Werkgeversorganisatie VNO-NCW pleit ervoor om de nationale CO2-heffing voor de industrie in de ijskast te zetten, nu de Europese Commissie met het voorstel komt om de klimaatambitie in de EU op te schroeven naar 55 procent minder broeikasgassen in 2030.
Nu de Tweede Kamer binnenkort de CO2-heffing behandelt, beweert VNO-NCW dat deze heffing overbodig zou zijn nu Nederland door Europa wordt ingehaald. Helaas is dat een sprookje. Een nationale heffing blijft nodig om de Nederlandse industrie te stimuleren de uitstoot omlaag te brengen en het nationale klimaatdoel te halen. Bovendien kunnen we met een nationale heffing een einde maken aan de oneerlijke belasting van het midden- en kleinbedrijf.
Laten we beginnen met een winstpunt: De nationale CO2-heffing heeft zijn uitwerking al. De Nederlandse industrie steunt ineens de nieuwe ambitie van het Europese klimaatdoel van 55 procent reductie in 2030. Ook al lijkt dit ingegeven omdat dit leidt tot uitstel of afstel van een nationale heffing voor de industrie, de Europese Commissie kan deze steun in de rug goed gebruiken. Het is namelijk nog allerminst zeker of de ambitie van 55 procent daadwerkelijk wordt omgezet in een concreet beleidsdoel. De weerstand bij veel lidstaten is groot. En Nederland, dat zelf ook lobbyde voor die 55 procent, wil het alleen maar invoeren als álle lidstaten meedoen.
Maar stel nu dat de EU het nieuwe klimaatdoel vaststelt van 55 procent minder CO2-uitstoot in 2030. Wordt een nationale heffing dan overbodig? Allerminst.
De Europese Commissie zal dan het Europese emissiehandelssysteem ETS aanscherpen, en heeft becijferd dat de prijs voor de uitstoot van CO2 dan op kan lopen tot 65 euro per ton. Maar dat is veel te laag, om het klimaatdoel voor de industrie uit het Nederlandse klimaatakkoord te halen. Dat zit zo: Sinds de start van het ETS in 2005 komt de daling van de CO2-uitstoot vrijwel volledig op het conto van de elektriciteitssector. Die daling werd vooral bereikt door subsidies voor hernieuwbare energie en hogere normen voor energiebesparing. In de industrie heeft het ETS tot nu toe weinig CO2-reductie uitgelokt, omdat de industrie ‘gratis’ rechten krijgt.
In het Nederlandse klimaatakkoord staat dat de industrie in 2030 59 procent minder CO2 moet uitstoten ten opzichte van 1990. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving is een CO2-prijs van 125 – 150 euro per ton nodig om de industrie te motiveren de uitstoot daadwerkelijk te verminderen. In het wetsvoorstel voor de CO2-heffing is dan ook 125 euro per ton in 2030 vastgelegd. Met andere woorden: Als we de nationale CO2-heffing zouden schrappen zouden we met een aangescherpt ETS bij lange na niet ons huidige nationale klimaatdoel halen.
Het is dus alsof VNO-NCW de hoofdmeester vraagt om strenger beleid, wetende dat de eigen leerkracht veel strenger zou oordelen en de straffen daadwerkelijk zou uitvoeren.
In de plannen van het kabinet zijn de nationale heffing en het Europese ETS communicerende vaten. Gaat de ETS-prijs omhoog, dan wordt de nationale CO2-heffing automatisch lager, waardoor de kosten voor de industrie dus gelijk blijven ook als de ETS-prijs stijgt. Zo bezien is er voor VNO-NCW helemaal geen reden om tegen het huidige wetsvoorstel voor een CO2-heffing te zijn. Het lijkt erop dat de branchevereniging zich vooral verzet uit angst voor een klimaatbeleid dat daadwerkelijk stuurt op ‘de vervuiler betaalt’. VNO-NCW wil geen precedent scheppen voor zulk beleid, want tot nog toe is de zware industrie grotendeels vrijgesteld geweest van energiebelastingen. De grootste uitstoter, Tata Steel IJmuiden, betaalt zelfs helemaal niets.
Het voorstel van het kabinet is een stap vooruit, maar echt eerlijk is het nog niet, omdat de industrie nog steeds grotendeels wordt vrijgesteld van de CO2-heffing. De heffing geldt alleen over het bovenste stukje van de uitstoot dat naar beneden moet. Tegelijkertijd worden de subsidies waarmee de zware industrie de uitstoot omlaag kan brengen grotendeels gefinancierd door het midden- en kleinbedrijf, via de verhoogde Opslag Duurzame Energie (ODE). Dat is onrechtvaardig. Het kan heel eenvoudig een stuk eerlijker: gratis rechten afschaffen en in plaats daarvan een platte heffing per ton CO2 invoeren. Het geld dat de overheid zo ophaalt, moet dan naar de subsidiepot voor verduurzaming van de industrie. Dat kan al vanaf 9 euro in 2021, oplopend naar 17 euro in 2030. Zonder extra banenverlies, zo becijferde CE Delft. De extra ODE voor het mkb kan dan van tafel.
Donald Pols, directeur Milieudefensie
Willem Wiskerke, senior inhoudelijk medewerker Milieudefensie
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?