Waar blijven concrete maatregelen voor boeren? Met het huidige kabinetsbeleid dreigen duizenden boeren te bezwijken onder de mestcrisis. Volgens Donald Pols ligt de oplossing bij grote bedrijven.
De mestcrisis gaat de komende maanden een nieuw dieptepunt bereiken. Boeren kunnen hun mest niet meer kwijt en het laten verwerken kost ze tienduizenden euro’s. Nederlandse boeren krijgen al bijna twintig jaar een Europese uitzondering om mestoverschotten over landbouwgrond te verspreiden.
Maar de Europese Commissie heeft besloten dat dit stopt, omdat de graslanden en natuur de grote hoeveelheden mest niet meer aankunnen. De grenzen van biodiversiteit en bodem zijn bereikt en Nederland heeft de slechtste waterkwaliteit van de EU.
De oplossing is nog niet in zicht, zo bleek tijdens het landbouwdebat vorige week. Minister Wiersma (BBB) legt de verantwoordelijkheid voor de landbouwtransitie neer bij de boer. Die is de oplossing zelf gaan zoeken en bouwt zwembaden om de mest in op te slaan. Waar die mest dan heen moet, weet niemand.
De minister wil een ‘mestgezant’ aanstellen, maar deze ‘snelle bestuurder’ staat voor een onmogelijke taak, nu er nog maar een fractie van de miljarden beschikbaar is om boeren uit te kopen en om te laten schakelen naar duurzame landbouw.
Een mestgezant is er nog niet, wel werd met Raymond Knops een mestverkenner aangewezen. Maar binnen de plannen van dit kabinet, met vooral inzet op innovaties, zoals gasvormige stikstofverliezen en het voor export geschikt maken van mest, kan ook de voormalig CDA-minister geen kant op. Zoals vaker bij dit soort technologische oplossingen bieden ze niet de echte oplossing en houden ze vooral het huidige landbouwsysteem in stand.
Dat het anders kan, blijkt over de grens. Zo kwam Denemarken vorige maand met een nieuw landbouwakkoord, waarin stikstofreducties en broeikasgassen fors verminderd worden en er 10 procent meer bos komt. Ook dat plan kent zijn tekortkomingen, maar beweegt in ieder geval in de juiste richting.
Ook in Nederland ligt de oplossing voor het oprapen: laat grote vervuilende bedrijven zoals Rabobank, Unilever, Ahold Delhaize, Vion en FrieslandCampina financieel bijdragen. Deze bedrijven hebben zelf de mestcrisis veroorzaakt door decennialang in te zetten op intensivering van de landbouw, met alsmaar meer dieren.
Zij geven boeren maar één optie: zoveel mogelijk produceren voor minimale winsten. Voor boeren is dit de enige manier om te overleven in het systeem. Dat dat in de praktijk maar moeilijk is vol te houden, blijkt uit het feit dat we in één generatie al de helft van onze boeren zijn kwijtgeraakt.
Maar vooralsnog liggen de prioriteiten van deze machtige multinationals bij het verder verrijken van hun aandeelhouders. Zo keerde Ahold sinds het klimaatakkoord van Parijs 104 procent van de nettowinst uit aan de eigen aandeelhouders. Geld dat ook gebruikt kan worden om een toekomstbestendig landbouwsysteem op te zetten.
Door te investeren in duurzame producten worden ze betaalbaarder voor consumenten en krijgen boeren een rechtvaardig verdienmodel met hogere marges. Alleen zo komt er een beweging voorwaarts, met minder dieren, minder mest en minder CO2-uitstoot.
Het is tijd om schijnoplossingen aan de kant te zetten en de partijen achter het huidige landbouwsysteem ter verantwoording te roepen. In het hoger beroep van de klimaatzaak van Milieudefensie tegen Shell deed de rechter een belangrijke uitspraak: grote bedrijven zoals Shell hebben een plicht om hun uitstoot te verminderen.
Ook bedrijven zoals Ahold, FrieslandCampina en Rabobank moeten zich daartoe verhouden. Zij ontkomen er dan ook niet aan om in te zetten op een duurzame landbouwtransitie. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij.
Deze opinie verscheen op 13 december in Trouw.
Foto bovenaan: boer Albert staat met een hooivork voor een koeienstal. © Edo Landwehr
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?