren: “...de RSPO, de ronde tafel voor duurzame palmolie, het belangrijkste keurmerk, heeft [...] de laatste vijftien jaar te weinig opgeleverd. [...] Wij maken ons zorgen, omdat het keurmerk te weinig oog heeft voor mensenrechtenschendingen en niet streng genoeg is tegen ontbossing."
Ons antwoord: De bank verschuilt zich achter hele ingewikkelde financiële structuren waardoor ze niet schuldig zouden zijn als het mis gaat. De bank schuift zo haar verantwoordelijkheid af. De banken horen te weten in welke typen bedrijven ze hun geld steken en hoe de bedrijfsstructuren eruit zien. ABN AMRO, ING en Rabobank zijn betrokken bij de palmoliesector, een sector die bekend staat om ingewikkelde bedrijfsstructuren. Ze financieren deze sector al een hele lange tijd, en niet alleen indirect. Samengevat: De palmoliesector is een sector met grote structurele problemen van landroof en ontbossing. De banken kunnen niet garanderen dat deze typen misstanden niet voorkomen in de bedrijfsstructuren van de bedrijven die zij financieren. Dat toont ons Zwartboek glashelder aan.
Ons antwoord: Milieudefensie staat zeker niet alleen in haar opvattingen. Veel andere organisaties als Greenpeace, Oxfam Solidarité, FIAN en Global Witness roepen banken ook al jaren op zich terug te trekken uit foute bedrijven. Daarnaast staan de 75 organisaties van het Friends of the Earth netwerk achter ons. Hieronder zijn organisaties die actief zijn in de landen waar de problemen met palmolie het grootst zijn. Zij werken elke dag met slachtoffers van de palmolie-industrie. Meer en meer financiële instellingen en bedrijven die niet betrokken willen zijn bij mensenrechten schendingen en ontbossing trekken zich terug uit palmolie. Onlangs nog maakte het Nederlandse Aegon bekend de palmoliesector gedag te zeggen. Eerder beëindigde ABP haar investeringen in een omstreden palmoliebedrijf. Maar ook het Noorse pensioenfonds en supermarkten willen geen controversiële palmolie meer.
Ons antwoord: Er zijn alternatieven voor palmolie die in Nederland of Europa verbouwd kunnen worden. Denk aan olijfolie of raapzaadolie. Palmolie wordt nu veelvuldig gebruikt omdat het een goedkope grondstof is die snel groeit. Zo goedkoop is het eigenlijk niet als je de kosten voor de schade meeneemt. Efficiënte grondstof of niet: Het is nooit oké om dat te produceren over de ruggen van mensen aan de andere kant van de wereld. Of ten koste van het regenwoud. Palmolie is niet het probleem, maar het probleem is de industriële (grootschalige) productie ervan. Waarvoor alles moet wijken.
Dit zei Aegon hierover: "Palmolie is goedkoper en kost minder landbouwgrond. Maar daar staan grote problemen tegenover. [...] Je kunt er ook anders naar kijken. Een deel van de gebruikte palmolie kan vervangen worden. Dertig jaar geleden gebruikten we veel lijnzaadolie in Nederland. Dat is soms een goed substituut. Waarom verbouwen we het niet dicht bij huis?"
Ons antwoord: Palmolie is niet onmisbaar, het is slechts goedkoop. Een bank met een echte duurzame agenda zou ervoor kiezen om te investeren in duurzame alternatieven. Zo kan palmolie in producten zo snel mogelijk vervangen worden of zelfs weggelaten. Dat betekent dat we ons eten anders moeten produceren: dichtbij en eerlijk. We kunnen hier een begin mee maken door:
Ons antwoord: We kunnen blijven praten met elkaar. Maar in de tussentijd worden er nog elke dag bossen gekapt en mensen en dieren van hun grond verjaagd. Milieuorganisaties (waaronder Milieudefensie) zijn al sinds 2001 in gesprek met ABN AMRO, ING en Rabobank om dit soort misstanden te voorkomen. Steeds antwoordt de bank dat ze liever in gesprek gaan met palmoliebedrijven. Maar dat heeft na al die jaren vrijwel niets opgeleverd. Daarom: Stop met praten, zeg gedag tegen de palmoliesector!