Schaf SDE++ subsidie voor CO2-opslag af en stel een hard plafond in
In Nederland is relatief veel zware basisindustrie gevestigd. De twaalf meest vervuilende industriële bedrijven zijn samen verantwoordelijk voor ruim 21% van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen.1 Niet voor niets staat groene industriepolitiek hoog op de politieke agenda. Vier vragen zijn daarbij belangrijk:
1) Kunnen en moeten we alle basisindustrie in Nederland vergroenen?
2) Op welke technieken wordt gestuurd?
3) Wie betaalt de vergroening?
4) Wat is de rol van de overheid?
De huidige regering zegt techniekneutraal beleid te voeren en te sturen op kosteneffectiviteit. Echter, door het opnemen van diverse vormen van CO2-opslag (CCS) in de SDE++ subsidieregeling in combinatie met een passieve rol in de marktordening, stuurt de regering sterk aan op grootschalige CCS. Daardoor dreigt een lock-in: De industrie gaat niet echt transformeren, maar blijft nog decennialang fossiel. Hierop wordt voorgesorteerd in de Rijksbegroting 2022. Daarin staat een verhoging van het subsidieplafond voor CCS met 2,5 miljoen ton. Milieudefensie en Greenpeace maken zich daar zorgen over en doen met deze brief een aantal voorstellen.
De systematiek van de SDE++ is ongeschikt voor CCS omdat daarmee alternatieve en betere verduurzamingsopties eruit worden geconcurreerd. De SDE++ vergoedt tenslotte de complete onrendabele top ten opzichte van fossiel. Elk alternatief (besparing, elektrificatie, groene waterstof) wordt daarmee minder aantrekkelijk dan de CCS-route. Dit was goed te zien bij Tata Steel, dat aanvankelijk grootschalige CCS wilde toepassen, maar onder publieke druk is overgestapt op plannen voor groene waterstof. Dit toont ook aan dat de ‘zeef’ uit het Klimaatakkoord, dat moet zorgen dat CCS alleen wordt ingezet daar waar technieken niet toepasbaar zijn, in de praktijk helemaal niet werkt. Daarnaast is het PBL voor het berekenen
van de kostprijs van CCS afhankelijk van marktpartijen die zelf belang hebben bij de subsidie. Het PBL bereken de een kostprijs van 125 euro per ton CO2 inclusief kosten voor infrastructuur 2, terwijl bij het Rotterdamse CCS-project Porthos de kosten voor CCS gemiddeld 80 euro per ton bedragen.3
De nationale CO2-heffing voor de industrie loopt eveneens op naar 125 euro/ton CO2 in 2030. Daarmee worden alle CCS-routes die nu in de SDE++ zitten dus rendabel. Daar komt bij dat wordt geschat dat de ETS-prijs gaat oplopen naar 90 euro/ton CO2 in 2030, hoger dan de kostprijs van Porthos.4 Er is zodoende geen enkele reden meer om de SDE++ nog voor CCS open te stellen, want er is nu al voldoende prikkel. Openstelling zal alleen maar onnodig beslag leggen op het SDE++-budget, dat daardoor niet meer voor andere technieken beschikbaar zal zijn. De SDE++ is ook niet nodig als achtervang die bedrijven investeringszekerheid moet bieden gezien de onzekere ontwikkeling van het ETS, want dat doet de nationale CO2-heffing voor de industrie al.
Daar komt bij dat de zware industrie nauwelijks bijdraagt aan het vullen van de SDE++ via de Opslag Duurzame Energie (ODE), vanwege het zeer lage energiebelastingtarief voor grootverbruikers in combinatie met tal van vrijstellingen. Het is vooral het mkb dat opdraait voor de CCS kosten.5 Met de voorgestelde verlaging van de ODE voor het mkb en het financieren van 3 miljard euro klimaatbeleid uit algemene middelen, wordt een deel van de rekening alleen maar teruggeschoven naar huishoudens. Daarmee wordt ook de afspraak uit het klimaatakkoord dat het bedrijfsleven tweederde van de klimaatkosten draagt, teniet gedaan. Wij pleiten daarom voor een vlakke CO2-heffing voor ETS-bedrijven. Met de opbrengst kan de vergroening van deze bedrijven worden gefinancierd, zodat het mkb en huishoudens dat niet hoeven te
doen.
Nu Tata Steel geen CCS gaat toepassen en de stekker uit Athos is getrokken, 6 rijst de vraag waarom er toch een verhoging van het subsidieplafond voor CCS in de miljoenennota staat. Die reden blijkt het Aramisproject, van Shell, Total en de staatsdeelnemingen Gasunie en EBN te zijn.7 Aramis wil voorzien in een uitgebreide CCS-infrastructuur met vertakkingen naar Duitsland en België, en groeien naar maar liefst 25 Mton CCS per jaar. Echter, dit stond niet in de Kamerbrief over de rol van staatsdeelnemingen bij CCS van 5 juli 8, maar werd duidelijk na een uitzending van Nieuwsuur op 11 oktober.9 Het ministerie van Economische Zaken moet al die tijd van dit project hebben geweten. Hoe kan het dat de Tweede Kamer daar niet eerder over is geïnformeerd en hoe gaat de regering in de toekomst de Kamer beter informeren.
Wij pleiten ervoor om van het subsidieplafond van 7,2 miljoen ton CCS per jaar uit het Klimaatakkoord een hard plafond te maken dat ook geldt voor niet-gesubsidieerde CCS. Dit harde plafond is nodig omdat er een wildgroei dreigt te ontstaan aan CCS-infrastructuur nu CCS ook zonder SDE++ subsidie rendabel wordt. Zonder hard plafond zal een lock-in ontstaan die de energietransitie sterk zal vertragen omdat de industrie nog decennialang zal leunen op CCS, terwijl CCS maar een heel beperkt deel van de industriële fossiele ketenemissies kan mitigeren. Door op CCS te leunen worden die overige ketenemissies in stand gehouden. Nederland telt maar liefst vijf olieraffinaderijen. Die leveren brandstoffen maar ook basisgrondstoffen voor de chemie. De emissies in al deze petrochemische installaties kunnen met CCS gedeeltelijk worden
afgevangen en opgeslagen, maar voor de overige emissies in de keten is door de keus voor CCS in één schakel de oplossing alleen maar moeilijker, zo niet onmogelijk geworden. Dat geldt ook voor het toepassen van CCS voor de productie van kunstmest. Nederland telt drie kunstmestfabrieken, maar hoe verhoudt CCS op deze fabrieken zich met de nationale doelstelling om te komen tot kringlooplandbouw? Deze belangrijke afwegingen zitten niet in de SDE++ systematiek en de regering heeft er tot op heden ook geen visie op.
Waar CCS wel tijdelijk kan worden toegepast is afhankelijk van de vraag welke industriële processen wij in Nederland willen behouden, op welke schaal, en welke vergroeningsopties er zijn. Alleen voor industrie die toekomst heeft in een klimaatneutrale economie en waar op de korte termijn geen alternatief is, kan CCS eventueel tijdelijk van nut zijn. Daar past een overheid bij die meer regie neemt bij de ontwikkeling van CCS en bijbehorende infrastructuur en dit niet niet aan de markt overlaat.
--------------------------------------------------------------------------
1 https://milieudefensie.nl/actueel/wob-onderzoek-mkb-betaalt-vergroening-zware-industrie
2 https://www.pbl.nl/publicaties/conceptadvies-sde-2022-co2-afvang-en-opslag-ccs
3 https://www.portofrotterdam.com/nl/nieuws-en-persberichten/financiering-voor-co2-opslag-onder-noordzee-is-rond
4 https://www.euractiv.com/section/emissions-trading-scheme/interview/analyst-eu-carbon-price-on-track-to-reach-e90-by-2030/
5 https://milieudefensie.nl/actueel/wob-onderzoek-mkb-betaalt-vergroening-zware-industrie
6 https://www.ebn.nl/nieuws/athos-project-stopt-in-huidige-vorm-na-besluit-tata-steel/
7 https://www.ebn.nl/nieuws/totalenergies-shell-nederland-ebn-en-gasunie-gaan-onder-de-naam-aramis-ccs-samenwerken-om-bij-te-dragen-aan-co2-reductie/
8 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/07/05/kamerbrief-over-rol-staatsdeelnemingen-in-ccs
9 https://www.npostart.nl/nieuwsuur/11-10-2021/VPWON_1324359
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?