ING kiest ervoor om palmoliebedrijven te blijven financieren die mensenrechtenschendingen en ontbossing veroorzaken. Getroffen bewoners in Liberia, Indonesië, Kameroen en Sierra Leone blijven met lege handen achter.
In 2019 diende Milieudefensie, samen met zusterorganisaties WALHI en SDI, een klacht tegen de ING Group in. Dit gebeurde bij het Nederlandse Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. De klacht gaat over het financieren door ING van drie palmoliebedrijven: Noble Group, Bolloré Group/Socfin en Wilmar International. Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor grootschalige verwoesting van tropisch regenwoud (Noble), landroof (Bolloré) en kinderarbeid (Wilmar).
Onder begeleiding van het Nederlandse contactpunt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen zochten wij samen met de ING jarenlang naar oplossingen. Maar ING kiest er nu voor om dit proces stop te zetten. De bank loopt weg voor haar verantwoordelijkheid en laat bewoners die dagelijks de gevolgen dragen, met lege handen achter. Terwijl de misstanden werden erkend en niet ter discussie stonden tijdens de procedure.
Wouter Kolk: “Het eenzijdige vertrek bij ING is schandalig. De bank stapt gewoon terug en verlaat de bemiddeling, zonder gevolgen. Dit betekent dat ING blijft profiteren van de ontbossing, kinderarbeid en mensenrechtenschendingen van haar klanten. Dit toont de dringende noodzaak aan van bindende wetgeving van de financiële sector. Al helemaal omdat ING al tientallen jaren deze controversiële palmoliebedrijven financiert.”
De door ING gefinancierde palmoliebedrijven zijn vaak RSPO-leden of RSPO-gecertificeerd. Ze veroorzaken echter nog steeds ernstige sociale en ecologische schade.
James Otto van SDI - “We roepen nu het Nederlandse NCP voor de OESO-richtlijnen op om voor gerechtigheid en genoegdoening te zorgen. Stel alles in het werk om de rechten van mensen te beschermen en verdere bosvernietiging door oliepalmbedrijven te voorkomen. We blijven samenwerken met lokale gemeenschappen om andere manieren te vinden om de ING-bank en andere financiers ter verantwoording te roepen. Ze kunnen weglopen van de tafel, maar niet van de verantwoordelijkheid voor het wangedrag van hun klanten.”
Foto: Saturday in zijn huis in Gbolobo. Het deel van zijn dorp dat aan de andere kant van de weg lag, is in beslag genomen door Wilmar. Zijn dorp wordt omringd door de Wilmar plantage. Hij blijft strijden voor compensatie, maar ziet ook de jeugd uit zijn dorp vertrekken omdat er geen toekomst meer is. Er is geen plaats meer om voedsel te verbouwen, geen bos meer om in te jagen. Fotograaf: Martin Waalboer.
Uli Arta Siagian, forest campaigner bij WALHI - "De plantages in Indonesië, of ze nu gecertificeerd zijn of niet, leiden tot ontbossing, turf- en bosbranden, enorme CO2-uitstoot en daarmee samenhangende gevolgen voor de gezondheid, het water en het klimaat. De bedrijven houden zich structureel bezig met kinderarbeid en landroof. Er zijn gevallen van aanranding van vrouwelijke werknemers. Dit toont duidelijk aan dat de financiële sector niet kan vertrouwen op vrijwillige certificeringsregelingen om hun klanten te beoordelen."
Dit is weer een hartverscheurend voorbeeld dat onderlinge afspraken tussen bedrijven te slap zijn en vrijwel niets veranderen. Het is hoog tijd voor een klimaatplicht voor grote vervuilers, zoals de ING, die hen verplicht de klimaatcrisis aan te pakken en mensenrechten te beschermen.
De OESO-klacht werd gesteund door verschillende internationale organisaties, waaronder ReAct Transnational, FIAN Belgium, HEKS, FERN en CNCD-11.11.11.
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?