Niemand zit te wachten op uitgeklede boeren, zijzelf ook niet

De melkplas is terug van weggeweest. Met akelige gevolgen voor boer, koe, natuur en landschap. Terwijl dat met een iets hogere melkprijs helemaal niet nodig is.

Door Michiel Bussink, Eesveen

Sinds 2011 is het aantal melkkoeien met meer dan een kwart miljoen gegroeid. Maar we zien volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek juist steeds mínder koeien in de wei grazen. Rara, hoe kan dat? Het simpele antwoord: die extra koeien staan allemaal op stal, en niet buiten. Méér koeien met steeds minder boeren. Die zullen wel lekker verdienen, als ze per boerderij meer melk kunnen leveren, zul je misschien denken. Dat is dus niet zo. De prijs die boeren voor hun melk kregen, was de afgelopen jaren namelijk heel laag. Zelfs zo laag dat veel boeren hun melk onder de kostprijs aan de zuivelfabrieken moesten verkopen. Waardoor veel boeren in financiële moeilijkheden kwamen.

Hoewel de inkoopprijzen laag waren, daalden de prijzen voor de consument niet of nauwelijks. Kassa vooral voor de supermarkten. Het zou daarentegen heel wat voordelen opleveren als de melkveehouders wél een eerlijke prijs zouden krijgen. Het maakt het voor de boeren bijvoorbeeld makkelijker koeien in de wei te laten grazen, ze duurzaam te voeren, rekening te houden met weidevogels en minder koeien te houden.

Melkquotum

In de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw was het landbouwbeleid van de EU – gericht op ‘nooit meer honger’ – zo succesvol dat er boterbergen en melkplassen ontstonden. Om die zuiveloverschotten in te dammen werd in 1984 het melkquotum bedacht. Elke lidstaat mocht een maximale hoeveelheid melk produceren. Sinds 1 april 2015 is dat quotum afgeschaft. De EU wilde de Europese melkprijs richting die van de wereldmarkt krijgen om zo de zuivelindustrie van goedkope melk te voorzien. Die industrie verlekkerde zich bij voorbaat over ‘de melktsunami die Nederland in 2015 gaat overspoelen’. Maar milieu-, natuur- en kritische boerenorganisaties voorspelden dat die tsunami vooral negatieve gevolgen zou hebben, zoals meer overbemesting, megastallen en te lage melkprijzen.

Helaas kregen ze gelijk. ‘Sinds de melkquotering is afgeschaft, is de gangbare melkveehouderij overgeleverd aan de grillen van de wereldmarkt en dat liegt er niet om’, vertelt Kors Den Hartog, biologisch melkveehouder in Eesveen (Overijssel). Afschaffing van het melkquotum betekende meer koeien, meer melk en dalende prijzen. Tot onder de kostprijs voor boeren. Dat betekent dat de bedrijfskosten voor de boer (land, voer, machines etc.) hoger liggen dan dat de melkfabriek per liter melk uitbetaalt. En die kosten zijn voor de boer de afgelopen jaren juist gestegen. Nederland heeft bijvoorbeeld de duurste landbouwgrond in Europa. Het groeiende aantal koeien leidde tot meer vraag naar grond, zodat de prijs daarvan óók omhoog ging. Meer koeien betekende extra grote stallen en extra melkmachines. Mede aangeschaft onder druk van banken, zoals de Rabobank, die de agrariërs voorhielden dat alleen met verdere schaalvergroting hun bedrijf toekomst zou hebben. Wel met torenhoge lasten als gevolg, die met de lage melkprijs niet kunnen worden opgebracht en tot financiële nood onder veel boeren heeft geleid.

Duurzaam en diervriendelijk

De Dutch Dairymen Board is een organisatie van melkveehouders die zich inzet voor eerlijke prijzen. ‘Samen met onze Europese zusterorganisaties laten we een wetenschappelijk bureau uitrekenen wat een eerlijke prijs voor de melk is voor de verschillende EU-landen’, vertelt Sieta van Keimpema, voorzitter van de DDB en zelf ook melkveehoudster. Voor Nederland komt die uit op € 0,45 per liter melk, terwijl de afgelopen jaren de prijs rond de € 0,30 lag. De kostprijs lag gemiddeld – het verschilt nogal per bedrijf – op € 0,36. ‘In onze berekeningen zit ook een reële vergoeding voor de arbeid van de boer. De overheid is daar niet in geïnteresseerd. Die gaat ervan uit dat in slechte tijden de boer maar van het inkomen van zijn vrouw moet leven, die een baan buitenshuis heeft.’

Een 'eerlijke prijs' wil ook zeggen dat de agrariër er duurzaam en diervriendelijk mee kan boeren. Dus koeien in de wei, geen overbemesting, ruimte voor weidevogels en veevoer uit de regio. Van Keimpema legt uit waarom zulke zaken de boer geld kosten: ‘Als je koeien in de wei hebt lopen, is het meer werk om ze twee keer per dag uit de wei te halen om ze in de stal te gaan melken. Als je het gras later maait om weidevogels te beschermen, heb je dus minder gras voor de koeien en moet je meer voer aankopen. Als je koeien in de wei hebt lopen, vertrappen ze een deel van het gras. Het is dus efficiënter om al het gras te maaien, de koeien op stal te houden en ze daar te voeren.’

Richtprijs

Desondanks lopen op haar eigen bedrijf de koeien wel een groot deel van het jaar buiten. Van Keimpema vertelt dat tot eind jaren tachtig de EU-lidstaten de zuivelindustrie een richtprijs voorschreven voor de aan de boeren uit te betalen prijs. Gebaseerd op de kosten die boeren moesten maken. De overheid zou opnieuw zo’n richtprijs moeten invoeren, vindt ze. Ook haar collega-boeren zien dat zitten. Zo’n tweederde van de melkveehouders wil graag duurzamer produceren als daar een garantieprijs (van minimaal € 0,40) tegenover staat. Dat blijkt uit een enquête onder boeren in opdracht van onder andere Netwerk Grondig en Milieudefensie.

In de biologische landbouw zijn de problemen de afgelopen jaren veel minder groot, omdat de prijzen daar veel minder zijn gezakt. ‘De biologische markt is een Europese markt die door de verwerkers van biologische zuivel wordt beschermd’, legt Kors den Hartog uit. Aangetrokken door de veel betere prijs voor biologische melk willen veel gangbare boeren graag omschakelen naar biologisch. Maar de zuivelverwerkers letten erop dat het aanbod van biologische melk niet groter wordt dan de vraag, om te voorkomen dat de biologische melkprijs te veel zakt, zoals bij de gangbare prijs is gebeurd.    

Den Hartog vertelt over zijn biologische melkveehouderij: ‘Wij werken met de biologische normen en hebben een bedrijfskringloop die bijna gesloten is. De koeien lopen buiten en we vragen niet het uiterste van hen. De prijs voor biologische melk is daardoor hoger, maar wel eerlijker.’

Update: onze campagne voor eerlijke melk is eind februari 2018 afgerond. We hebben maar liefst 55.000 handtekeningen verzameld!

Word mede-eiser in onze nieuwe Klimaatzaak tegen ING

Wij klagen ING aan in een baanbrekende nieuwe Klimaatzaak. Nooit eerder werd een bank in Nederland aangeklaagd omdat zijn klimaatbeleid tekortschiet. En jij kan meedoen. Sluit je aan bij deze nieuwe rechtszaak en word mede-eiser.

Loading...