“Sta je aan onze kant of niet?”

Een golf van klimaatactivisme verspreidt zich over Europa. Veel – vooral jonge – actievoerders hebben hetzelfde doel: een einde maken aan de fossiele status quo. Weten zij ook resultaat te boeken? En wat motiveert hen om door te gaan?

0f578e8f-8525-43c0-ba74-6cda91975ebe.png


Op een grijze dag in november 2022 loopt Elena met een groepje medestudenten het hoofdgebouw van de Universiteit van Barcelona binnen. Ze hebben tenten, slaapzakken en andere kampeerspullen bij zich. Een aantal van hen draagt een spandoek. De studenten zijn onderdeel van een club klimaatactivisten die zichzelf End Fossil Barcelona noemt. Ze zijn van plan om de gebouwen van de universiteit te bezetten tot het bestuur instemt met hun eisen. Ze willen dat de universiteit haar banden met oliebedrijven verbreekt en niet langer zaken doet met banken die investeren in fossiele brandstoffen. Én er moet een nieuw, voor alle studenten verplicht, vak komen over de gevolgen van klimaatverandering voor mens en natuur. Na een week en talloze onderhandelingen krijgen de actievoerders deels hun zin.

Het verplichte vak over klimaatverandering komt er. En na aanhoudende druk verbreekt de universiteit zelfs een deel van haar banden met het Spaanse oliebedrijf Repsol.

TEMA End Fossil protest bij Universiteit van Barcelona credit End Fossil BCN-min.jpg
Foto: demonstratie van End Fossil bij de Universiteit van Barcelona.

Protestgolf

De succesvolle actie maakt deel uit van een golf van klimaatprotest in heel Europa. Groepen als Ende Gelände, Extinction Rebellion (XR) en Just Stop Oil gebruiken nieuwe, radicale tactieken om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis en de status quo te doorbreken. De acties bereiken lang niet altijd hun officiële doel: een groot deel eindigt niet in onderhandelingen, maar in arrestaties.

Toch blijven de activisten terugkomen, veelal – zoals bij de XR-blokkade van de A12 in Den Haag – in steeds grotere getale. Wat motiveert deze nieuwe generatie klimaatactivisten? Wat proberen ze te bereiken, en wat levert het op? Om die vragen te beantwoorden, deed een team van jonge journalisten de afgelopen maanden onderzoek naar klimaatactivisten in drie verschillende Europese landen. Dit is wat ze tegenkwamen.

Musea poetsen

In augustus 2022, twee maanden voor de bezetting in Barcelona, staat de 55-jarige Nederlandse activiste Conny Darwinkel op het plein voor de ingang van het Drents Museum in Assen. Met haar lokale chapter van XR voert Darwinkel een kunstvoorstelling op en deelt ze folders uit. De activisten protesteren tegen de hoofdsponsor van het museum. Dat is de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), de joint venture van Shell en ExxonMobil die verantwoordelijk is voor de gaswinning in Drenthe en Groningen. XR roept het museum op om zijn banden met de fossiele industrie te verbreken. Maar hoewel er sinds augustus nog twee protestacties zijn geweest, is de vriendschap tussen de NAM en het museum nog niet bekoeld.

In Spanje eisten studenten een verplicht vak over klimaatverandering

Toch twijfelt Darwinkel niet aan het nut van de acties. Volgens haar moeten deze worden gezien als onderdeel van een groter geheel: “We verwachten echt niet dat we binnen 1 of 2 jaar bereiken wat we willen. We zijn erop voorbereid om een lange periode actie te voeren. Ons doel is schuren, totdat het museum stopt met het faciliteren van deze artwashing.”

Wie met activisme iets wil bereiken, moet geduld hebben, zegt Lauran Duncan. Ze is hoogleraar aan het Smith College in de VS en gespecialiseerd in de psychologie van collectieve actie. Duncan: “Protesten en acties zijn vaak al lang aan de gang, en dan wordt er plots een kantelpunt bereikt. Het gaat bij zo’n actie dus voor een groot deel om timing. Dat je op het juiste moment, met de juiste actie, op de juiste plaats bent.”

We hoorden niks

Toen ze begonnen met de actie bij het Drents Museum was er weinig zicht op resultaat, zegt Darwinkel. “In januari 2021 hebben we eerst een brief gestuurd en het museum gevraagd om te stoppen met deze sponsoring. Naar aanleiding van deze brief zijn we voor een gesprek uitgenodigd. De boodschap was dat ze onze kritiek zouden meenemen en dat we nog van ze zouden horen. Maar we hoorden niks.” Daarom besloot de groep om een eerste, laagdrempelige actie op te zetten: de kunstvoorstelling op het plein. Darwinkel: “Behalve een omwenteling in het museum teweegbrengen, wilden we ook een soort ‘volume’ opbouwen: aandacht creëren bij mensen die met onze acties mee konden doen. We hadden van tevoren ook een persbericht gestuurd naar media om aandacht te generen. Dat werkte.”

Dankzij het succes van de landelijke protesten (denk aan de A12-blokkades in Den Haag) merkt Darwinkel dat de media ook belangstelling krijgen voor acties op lokaal niveau. Volgens Darwinkels mede-actievoerders zijn de lokale afdelingen sterk gegroeid: XR Drenthe schrijft de laatste maanden tientallen nieuwe leden bij.

XR bij Drents Museum.jpg
Foto: actie van XR bij het Drents Museum.

Ook kunnen de activisten hoop putten uit het feit dat soortgelijke protesten bij andere musea wel egelijk resultaat hebben gehad. Zo hebben het Van Gogh Museum, NEMO Science Museum en Naturalis Biodiversity Center allemaal hun banden met de fossiele industrie verbroken. Naturalis, dat Shell als hoofdsponsor had, zei tegen dagblad Trouw dat de protesten van XR “zeker een rol hebben gespeeld” bij de keuze om afscheid te nemen van het oliebedrijf.

Eco-sabotage

Maar is het genoeg? Volgens de Zweedse ecoloog Andreas Malm, bekend van zijn boek How to Blow Up a Pipeline (Nederlandse titel: Eco-sabotage), volstaan symbolische protestacties niet. Sterker nog, in een recent interview met The Guardian zegt Malm dat groepen met een absoluut geloof in geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid uiteindelijk juist ongevaarlijk worden. Volgens Malm is in het westen privébezit tot heiligdom verklaard. En dat is een probleem, want de fossiele industrie heeft niets te vrezen van actievoerders die niet bereid zijn om het fossiele kapitaal te beschadigen of te saboteren. Het gevolg: hoewel de klimaatbeweging de afgelopen 5 jaar tienduizenden mensen op de been bracht, breken fossiele investeringen en CO2-uitstoot ieder jaar nieuwe records.

Klimaatextremisten

In september 2022, 700 kilometer ten zuidoosten van Drenthe, bezet Ava (een schuilnaam) samen met veertig collega-activisten een bruinkoolmijn en kolencentrale in de buurt van de Duitse stad Cottbus. De activisten ketenen zich vast aan de lopende band van de mijn en nemen videoboodschappen op waarin ze wijzen op alternatieven als zon en wind. Ava en haar mede-activist Ralph (ook een schuilnaam) worden opgepakt door de politie en zitten uiteindelijk drie maanden in de cel.

“Het was nooit ons doel om populair te worden”

Als ze vrijkomen, blijkt hun boodschap aan dovemansoren gericht: in de media is een storm van kritiek op hun actiemethode ontstaan. Michael Stübgen, de minister van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Brandenburg, noemt de actievoerders “klimaatextremisten” en roept op om ze zwaar te straffen. Ook een lokale politicus van de linkse partij Die Linke zet in een reactie op onze vragen zijn vraagtekens bij de actie. “In een democratische samenleving moeten we mensen – ook lokaal – winnen voor klimaatbescherming”, schrijft hij. “Ik twijfel of de nu gekozen vorm van het protest daarbij helpt.” Het lijkt Ava allemaal weinig te doen. “Het was nooit ons doel om populair te worden”, zegt ze. De actie heeft ertoe geleid dat verschillende politici zich publiekelijk over de zaak hebben uitgelaten; volgens Ava zit daar de winst.

Het is een opvatting die aansluit bij de visie van de Vlaamse socioloog Ruud Wouters. In een interview met de Universiteit van Tilburg merkt hij op dat protesten zoals de A12-blokkade het publieke debat aanjagen. Ook zorgt het protest volgens Wouters voor helderheid, omdat het politieke partijen dwingt stelling te nemen. “Eigenlijk is protest een oproep naar andere actoren in de samenleving: sta je aan onze kant of niet?”

Banenvraagstuk

Maar voor de inwoners van Cottbus is de situatie niet zo zwart-wit. De stad is gelegen in het voormalige Oost-Duitsland, een relatief arme regio waar kolenmijnbouw van oudsher een belangrijke bron van werkgelegenheid vormt. In 2016 werken in deze regio meer dan 13 duizend mensen direct of indirect voor de bruinkoolindustrie. Velen van hen zijn bang dat ze door de energietransitie geen werk meer zullen hebben, een angst die wordt gevoed door het feit dat Oost-Duitsland na de hereniging jarenlang politiek is verwaarloosd. “Er is gewoon geen perspectief op wat er na kolen komt”, zegt Maria (pseudoniem), die in de binnenstad een kapsalon runt. Klimaatactie is volgens haar broodnodig, maar ze vindt het niet eerlijk dat de klimaatactivisten oproepen tot sluiting van de kolencentrales zonder daar een duidelijk alternatief tegenover te zetten.

Wanneer Ava en Ralph met dit perspectief worden geconfronteerd, reageren ze bedachtzaam. Hij staat nog steeds achter zijn gekozen methode, zegt Ralph, maar geeft toe dat hij en zijn collega klimaatactivisten op dit gebied een blinde vlek hebben. Bij een volgend protest zou hij meer aandacht vragen voor het banenvraagstuk: er moet meer werk in de regio komen en omscholing moet makkelijker worden. Want de klimaatcrisis kan alleen opgelost worden vanuit het principe van sociale rechtvaardigheid, beaamt Ralph.

Ruimte in het publieke debat

Het echte doel van de activisten was ook niet om de kolencentrale per direct te sluiten, zegt Ava. Hun protest was onderdeel van een poging om de regio minder afhankelijk te maken van de fossiele industrie, met als uiteindelijke doel dat Duitsland zich houdt aan de afspraken van het akkoord van Parijs. Met hun acties hopen Ava en haar collega’s het onderwerp op de agenda te zetten, zodat ngo’s als BUND (Friends of the Earth Germany, een partnerorganisatie van Milieudefensie) met politici aan tafel kunnen zitten om het over oplossingen te hebben.

Ava: “In de klimaatbeweging moet iedereen de rol vinden die het beste bij hen past. Wij zijn jong en hebben er de puf nog voor, dus voor ons paste het op dat moment het beste om de kolencentrale te bezetten.” Ralph vervolgt: “Wat we hebben bereikt, is dat er nu aandacht is voor het probleem. We hebben ruimte gemaakt in het publieke debat om het over de klimaatcrisis te hebben. En we hebben ervoor gezorgd dat jonge mensen dit protest kunnen zien en denken: ‘Deze mensen voeren actie voor de planeet, misschien kan ik hetzelfde doen.’”

“Protesten verstoren, irriteren en zijn soms vervelend”, zegt Simon Teune, een socioloog die aan de Vrije Universiteit Berlijn onderzoek doet naar protestbewegingen. “Het gaat er niet om dat iedereen tevreden is, maar om de vinger op de zere plek te leggen.” Volgens Teune staan ontwrichtende acties niet op zichzelf. “Ze werken in combinatie met inzet op andere plaatsen: onderwijs, grote demonstraties, voorstellen hoe het anders kan.”

Overwinningen zijn nodig

En soms helpt een succesje gewoon om de moed erin te houden. Elena en haar medeactivisten in Barcelona zijn inmiddels bezig met de volgende stappen. Ze willen meer acties organiseren bij hun eigen universiteit, maar proberen ook studenten van andere onderwijsinstellingen te mobiliseren om hetzelfde te doen. Inmiddels is er ook in Nederland een protestgolf waarbij universiteiten bezet worden. “Sociale bewegingen hebben overwinningen nodig om hun strijd kracht bij te zetten”, zegt een van de studenten. “Dit was een relatief grote, in ieder geval groot genoeg om de beweging voor klimaatrechtvaardigheid nieuw leven in te blazen.” Elena vult aan: “Nu gaan we opschalen.”

Dit verhaal is gemaakt door een groep jonge journalisten uit heel Europa, met steun van Journalismfund Europe. Het werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd als vierdelige serie op TEMAmagazine.com.

Dit artikel staat in ons magazine Down to Earth. Wil jij een abonnement op Down to Earth? Dat kan. Voor € 35,- per jaar word je abonnee en ontvang je Down to Earth magazine 6 maal per jaar op je deurmat. Als abonnee word je automatisch lid van Milieudefensie. Klik hier om abonnee te worden.

Foto bovenin van Daniel Harper: portret van Elena van End Fossil Barcelona.

Loading...