Op basis van het ECT-verdrag eisen bedrijven als RWE miljarden van de Nederlandse staat, omdat zij hun kolencentrales moeten sluiten. Maar het Europese Hof oordeelde deze maand dat het verdrag ongeldig is voor de EU. Nederland moet nu uit de ECT stappen, want het verdrag schaadt de energietransitie. Een opinie-artikel van onder meer Peer de Rijk (Milieudefensie) en Marjan Minnesma (Urgenda).
Deze maand oordeelde het Europese Hof van Justitie dat binnen de Europese Unie geen gebruik kan worden gemaakt van het Energy Charter Treaty (ECT). Bedrijven beroepen zich op dit verdrag om staten aan te klagen die klimaatmaatregelen nemen.
Het Duitse energiebedrijf RWE doet dat momenteel: op basis van het ECT eist het bedrijf €1,4 mrd van de Nederlandse staat, omdat het zijn kolencentrale in de Eemshaven eerder moet sluiten. Energiebedrijf Uniper heeft ook een miljoenenclaim bij Nederland ingediend, omdat het zijn kolencentrale op de Maasvlakte eerder dicht moet doen. Deze claims kunnen nu de prullenbak in als gevolg van de bevinding van het Europese Hof.
Het ECT werd na de val van het communisme in het leven geroepen met als doel het makkelijker te maken voor West-Europese investeerders om in Oost-Europese en Centraal-Aziatische landen te investeren. Net als andere investeringsverdragen bevat het ECT de omstreden ISDS-clausule, het investor state dispute settlement. Met dit mechanisme kunnen bedrijven nationale rechtbanken omzeilen om miljarden aan schadevergoedingen te claimen als hun winsten in het gedrang komen.
‘Met dit mechanisme kunnen bedrijven nationale rechtbanken omzeilen om miljarden aan schadevergoedingen te claimen.’
Dat is precies wat er nu in Nederland gebeurt. Met het besluit om kolencentrales te sluiten, probeert de regering te voldoen aan het Urgenda-vonnis en het klimaatdoel van Parijs om de opwarming van de aarde onder de 1.5°C te houden. Toch grijpen Uniper en RWE dit besluit aan om miljarden van Nederland te eisen. Alle belanghebbenden hadden het uitfaseren van kolen al van mijlenver kunnen zien aankomen. Desondanks besloten RWE en Uniper om in 2015 en 2016 nieuwe kolencentrales te openen.
Een ISDS-claim indienen kan alleen bij een speciaal tribunaal, met arbiters die per zaak worden aangewezen. Er klinkt veel kritiek op deze arbitrage-tribunalen: er zou sprake zijn van belangenverstrengeling en er is een groot gebrek aan transparantie over de totstandkoming van uitspraken. Bovendien zijn de schadevergoedingen die onder dit systeem worden toegekend veel hoger dan doorgaans onder Nederlands of Europees recht mogelijk is.
De recente uitspraak van het Europese Hof sluit aan bij het zogenaamde Achmea-arrest uit 2018. Daarin werd vastgesteld dat arbitrage tussen investeerders en staten op basis van bilaterale investeringsverdragen tussen EU-lidstaten onverenigbaar is met het bredere EU-recht. Het besluit van deze maand gaat nog een stap verder door specifiek het ECT te benoemen. Daarmee geeft het Europese Hof ook een sterk signaal af aan RWE en Uniper: ze hadden hun claims nooit mogen indienen.
Toch meldde RWE al in de Duitse media dat het bedrijf er van uit gaat dat deze uitspraak van het Hof ‘geen rechtstreekse gevolgen zal hebben voor de gestarte ISDS-procedure’. Daarnaast hebben arbiters die bij andere ISDS-zaken betrokken zijn eerder ook al het Achmea-arrest doodleuk naast zich neergelegd.
Als RWE en Uniper daadwerkelijk zelf aan de klimaatmaatregelen willen bijdragen, dan trekken ze hun juridische acties in. Immers, met hun handelen maken ze niet alleen de energietransitie duurder en vertragen ze deze. Ook zetten ze hiermee druk op de Nederlandse overheid, om niet datgene te doen wat nu hoognodig is in het licht van de urgente klimaatproblematiek.
‘Bedrijven als RWE zetten druk op de Nederlandse overheid om niet datgene te doen wat nu hoognodig is.’
Deze week onderhandelen vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat weer over de hervormingen van het ECT. Helaas hebben deze inspanningen tot nu toe nog nauwelijks tot wezenlijke verbeteringen geleid. Verschillende landen, waaronder Griekenland, Spanje, Polen en Frankrijk willen van het ECT af, inclusief de zogenaamde sunset clause waarmee bedrijven na afloop van het verdrag nóg twintig jaar claims kunnen indienen.
Door zich aan te sluiten bij deze groeiende groep EU-landen en uit het ECT te stappen, voorkomt Nederland dat noodzakelijke besluiten tegen klimaatverandering, en de uitvoering van het Urgenda-vonnis, niet langer worden gegijzeld door energiebedrijven met hun peperdure schadeclaims. Zo voorkomen we bovendien dat de rekening van de energietransitie nog verder bij de belastingbetaler wordt neergelegd.
Inmiddels hebben ruim 1 miljoen Europese burgers een petitie getekend tegen het ECT-verdrag. Deze handtekeningen worden vandaag overhandigd aan leden van de Tweede Kamer. Een overheid die daadwerkelijk voortvarend met haar klimaatambities aan de slag wil, moet zich van het ECT-juk bevrijden.
Marjan Minnesma is directeur van Stichting Urgenda.
Faiza Oulahsen is programmadirecteur van Greenpeace Nederland.
Peer de Rijk is campaigner klimaatrechtvaardigheid bij Milieudefensie.
Bart-Jaap Verbeek is onderzoeker bij Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen.
Dit opiniestuk is op 28 september 2021 verschenen in het Financieele Dagblad.
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?