Op 13 december 2007 behandelde de Tweede Kamer het burgerinitiatief ‘Stop fout vlees’. 106.975 mensen steunden het initiatief van Milieudefensie en onze jongerenorganisatie JMA. We vroegen de Tweede Kamer te kiezen voor een veehouderij zonder dierenleed en zonder milieuschade. Een veehouderij die geen veevoer-soja uit Zuid-Amerika gebruikt, omdat dit ten koste gaat van mensen en het milieu.
Wie meer dan 40.000 steunverklaringen voor een plan verzamelt, kan zijn onderwerp in Den Haag op de agenda krijgen. Dan moet het wel aan strenge eisen voldoen. Ons initiatief was het allereerste waarbij dit ook echt lukte. Een plan van Clean Air Nederland haalde het in 2006 niet, omdat de Tweede Kamer al eerder over rookvrije horeca vergaderd had.
Milieudefensie besloot tot het burgerinitiatief, omdat we merkten dat de problemen die de bio-industrie veroorzaakt door steeds meer mensen werden afgekeurd. Driekwart van de Nederlanders wilde op dat moment al dat de bio-industrie dier- en milieuvriendelijker zou worden. Dat bleek uit onderzoek van TNS/Nipo.
En het zijn niet alleen kiezers van groene partijen die dit vinden. De weerzin tegen de bio-industrie loopt dwars door de aanhang van alle politieke partijen heen. Ook de aanhang van CDA en VVD is in meerderheid voor actie. Maar in de Tweede Kamer maken deze partijen nog hele andere keuzes. Campagneleider Wouter van Eck verwoordde het zo: “Een meerderheid van de burgers is allang toe aan hervorming en op termijn het afschaffen van de bio-industrie. Nu de politiek nog.”
Door vrijwilligers te schminken en kleden als Miss Piggy uit Sesamstraat kreeg onze campagne een opvallende mascotte. Overal waar de campagne steunverklaringen wierf, doken onze Miss Piggies op. Het is de vrolijke noot bij een serieus onderwerp. Ook bij het aanbieden en de behandeling van het burgerinitiatief waren onze Miss Piggies van de partij.
Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie kreeg de eer het debat in de Tweede Kamer te openen. Hij zei onder meer: “Ons burgerinitiatief heeft de titel ‘Stop fout vlees’. Daar hebben wij misschien wel een beetje spijt van, want wij hebben veel discussie losgemaakt. Misschien hadden wij het moeten noemen ‘Hup goed vlees’. Wij willen dat de veehouderij in Nederland met respect voor dieren en zorg voor het milieu kan functioneren en met een eerlijke prijs voor boeren in Noord en Zuid. Die belangen willen wij gecombineerd zien. Daarvoor zult u als politici zich moeten inspannen.”
Na het debat, bleek er geen meerderheid voor ons voorstel. Dat was niet onverwacht. CDA, VVD, CU, SGP en PVV stemden tegen, ook al willen hun kiezers iets anders. PvdA en SP steunden een deel van de voorstellen, maar voelden niet voor een heffing op vlees. De politiek was in 2007 nog niet toe aan verandering.
In een terugblik zei Wouter van Eck: “Kamerleden discussiëren toch in de eerste plaats vanuit hun partijpolitieke stellingname. Er wordt niet echt op een open manier gekeken naar de veehouderij. Wij vertegenwoordigen het ongeduld, het onbehagen in de samenleving. Je verzamelt niet zomaar in 3 maanden tijd 107.000 handtekeningen. Mensen willen verandering zien, liefst nog vóór de kerst. En zo werkt de politieke machinerie niet. Ik denk wel dat Kamerleden eerlijk zijn, maar ze worstelen met hun eigen onmacht.”
De tijd dat boeren en de milieubeweging lijnrecht tegenover elkaar stonden is voorbij. Heel veel gewone boeren maken zich ook zorgen over de steeds grotere stallen die van het boerenbedrijf een industrie maken. Boeren en milieubeweging trekken steeds vaker samen op. Niet in de laatste plaats op initiatief van Milieudefensie. Op dit moment brengt Milieudefensie boeren en burgers bijvoorbeeld bij elkaar met de campagne Van erf tot erf.
Het gaat nu maar om 1 ding: het oplossen van de coronacrisis. Samen kunnen we deze crisis aan. Toch is het verstandig om ook alvast vooruit te kijken: naar de economische crisis en de klimaatcrisis. Want hoe willen we verder? Door nu naar de toekomst te kijken, komen we hier samen beter uit.