Milieudefensie voert sinds de jaren 90 samen met bondgenoten campagne om de handel in illegaal gekapt hout te stoppen. Nu zien we eindelijk resultaat: de rechtbank veroordeelde in december houtbedrijven die de Europese Houtverordening overtraden. Dit geeft een belangrijk signaal af aan andere rotte appels in de houtindustrie.
Met een grote groep maatschappelijke organisaties in Europa begint Milieudefensie 20 jaar geleden actie te voeren voor een wet die de handel in illegaal hout beteugelt. Er zijn allerlei soorten illegaal hout, zoals hout gekapt in beschermde natuurgebieden en massale illegale ontbossing. Daarnaast is er conflicthout waar bloed aan kleeft omdat het uit gebieden komt met gewapende strijd en onderdrukking van de overheid. Of waar schendingen van mensenrechten en corruptie mee gepaard gaan. Al deze vormen van illegaal hout zijn helaas nog steeds niet helemaal de wereld uit.
Begin deze eeuw doet Milieudefensie met Friends of the Earth-partners in Kameroen en Indonesië onderzoek in de tropische bossen en volgt de houtstromen naar de Europese markt. We tonen aan dat ook Nederlandse houtimporteurs, tuinmeubelbedrijven en deurenbedrijven betrokken zijn. Met andere Europese organisaties strijden we jarenlang voor wetgeving. We planten ‘illegaal’ bomen, doen aangifte van handel in illegaal hout, lopen in Brussel de fout hout-fanfare, blokkeren houthandels, verzamelen duizenden handtekeningen en zetten onderzoek en lobby in om beleidsmakers te overtuigen. De acties werpen hun vruchten af: in 2010 is er de Europese Houtverordening.
De wetgeving treedt in 2013 in werking in de hele EU. Om te testen of de wet tanden heeft, dienen collega-organisaties (met succes) klachten over bedrijven die de regels overtreden in bij de handhavende instanties. In Nederland is dat voedsel- en warenautoriteit NVWA. Ondertussen publiceert milieu-organisatie Environmental Investigation Agency rapporten over de voortgaande massale kap en handel in Birmees teak. Dat is fout hout uit Myanmar. En een groep experts van de Europese Commissie stelt in 2017 en 2020 dat het niet mogelijk is voor hout-inkopers om illegaal hout uit Myanmar te vermijden. Dit is naast het werk van de NVWA en het Openbaar Ministerie (OM) een sterke basis voor de vervolging van de houtbedrijven.
Nederlandse Houtbedrijven worden al ruim 20 jaar – ook door Milieudefensie – aangesproken op hun handel in teak uit Myanmar. En de noodzaak om daarmee te stoppen. Dit hout is zo omstreden omdat de kap en handel in handen is van de Myanmarese staat, wat lange tijd een militaire dictatuur was die grove mensenrechtenschendingen zoals dwangarbeid en destructieve kap pleegde. Na een iets rustiger periode wordt in 2020 een coup gepleegd in het Zuidoost-Aziatische land. Het schrikbewind is terug.
Nederlandse handelaren verdienen al jaren miljoenen aan teakhout, wat gebruikt wordt in de bouw van dure zeiljachten. Een bekende naam in die handel was Koninklijke Houthandel Boogaerdt. Boogaerdt wordt in 2017 al betrapt op het niet naleven van de Houtverordening. Nadat teakhandelaren door heel Europa aangepakt worden voor de illegale handel, ontwikkelen ze sluiproutes via Europese landen waar de controles minder goed zijn. Handhaving is dus de zwakke plek in de Houtverordening. Maar in Nederland zet het OM door.
In verschillende berichten laat het OM weten milieucriminaliteit zoals illegale houthandel meer te willen aanpakken, omdat de impact op biodiversiteit en ontbossing groot is. Dat is heel goed nieuws. Tot nu toe kunnen veel bedrijven namelijk met relatieve onschendbaarheid milieuschade aanrichten. De recente veroordeling van teakhandelaren is hopelijk het begin van een reeks vervolgingen die de houthandel opschoont. Goede samenwerking in Europa en oplettende douaniers zijn belangrijk, zodat sluipwegen afgesloten worden.
De uitspraak van afgelopen december zal een afschrikkende werking hebben, want de rechter is heel duidelijk dat papieren controles in het geval van Myanmar niet genoeg zijn. Het hout is niet herleidbaar naar de kapplek in het bos. Houtbedrijven weten niet wat ze kopen uit Myanmar vanwege het hoge risico op illegaal hout, corruptie en het mengen van illegaal en legaal gekapt hout zodat de papieren lijken te kloppen. De rechterlijke uitspraak is een sterk signaal aan alle houtbedrijven die uit hoogrisico-gebieden importeren.
Wel valt tegen dat de rechter tevreden is met de informatievergaring, terwijl de houtbedrijven alleen maar wat overheidspapieren checkten en geen informatie van derde partijen, zoals lokale bevolking, onderzoeksjournalisten en maatschappelijke organisaties. En met een houtwaarde van €2,5 miljoen van de verdachte ladingen zou de boete hoger moeten zijn dan €50.000. De rechter vond zelf ook een gevangenisstraf meer op zijn plaats, maar legde een taakstraf op vanwege de lange duur van de zaak.
Het verweer en de emoties van de houtbedrijven zijn tenenkrommend. Ze gedragen zich als slachtoffers, terwijl ze bewust sluiproutes hebben gemaakt om onder controles uit te komen. Ze wisten dat hun procedures niet klopten en hebben zo hun lucratieve handel doorgezet. Met de rechterlijke uitspraak zouden alle handelaren die ook na 2013 in teak uit Myanmar zijn blijven handelen, voor de rechter gebracht moeten worden. Dan zou het goed zijn ook de schendingen van mensenrechten en de bijdrage aan gewapend conflict mee te wegen.
De houthandel in de EU is zeker nog niet schoon. Maar met een actief OM, meer capaciteit bij de NVWA en goede samenwerking met de douane kan illegaal hout echt verleden tijd worden. Daarmee komt ook een eind aan de criminele handel en ernstige milieuschade. En wie zit er nou lekker op tuinmeubels van fout hout?
Foto bovenin: Teakhout in Indonesië. © Murdani Usman/CIFOR
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?