Minister Eric Wiebes beloofde vorig jaar dat de grote vervuilende industrie meer zou meebetalen aan zijn eigen vergroening. Wel zo eerlijk, vond hij net als wij. Maar nu blijkt dat de grootste vervuilers nauwelijks meebetalen. Hoe zit dat precies?
We wilden erachter komen of Wiebes zich aan zijn belofte houdt. In hoeverre de grootste vervuilende bedrijven in Nederland nu werkelijk hun eigen vergroening betalen. Daarom dienden we een Wob-verzoek in (Wet openbaarheid van bestuur). Met een Wob-verzoek vraag je de overheid om bepaalde beleidsstukken openbaar te maken. Hierdoor hebben we informatie gekregen over hoeveel elke industriële sector meebetaalt aan de vergroening van de zware industrie.
Lees alle achterliggende informatie over de Wob in deze notitie en in het persbericht.
Wat blijkt? Kleinere bedrijven dragen veel meer bij dan de grootste vervuilers. Het komt erop neer dat hoe meer CO2 je uitstoot, hoe minder je betaalt voor de verduurzaming van die uitstoot. Vooral de minder vervuilende industrie, zoals fietsfabrikanten en koekjesfabrieken, betalen dus voor de vergroening van grote oliereuzen, zoals Shell, en chemiegiganten, zoals AkzoNobel. Dat is natuurlijk oneerlijk. Bovendien schiet het zo niet op; we willen juist dat grote vervuilers beter voor onze aarde zorgen.
Deze grafiek toont aan dat de meest vervuilende sectoren naar verhouding het minst hoeven te betalen per ton broeikasgassen (zoals CO2) die ze uitstoten. Ter vergelijking laten we ook zien wat huishoudens, landbouwbedrijven, dienstverleners en de publieke sector betalen per ton uitstoot om te verduurzamen. Veel meer dan de grote vervuilers. Dat is de wereld op z‘n kop.
De subsidie voor de industrie om te verduurzamen loopt in 2030 op tot 550 miljoen euro per jaar. De zware industrie, waaronder Shell, betaalt hier slechts 20% aan mee. Terwijl deze wel maar liefst 68% van de industriële uitstoot veroorzaakt. In 2018 ging het om bijna 39 miljoen ton broeikasgassen. De verhouding tussen uitstoot en subsidie is dus scheef. De zware industrie moet meer gaan betalen vinden wij.
Absurd feit: Tata Steel, veruit de allergrootste vervuiler, draagt helemaal niets bij aan zijn eigen verduurzaming. Nul euro dus. Want staalproductie is volledig vrijgesteld van alle energiebelastingen. Dit vinden wij zeer verontrustend.
In het Klimaatakkoord heeft Nederland afgesproken dat de industrie de uitstoot van broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990 met 59% heeft teruggebracht. Om dat te kunnen bereiken, pleiten wij voor invoering van een eerlijke en effectieve CO2-heffing. Een heffing waarbij aan iedere ton CO2 een prijskaartje komt te hangen. Zonder vrijstellingen op of gunstig tarief voor de energiebelasting voor grote vervuilers. Zoals nu het geval is.
We kunnen de klimaatcrisis alleen stoppen als we het met z’n allen doen. De meeste mensen en ondernemers willen wel, maar de industrie doet niet mee en de regering houdt hen de hand boven het hoofd. Dit kan en moet anders.
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?