Romeo uit Jacksonville in Liberia is boos. Zijn land is weg. Zijn heilige plekken zijn weg. Zijn inkomen is weg. Hoe moet het nu verder? Romeo weet het niet; hij ziet de toekomst somber in.
"Toen ze mijn land kwamen bewerken, werd mij niks gevraagd. Ik vroeg ze wie dit land aan hen had gegeven. Ze zeiden dat het land van de overheid was en we gedwongen moesten vertrekken. Onze heilige plaatsen zijn verstoord en alles is vernietigd."
- Romeo M. Chea uit Jacksonville, Sinoe
Naast Romeo zijn vele anderen hun land kwijt. Mensen die in de weg staan van palmoliebedrijven worden door politie en militairen gedwongen hun land weg te geven. Ze krijgen er vaak niets voor terug. Lokale leiders die zich verzetten, verdwijnen in de gevangenis.
Het palmoliebedrijf Golden Veroleum Liberia (GVL) is verantwoordelijk voor veel van dit soort landroof in de Liberiaanse provincies Sinoe en Grand Kru. Ook in het dorp van Ricky uit Nimupoh ging het er ruw aan toe. Bewoners zeggen te zijn gedwongen om een contract te tekenen waarmee ze afstand deden van hun land. Bij protesten werden 37 mensen gearresteerd. We horen dat 16 mensen een jaar lang werden opgesloten zonder verhoor. GVL beloofde werkgelegenheid voor de bevolking, maar ook daarvan komt in de praktijk vrijwel niets terecht.
Mag dit zomaar? Nee, onder dwang inpikken van land van bewoners mag natuurlijk niet. Het is in strijd met tal van internationale afspraken. Daarom is het ook zo raar dat de Rabobank en ABN AMRO nog steeds leningen verstrekken aan onderdelen van palmoliegigant Golden Agri-Resources (GAR), de enige investeerder in GVL. Want het beleid van deze banken stelt dat palmoliebedrijven bewoners op een eerlijke manier om toestemming moeten vragen om hun land te mogen gebruiken.
Ook het contract dat GVL met de regering van Liberia heeft afgesloten, breekt meerdere regels. Het contract werd onrechtmatig afgesloten, zonder het (juridisch verplichte) open biedingsproces in acht te nemen. De concessie is voor 65 jaar, terwijl de regels een maximum van 50 jaar stellen. Het contract geeft stabiliteit in inkomstenbelastingen voor 40 jaar, terwijl maar 15 jaar is toegestaan. GVL is ook nog eens vrijgesteld van belastingbetaling voor 65 jaar.
De internationale Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) heeft al een rapport met klachten over het bedrijf. Op basis hiervan heeft de RSPO GVL opgedragen te stoppen met het kappen en ruimen van land en het ontwikkelen van nieuwe plantages in Butaw. Maar GVL vecht de uitspraak van de RSPO aan en gaat ondertussen gewoon verder met het aanleggen van nieuwe plantages.
GVL kapt op grote schaal zeldzaam regenwoud in Liberia. Al duizenden hectare regenwoud zijn vernietigd in de provincies Sinoe en Grand Kru - één van de meest bedreigde ecosystemen ter wereld. Als ze doorgaan, zal binnenkort een gebied zo groot als de provincie Overijssel veranderen in één grote palmolieplantage; grond die al decennia door de lokale bevolking gebruikt wordt als bron van voedsel en water. GVL heeft daarnaast grote schade aangebracht aan rivieren en moerassen, waardoor het moeilijk is om schoon drinkwater te vinden. Ook zijn de vissen, een belangrijke bron van voedsel, langzaam maar zeker verdwenen. De schade aan het regenwoud is onvoorstelbaar groot.
Het Aziatische palmoliebedrijf GAR gebruikt GVL om haar imperium uit te breiden naar Afrika. GVL is eigendom van Verdant Fund, gevestigd op de Kaaimaneilanden. GAR is daarvan de enige investeerder.
De Rabobank en ABN AMRO hebben een lange geschiedenis met palmoliebedrijf GAR en verstrekten de afgelopen jaren meerdere kredieten aan dochterondernemingen van GAR. In 2012 leende de Rabobank 80,4 miljoen euro uit en in 2015 werd met zes andere banken nogmaals 134,7 miljoen euro uitgeleend aan een dochteronderneming van GAR. En alsof dat nog niet genoeg was, gaf de Rabobank in 2016 nogmaals drie verschillende leningen aan dochterondernemingen van GAR.
De ABN AMRO gaf in 2017 twee kredieten aan een dochteronderneming van GAR voor een totaalbedrag van 73,5 miljoen euro. Het jaar daarop, in 2018, verstrekte ABN AMRO samen met andere banken nogmaals twee vormen van krediet aan een bedrijf verbonden aan GAR, beiden ter waarde van maar liefst 192, 7 miljoen euro.