Op 11 november begint de klimaattop in Azerbeidzjan. Ook wij zijn erbij. Om de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs te halen, zijn strenge regels nodig en duidelijke klimaatplannen. Lees wat wij op deze klimaattop willen bereiken.
Elk jaar organiseren de Verenigde Naties een klimaattop. Daar komen bijna alle landen samen om afspraken te maken over het stoppen van gevaarlijke klimaatverandering. Zo werd in 2015 op de klimaattop van Parijs afgesproken dat landen veel minder moeten uitstoten om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken. Die afspraak staat bekend als het klimaatakkoord van Parijs. Op de klimaattop van vorig jaar spraken landen af om het gebruik van olie, kolen en gas af te bouwen. Dit moeten landen nu gaan waarmaken. En daar gaan ze het deze klimaattop over hebben.
De klimaattop wordt dit jaar gehouden in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan. De conferentie begint op maandag 11 november en duurt tot en met vrijdag 22 november.
Landen hebben afgesproken om gevaarlijke klimaatverandering te stoppen. Nu is het tijd om de plannen die vorig jaar gemaakt werden om te zetten in concrete actie. Niet alleen voor overheden, maar ook voor grote vervuilende bedrijven. Duidelijke afspraken moeten ervoor zorgen dat ook zij de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs halen.
Een nieuwe Europese wet verplicht bedrijven hun uitstoot sterk te verminderen. Het is dus hard nodig dat bedrijven zich net als iedereen aan de klimaatafspraken houden. Wij willen dat er ook wereldwijd regels komen voor bedrijven, zodat zij klimaatverandering niet kunnen negeren.
Alleen zo houden we de doelstelling van maximaal 1,5 graad opwarming binnen bereik.
We kunnen gevaarlijke klimaatverandering alleen stoppen door veel minder broeikasgassen uit te stoten. Het is belangrijk dat landen ambitieuzere doelen en plannen opstellen en deze direct uitvoeren. Dit vraagt om duidelijke regels voor bedrijven, vastgelegd in de klimaatplannen van elk land.
Veel grote vervuilende bedrijven krijgen nog steeds financiële steun voor het gebruik van olie, gas en kolen. Terwijl er jaren geleden al is afgesproken hiermee te stoppen. Dit kan anders. Grote vervuilers kunnen juist bijdragen aan een rechtvaardige overgang naar een beter klimaat door te betalen voor hun uitstoot. Dit kan door fossiele subsidies af te bouwen en bedrijven belastingen en heffingen op deze brandstoffen te laten betalen. Zo draagt de vervuiler bij, en komt er geld beschikbaar voor een rechtvaardige klimaattransitie.
Om de overstap naar duurzame energie voor iedereen mogelijk te maken, is geld nodig. Vooral in het mondiale Zuiden, waar landen nu al hard geraakt worden door klimaatverandering. Wij willen dat rijke landen hun beloftes nakomen en meer bijdragen aan de financiering van de klimaataanpak in landen die daar nu nog te weinig middelen voor hebben.
Veel bedrijven kopen CO2-kredieten om hun uitstoot te compenseren. Dat zijn papieren waarmee grote vervuilers willen aantonen dat ze de CO2 die ze uitstoten ergens anders in de wereld compenseren. Door bijvoorbeeld te betalen voor bomen die ergens anders worden geplant. Maar dit is geen echte oplossing waar het klimaat iets aan heeft. Daarnaast zorgen deze projecten vaak voor schade aan de natuur en respecteren ze de mensenrechten niet. We noemen ze daarom schijnoplossingen. Bedrijven kunnen hun geld beter steken in oplossingen die hun eigen uitstoot verminderen.
Meer lezen over onze doelen in Azerbeidzjan? Lees hier het document met al onze standpunten tijdens de klimaattop.
Wil jij ook dat bedrijven zich aan het klimaatakkoord van Parijs gaan houden? Stuur dan een kaartje naar de CEO's van grote vervuilers en roep ze op om nú te vergroenen. We kunnen niet wachten.
Foto bovenaan: 'Maak een vuiste tegen grote vervuilers' staat op een opblaasbare Milieudefensie-vuist tijdens de Klimaatmars op de Zuidas. © Marieke Wijntjes
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?
