Het hof deed op 12 november 2024 uitspraak in het hoger beroep van onze Klimaatzaak tegen Shell. Hieronder vind je de samenvatting.
Het hof Den Haag heeft op 12 november 2024 vastgesteld dat Shell een verplichting heeft om gevaarlijke klimaatverandering tegen te gaan. Toch heeft het hof, anders dan de rechtbank in 2021, geoordeeld dat het niet kan bepalen met welk percentage Shell zijn uitstoot moet verminderen. Evengoed biedt de uitspraak een stevig fundament voor nieuwe klimaatrechtszaken en beleidsmaatregelen.
Dit zijn de belangrijkste punten om op door te bouwen
- Bescherming tegen gevaarlijke klimaatverandering is een mensenrecht; [7.17]
- Shell en andere grote vervuilende bedrijven hebben een verplichting om mensenrechten te beschermen; [7.17 & 7.27]
- Shell en andere grote bedrijven moeten een passende bijdrage leveren aan het halen van de klimaatdoelen van Parijs; [7.79]
- Nieuwe olie- en gasvelden kunnen op gespannen voet staan met het klimaatakkoord van Parijs; [7.61]
- Het hof erkent dat Shell zich bewust is van het belang om een (verdere) carbon lock-in te voorkomen; [7.59, 7.60]
- Het is aannemelijk dat het aanbod van fossiele brandstoffen moet worden beperkt. Fossiele bedrijven hebben hierin een verantwoordelijkheid die los staat van de vraag naar hun producten. [7.61]
- Grote bedrijven hebben niet alleen een eigen verantwoordelijkheid voor het verminderen van hun operationele CO2-uitstoot en die van toeleveranciers (scope 1 en 2), maar ook voor het verminderen van de CO2-uitstoot van hun producten (scope 3) [7.99];
- Juist grote bedrijven die hebben bijgedragen aan het veroorzaken van gevaarlijke klimaatverandering hebben tegenover anderen op aarde de plicht te helpen bij het bestrijden daarvan; [7.26]
- De rechter mag ingrijpen als een bedrijf zich niet aan zijn zorgplicht houdt om CO2-uitstoot te beperken. De rechter hoeft in zo’n geval niet terughoudend te zijn. [7.10/7.11]
- Grote bedrijven kunnen zich niet verschuilen achter regelgeving; [7.53]
- Ook bestaande (EU)-wetgeving staat er niet aan in de weg dat individuele bedrijven een verdergaande verplichting kunnen hebben om hun uitstoot te verminderen; [7.53]
- Internationale mensenrechten en soft-law spelen een rol (horizontale werking resp. reflexwerking) bij de invulling van van de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm; [7.18, 7.24]
- Het hof erkent dat het mogelijk is dat als Shell zijn productie van olie en gas beperkt, dit niet volledig wordt overgenomen door andere bedrijven. [7.106]
Foto bovenaan: het hof Den Haag © Frank van Beek / Milieudefensie
Download publicatie
Def samenvatting arrest hoger beroep Klimaatzaak Shell.pdf
— 158 KB
