Amsterdam, 12 januari 2017 - Het zou een beetje gek zijn als twee campagneleiders van een milieuorganisatie een lans ging breken voor rijden op diesel. En dat is dan ook niet wat we hier gaan doen. Maar aan de kop is niets gelogen. Biobrandstof is zó extreem slecht voor ons klimaat, nog slechter dan ouderwetse diesel, dat we met de productie ervan eigenlijk hadden moeten stoppen nog voordat we ermee begonnen waren. Het gebruik van biodiesel verhóógt onze CO2-uitstoot namelijk. Tóch is nu juist biobrandstof het paradepaardje van staatssecretaris Dijksma om vervoer duurzamer te maken. En dat paradepaardje moet zo snel mogelijk weer op stal.
Opinie van Rolf Schipper, campagneleider Bossen en Anne Knol, campagneleider Mobiliteit, verschenen in de Volkskrant van 23 november 2016 en in het Nederlands Dagblad van 12 januari 2017.
Wie denkt dat het kappen van tropisch regenwoud goed is voor het klimaat, is wel een heel hardnekkige klimaatontkenner. Toch is dat wat er massaal gebeurt voor de productie van biobrandstof. Soms heel direct, bij de aanleg van palmolieplantages. En soms indirect door verschuiving: doordat landbouwgrond massaal wordt ingezet voor biobrandstoffen, moet er nieuwe landbouwgrond worden vrijgemaakt voor de productie van voedsel. En daar wordt ook weer regenwoud voor gekapt. Dit verschuivingseffect krijgt nu eindelijk de politieke aandacht die het verdient. Op 29 november vergadert de Tweede Kamer erover met staatssecretaris Dijksma. Dat is goed. Maar daarmee is de ontbossing voor biobrandstof nog lang niet gestopt.
Autorijden op biobrandstof uit palmolie is nog slechter dan we dachten. Door de CO2 die vrijkomt bij ontbossing en het transport van deze brandstof, komt er per saldo drie keer zoveel CO2 in de lucht als bij gewone diesel. Bovendien is autorijden op voedsel niet zo'n goed idee als er nog miljoenen mensen honger hebben. Toch mag in het voorstel van staatssecretaris Dijksma biobrandstof uit voedsel de komende jaren stijgen van de huidige 1,8 procent naar 5 procent. Bijna een verdriedubbeling!
Dit voorjaar spraken we dorpsbewoners in Kpiah Town, Liberia. Hun dorp was volledig overgenomen door een enorme palmolieplantage. Kilometers lang in alle richtingen. Zo ver het oog reikt alleen maar oliepalmen. "We hebben niets meer," vertelden ze. "Alles is ons afgenomen: onze akkers zijn vernield, het bos waarvan wij leefden is gekapt, ons drinkwater is vergiftigd door bestrijdingsmiddelen van de plantage. Nu wonen we in een woestijn van oliepalmen." En dit dorp is slechts een voorbeeld. Er zijn duizenden dorpen als Kpiah: in Indonesië, Oeganda, Nigeria, Maleisië, en vele andere tropische landen. Palmoliebedrijven breiden in rap tempo uit en kappen grote stukken regenwoud. Ze doen dat vaak zonder toestemming over de ruggen van de mensen die daar al generaties lang in wonen en ervan leven.
Wat de meeste mensen niet weten, is dat onze auto's tegenwoordig op oerbos rijden. Maar liefst 45% van alle palmolie die Europa binnenkomt wordt onmiddellijk opgestookt in onze auto's en vrachtwagens. Het is dan ook onbegrijpelijk dat de staatssecretaris voorstelt het aandeel van biobrandstoffen uit voedsel te laten verdrievoudigen. In een wereld met respect voor mensenrechten, bossen en klimaat is voor grootschalige productie van biobrandstof geen plaats, en zeker niet uit voedsel. Biobrandstof is een valse klimaatoplossing. Dan kun je nog beter op diesel rijden.
Is terug naar diesel dan de oplossing? Natuurlijk niet. Bereikbaarheid is veel slimmer te regelen dan met de huidige eindeloze optocht van individuele fossiel gestookte voertuigen. Beter openbaar vervoer, fietsvoorzieningen, vaker thuiswerken en lagere maximumsnelheden. Dat zet zoden aan de dijk. Elektrische (deel)auto's kunnen waar nodig een aanvulling zijn. Dat zorgt niet alleen voor veel minder CO2, maar ook voor gezondere lucht en prettige steden met ruimte voor wandelen, fietsen en groen. Dus laten we stoppen onszelf voor de gek te houden met groene praatjes over palmolie en biobrandstof. Biodiesel komt als een klimaatboemerang terug en houdt de echte oplossingen tegen. Het zou de staatssecretaris sieren als ze ons dus niet verplicht om het laatste oerwoud in onze tank te stoppen, maar als ze kiest voor werkelijk schoon en duurzaam vervoer.
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?