Klimaatracisme? Geef ruimte aan verhalen en inzichten uit andere culturen

Door de Coronacrisis zijn andere verhalen even minder belangrijk geworden. Toch willen we je dit verhaal van Dino Johannes niet onthouden. Dino neemt je mee naar Thailand, Maleisië en Sumatra en laat het verband zien tussen kolonialisme, racisme en de klimaatcrisis. En wat dit voor de klimaatbeweging betekent.

Op 21 maart is het de internationale dag tegen racisme en discriminatie. De geplande demonstratie gaat door de Coronacrisis niet door. Met dit verhaal van Dino staan we er toch even bij stil.

Een schijnbaar groene weelderigheid

September 2017: ik zit in een bus van Bangkok naar Khao Sok National Park, Thailand. Een prachtig natuurgebied. Onderweg valt me op dat ik steeds dezelfde witte boomstammen zie, in de bossen die we passeren. Het duurt even voordat ik besef dat dit helemaal geen bossen zijn, maar plantages. Rubber plantages.

Ik trek na mijn bezoek aan Khao Sok National Park gedurende enkele maanden richting het zuiden. Maleisië in en uiteindelijk per boot over naar Sumatra. De rubberplantages in Maleisië worden afgewisseld met een ander soort eentonigheid: palmolie. Ook in Sumatra rij ik urenlang langs oliepalmplantages.

Het is een schijnbaar groene weelderigheid. Maar in werkelijkheid is het landschap eentonig en komt er maar heel weinig ander leven voor. Het is het resultaat van grootschalig ingrijpen van mensen ten behoeve van een altijd hongerige, wereldwijde economie.

Vast in een giftig systeem 

Tijdens mijn reis spreek ik Maleisische boeren. Zij vertellen dat ze het moeten opnemen tegen grote bedrijven die illegaal stukken land inpikken. Dat doen ze om hout te kappen of om eindeloze plantages aan te leggen met maar 1 gewas, zoals oliepalmen.

In gebieden met veel natuurlijke rijkdommen gaat het van kwaad tot erger. Het land wordt afgepakt en uitgeput. En de bewoners krijgen te maken met corruptie, onderdrukking, verkrachting en moord.

RS41462_DJI_0102-lpr.JPG

Grote bedrijven en banken eigenen zich alles van economische waarde toe (olie, kolen en gas, andere grondstoffen, land en natuur), vaak over landsgrenzen heen. Dit proces van kolonialisme en toe-eigening is al honderden jaren aan de gang. Soms verborgen in de geschiedenisboeken onder termen als ‘ontdekking’, ‘avontuur’ en ‘pionieren’. Maar in werkelijkheid afbraak van natuur en leefbaarheid in het globale zuiden ten behoeve van de economische groei van rijke landen, zoals Nederland. Met het globale zuiden bedoelen we armere landen met name op het zuidelijk halfrond.

Kolonialisme zoals we dat uit de geschiedenisboeken kennen, komt misschien niet meer voor. Maar we herkennen het nog steeds in het streven van bedrijven naar maximale winst (neokolonialisme). Via rubber en palmolie komen wij daar allemaal mee in aanraking. Maar het gaat om eindeloos veel meer producten. 

Ook de gevolgen van de milieu- en klimaatcrisis zijn oneerlijk verdeeld. Landen in het globale zuiden worden harder geraakt door droogte, overstromingen, tyfoons en andere extreme weersomstandigheden. Omdat deze landen minder geld hebben, is het veel moeilijker om zulke rampen te boven te komen. 

Ook armere gemeenschappen in rijke landen gaan het zwaarder krijgen. Een goed voorbeeld is New Orleans na orkaan Katrina. Veel armere gezinnen uit Afro-Amerikaanse en Latino gemeenschappen konden zich de woningen die na de ramp zijn herbouwd niet veroorloven.

Niet in geld uit te drukken

Zelfs sommige ‘klimaatoplossingen‘ worden uitgedrukt in geld. Ze zijn onderdeel van hetzelfde economische systeem en dezelfde manier van denken waardoor het probleem is ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan REDD+. Door dit programma kunnen landen en bedrijven hun uitstoot afkopen. Dat doen ze door CO2-rechten aan te schaffen om die uitstoot op te slaan in bossen. De vervuiler kan zo door blijven vervuilen, maar met een groen imago. De uitstoot zelf  wordt niet verminderd, maar alleen gecompenseerd.

Veel bossen zijn niet meer toegankelijk voor de gemeenschappen die er al generaties lang in harmonie mee hebben geleefd. Het bos is voor deze gemeenschappen geen geld, maar hun medicijnen en bouwmaterialen. Het bos is onderdeel van hun religie en cultuur. Dat is niet uit te drukken in geld. Daarom verliezen ze het ook van grote bedrijven en banken, die met hun geld, juristen en soms zelfs militaire steun haast onoverwinnelijk lijken.

RS2624_MDPungkat033-lpr.JPG

Wie zijn wij? 

Toen ik na dik 2 jaar terug in Nederland kwam, stond ik te springen om weer aan de slag te gaan in de Nederlandse klimaatbeweging. Het viel me op hoe eenvormig die beweging eigenlijk is. Hoe kleurloos ook. Vooral witte, ‘hoog‘ opgeleid mensen.

Ik kom zelf niet uit een lokale gemeenschap die verdrongen, geëxploiteerd, uitgebuit en aan de kant geschoven wordt. Ik kan me niet voorstellen hoe het is voor de mensen aan de frontlinies van deze conflicten. Ik heb roots in Indonesië, maar geen familieleden die nu met klimaatonrechtvaardigheid en racisme te maken hebben.

Ik identificeer mijzelf liever als wereldburger, maar mijn achtergrond valt in het hokje geprivilegieerde, witte Nederlander (of ik dat nu wil of niet). Maar hoe zit het met de rest van Nederland?

Onze samenleving bestaat uit honderden gemeenschappen die hun historie en roots hebben in elke uithoek van de wereld. Surinamers, Nigerianen, Molukkers, Turken, Afghanen, Syriërs, et cetera, et cetera. Er moeten duizenden mensen zijn met familie en geliefden in andere landen die geconfronteerd worden met uitbuiting, afbraak van hun leefomgeving en de gevolgen van de klimaatcrisis.

Uit onze comfortzone

Wat betekent dit alles voor ons? Goede vraag. Ik weet dat de klimaatcrisis al complex genoeg is en ik zadel mensen niet graag op met nog meer werk. Veel van ons zijn al overweldigd door zorgen over de toekomst. 

Zorgen voor meer diversiteit binnen de klimaatbeweging (verschillen in uiterlijk, cultuur en achtergronden) en van daaruit klimaatracisme aanpakken, is complex. Feit is dat velen zich nu niet welkom voelen of zich niet kunnen aansluiten bij de beweging. Gelukkig wordt er wel gewerkt aan verandering. Klimaatgroepen in Nederland brengen onderwerpen als klimaatrechtvaardigheid en klimaatracisme steeds vaker naar voren.

Dat is een goed begin. Alleen focussen op de klimaatcrisis zou een eenzijdig en vals beeld geven. Als we echt voor positieve verandering in de wereld willen zorgen, dan moet onze motivatie voortkomen uit het complete verhaal. Dat betekent erkenning van de rol die ons economisch systeem en het neokolonialisme spelen. En de gevolgen die dat heeft voor het globale zuiden en armere gemeenschappen in rijke landen. Dat zijn basisvoorwaarden voor mensen om zich gehoord en welkom te voelen.

De focus van klimaatgroepen op snelle groei en grote aantallen is logisch. Maar ik stel voor dat we dat op een tweede plaats zetten. Diversiteit eerst. Geef ruimte aan verhalen uit de frontlinies van de crisis. Aan de passie van mensen die er met hun naasten en geliefden diep inzitten. En aan de inzichten van mensen uit andere culturen en met andere achtergronden.

Om dat voor elkaar te krijgen, moeten we op zoek naar samenwerking, actief luisteren en ondersteunen waar nodig. Als klimaatactivisten zullen we echt uit onze comfortzone moeten stappen. Op bezoek gaan bij theehuizen, op gesprek gaan bij kerken en moskeeën, constructieve gesprekken voeren op MBO-scholen en in beruchte wijken van steden.

Het is een grote taak, die we voor ons eigen welzijn moeten opsplitsen in kleine stappen. Maar bedenk dat we een schat aan verhalen, inzichten en nieuwe vrienden rijker zullen worden!

Word lid van Milieudefensie

Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?

Loading...