VNO-NCW was decennialang een blok aan het been van de energietransitie, aldus advocaat Roger Cox en Milieudefensie-voorman Donald Pols. Dat rechters nu ingrijpen om het klimaat te redden, is een teken van het alomvattend falen van de bestuurlijke elites in politiek en bedrijfsleven.
De boodschap is helder: nieuwe investeringen moeten in lijn zijn met de 1.5-graadnorm van het Klimaatakkoord van Parijs. Investeringen die daaraan niet voldoen zijn ernstige bedrijfsrisico's.
De voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, Ingrid Thijssen, stelt in haar opiniebijdrage 'Klimaatregie hoort niet bij rechter, maar bij overheid' dat rechters en rechtzoekenden eigen normen creëren door het voeren van klimaatrechtszaken (FD 14 februari). Dat is onjuist. De juridische basis onder de ongeveer 2.000 klimaatrechtszaken die wereldwijd worden gevoerd, is de universeel geldende norm dat een opwarming van de aarde met meer dan 1,5 graad Celsius een existentieel gevaar is voor de mensheid. Deze norm is vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Een schending van deze mondiale 1,5-graadnorm is daarmee tevens een schending van de universeel geldende mensenrechten, zoals het recht op leven en gezondheid, het recht op zelfbeschikking en het recht op basisbehoeften als toegang tot voedsel, drinkwater en huisvesting. Het zijn de belangrijkste rechten die we in de wereld kennen.
Rechters hebben de grondwettelijke taak ervoor te zorgen dat deze mensenrechten beschermd worden. Dat is de reden waarom rechters en rechtzoekenden in binnen- en buitenland van zowel nationale staten als van multinationale ondernemingen (de andere grootmachten in deze mondiale samenleving) steeds vaker eisen dat zij hun beleid afstemmen op de universele 1,5-graadnorm.
We zijn in de situatie aanbeland dat rechters moeten ingrijpen om te redden wat er te redden valt. Het is een teken van het alomvattend falen van de bestuurlijke elites in politiek en bedrijfsleven. Men weet al decennialang dat de samenleving koolstofvrij moet worden om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, maar heeft daar vanwege eigen kortetermijnbelangen nauwelijks werk van gemaakt.
Ook VNO-NCW is al die tijd een blok aan het been van de energietransitie geweest. Daarmee is de werkgeversorganisatie medeverantwoordelijk voor de situatie waartegen zijn voorzitter Ingrid Thijssen nu ageert. Dat noopt tot zelfreflectie en een cultuuromslag.
Als het Nederlandse bedrijfsleven inderdaad reikhalzend uitkijkt naar rechtszekerheid en kaders, zoals Thijssen in haar opiniestuk stelt, hoeft het niet ver te zoeken. De boodschap is al jaren helder: nieuwe investeringen zullen in lijn moeten zijn met de 1.5-graadnorm van het Klimaatakkoord van Parijs. Elke investering die daaraan niet voldoet, is een ernstig bedrijfsrisico.
Voorbeelden van deze risico's zijn voortijdige afschrijving van kapitaalgoederen door nieuwe klimaatregelgeving, een veranderende marktvraag door toenemend bewustzijn, verlies van de social license to operate en het risico van aansprakelijkheid vanwege medeverantwoordelijkheid voor grootschalige schade en mensenrechtenschendingen. Deze gevaren gelden voor multinationals in Nederland en evenzeer voor bedrijven in andere landen. Zij krijgen allemaal met dezelfde dynamiek te maken vanwege hun bijdrage aan de klimaatcrisis.
De wereld vraagt voor de aanpak van de klimaatcrisis om proactief en dienend leiderschap van bedrijven en het is de vraag of VNO-NCW met die nieuwe realiteit kan omgaan. Het opiniestuk van Thijssen getuigt daar nog niet van.
Roger Cox is advocaat bij Paulussen advocaten. Hij staat Milieudefensie bij in de klimaatzaak tegen Shell. Donald Pols is directeur van Milieudefensie.
Dit opiniestuk is op 15 februari 2022 verschenen in het FD
Wij klagen ING aan in een baanbrekende nieuwe Klimaatzaak. Nooit eerder werd een bank in Nederland aangeklaagd omdat zijn klimaatbeleid tekortschiet. En jij kan meedoen. Sluit je aan bij deze nieuwe rechtszaak en word mede-eiser.