Veel van het Nederlandse klimaatbeleid van de afgelopen jaren is niet rechtvaardig: vooral mensen met hogere inkomens profiteren ervan. Maar hoe moet het dan wel? Milieudefensie laat een onderzoeksmodel bouwen waarmee iedereen dat kan uitrekenen.
De rijkste Nederlanders vervuilen het meest, verminderen hun uitstoot het minst, maar krijgen daar toch de meeste subsidies voor – waar iedereen aan meebetaalt. Dat bleek vorig jaar uit een onderzoek van Milieudefensie, uitgevoerd door Ecorys. “De energietransitie moet rechtvaardig zijn, het kan niet anders”, zegt Milieudefensie-campaigner Bram van Liere. “Het gaat om het principe – het is juist en eerlijk – maar ook om de praktijk. Als we het niet rechtvaardig doen, ziet een groot deel van de bevolking zijn energierekening steeds hoger worden. Dan hebben ze al helemáál geen geld om te isoleren of op een andere manier te verduurzamen. Of ze wonen in een huurhuis en hebben gedoe met een verhuurder die daar geen trek in heeft. Als mensen klem zitten, zullen ze zich afkeren van het klimaatbeleid. Dat is logisch: zij kunnen het zich niet veroorloven. Wij willen laten zien dat het ook anders kan. Tot nu toe konden we bestaand beleid wel toetsen, maar ons nieuwe model is veel preciezer. Daarmee kunnen we van elke beleidsmaatregel precies berekenen wat de effecten op uitstoot en inkomen zijn, per inkomensgroep. In plaats van te zeggen hoe het níét moet, willen we ook graag schetsen hoe het wél kan.”
Wat is rechtvaardig klimaatbeleid?
• Subsidies op elektrische auto’s: bij privéauto’s niet, bij deelauto’s soms wel.
• Accijnzen op brandstof verlagen: alleen voor de lage inkomens, niet voor alle inkomensgroepen.
• Hoge btw op zuivel en vlees: alleen als de lage inkomens daarvoor gecompenseerd worden.
• Belasting op vliegreizen: alleen een ‘veelvliegerstax’ is rechtvaardig.
• Isolatie van sociale huurhuizen: alleen als er géén huurverhoging mag volgen.
Het nieuwe model is door onderzoeksbureau Karavasta gebouwd op Klimaatrechtvaardigheids-check.nl. Daarmee rekent Milieudefensie het klimaatbeleid dat afgelopen Prinsjesdag gepresenteerd werd door op klimaatrechtvaardigheid. De hoofdconclusie: het moet én kan eerlijker, en hogere inkomens moeten veel meer bijdragen dan ze nu doen. Is het niet raar dat de overheid die berekening niet zelf maakt? “Ja, eigenlijk wel. Klimaatrechtvaardigheid wordt inmiddels best goed overgenomen in woorden, maar in beleid nog absoluut niet.” De Miljoenennota is nog maar het begin. “We kunnen nu bij Milieudefensie bijvoorbeeld ook onze eigen klimaatoplossingen doorrekenen, om te kijken of het klopt”, zegt Van Liere. “En beleidsmedewerkers kunnen dat met hun eigen plannen doen. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld berekenen welke inkomensgroepen zouden profiteren van het gratis of goedkoper maken van de bus. Gelukkig is er veel interesse vanuit de politiek en kennisinstituten. We hebben al uitleg gegeven over het model aan allerlei mensen.”
Het model is gebouwd op data die voor iedereen toegankelijk zijn, bijvoorbeeld van het CBS en RIVM. “We hebben gekeken naar wat beleid voor huishoudens betekent – gezinnen, alleenwonenden of andere huishoudens – want uiteindelijk vinden verschillende soorten uitstoot, inkomsten en uitgaven plaats per huishouden.” In het model kun je allerlei variabelen aanpassen en zo ook doorrekenen wat iets betekent voor jouw eigen huishouden. “Het model kijkt naar fysieke consumptie, maar dat moet je breder zien dan alleen spullen. Neem bijvoorbeeld het aantal gereden kilometers per huishouden. Als die gereden worden met een elektrische auto, dan zorgt dat voor minder emissies over de hele keten dan bij een benzine- of dieselauto. Maar je komt nooit op nul – ook niet als je groene stroom gebruikt. Er is ook uitstoot vrijgekomen bij de bouw van de auto, bij het delven van grondstoffen, meestal in het buitenland. We kijken dus niet alleen naar de uitstoot in Nederland, maar naar de hele productieketen. Het Rijk kijkt vooral naar wat er in Nederland uitgestoten wordt. Maar daar alleen wordt het klimaat niet beter van. Wat we moeten doen is: de inkomensverdeling in Nederland rechtvaardiger maken, maar tegelijkertijd onze vervuiling niet exporteren naar het buitenland.”
Een concreet voorbeeld: rekeningrijden, oftewel kilometerheffing. “In het model kun je een belastingtarief invullen voor de heffing, en kijken hoe dat uitpakt voor verschillende inkomensgroepen. Als je daarbij geen onderscheid maakt tussen de verschillende groepen, zal het heel onrechtvaardig uitpakken. En dan gaat het niet alleen om inkomen: in Amsterdam is de autodichtheid laag, daar liggen ov-alternatieven voor het oprapen. Het gaat vooral mensen raken die op plekken wonen waar de auto de enige optie om van A naar B te komen. Daar zal de vervoersarmoede veel groter worden. Veel autobezit is daar gedwongen; de afstanden zijn te groot om te fietsen, ov is er niet of nauwelijks.”
“Er moet zo efficiënt en zo veel mogelijk CO2-uitstoot gereduceerd worden”, vervolgt Bram van Liere. “Dus dan is het logisch om de paar grootste uitstoters aan te pakken, en niet de grote groep te belasten die maar weinig uitstoot. Het is echt een totaal nieuwe blik waarmee we naar beleidsmaatregelen gaan kijken. Zelfs als je altijd het goede hebt willen doen, kan het nog steeds zo zijn dat er een pakket maatregelen ligt dat niet doet wat je wil, omdat het nooit op zo’n manier doorgerekend kon worden. We weten dus ook niet wat er precies uit gaat komen”, lacht Van Liere. “Dat maakt het heel bijzonder.”
Dit artikel staat in ons magazine Down to Earth. Wil jij een abonnement op Down to Earth? Dat kan. Voor € 35,- per jaar word je abonnee en ontvang je Down to Earth magazine 6 maal per jaar op je deurmat. Als abonnee word je automatisch lid van Milieudefensie. Klik hier om abonnee te worden.
Foto bovenin - gemaakt door David Stegenga: Klimaatmars 2019, op een groot spandoek staat: 'Eerlijk = groen bereikbaar voor iedereen.'