Willen we structureel iets doen voor de miljoenen vluchtelingen en de huidige beschamende politieke verlamming in de toekomst voorkomen, dan moeten we naar het bredere plaatje kijken. Sociale onrust en gewapende conflicten worden altijd veroorzaakt door een scala aan factoren. Klimaatverandering is daar een van. Dat schreef Craig Bennett van Milieudefensie's zusterorganisatie Friends of the Earth in The Guardian. Hier een Nederlandse bewerking van zijn bijzondere artikel.
Door Craig Bennett van Friends of the Earth England, Wales and Northern Ireland (een zusterorganisatie van Milieudefensie).
Vorige week keek ik voor ik naar bed ging nog even bij mijn kinderen die veilig lagen te slapen. Met dubbele gevoelens. Ik dacht aan Abdullah Kurdi, die dat nooit meer zou kunnen doen. Miljoenen ouders van kleine kinderen in heel Europa zullen die emotie herkennen.
We zijn allemaal mensen. Daarom konden een enkele foto en een persoonlijk verhaal ons, zij het veel te laat, de ogen openen voor het menselijk drama van de vluchtelingencrisis in Europa en zo'n schok teweegbrengen in onze samenleving dat mensen nu massaal eisen dat er hulp wordt geboden.
Maar willen we structureel iets doen voor de miljoenen vluchtelingen en de huidige beschamende politieke verlamming in de toekomst voorkomen, dan moeten we ook naar het bredere plaatje kijken. Er zullen altijd gewapende conflicten zijn zolang er wrede dictators en terroristische groepen op de wereld rondlopen, en. Aan het afschuwelijke conflict in Syrie en aan de worsteling van Europa met de toestroom van tienduizenden vluchtelingen liggen veel oorzaken ten grondslag. Zoals ideologisch extremisme, militair ingrijpen door wereldmachten in strategische regio's, en wapenhandel die voortdurend nieuwe afzetmarkten zoekt. Maar dat zijn niet de enige factoren. Wetenschappers wijzen naar de droogte van 2006-2011 als een van de belangrijkste triggers voor de Syrische opstand van 2011. Deze droogte - de ernstigste sinds mensenheugenis in deze vruchtbare regio - zorgde voor mislukte oogsten en zette een massale trek van het platteland naar de steden in gang.
Eerder is al een verband gelegd tussen klimaatverandering en de droogte in Noord-Afrika die zorgde voor de dramatische stijging van de voedselprijzen voorafgaand aan de Arabische Lente. Al in 2007 stelde een VN-rapport dat klimaatverandering en aantasting van het milieu een cruciale factor vormden in het aanjagen van het conflict in Darfur een paar jaar eerder.
Voor de goede orde: Sociale onrust en gewapende conflicten worden altijd veroorzaakt door een scala aan factoren. Je kunt niet zeggen dat klimaatverandering de veroorzaker is van zulke conflicten. Tegelijkertijd is er afdoende bewijs dat klimaatverandering er wel degelijk aan bijdraagt. En als de huidige situatie laat zien wat er gebeurt als de gemiddelde temperatuur op aarde met minder dan 1degC is gestegen, dan moeten we ons hart vasthouden voor de toekomstige generaties wanneer de temperatuur met 2, 4 of zelfs 6 graden Celsius toeneemt.
Dan zal er in talloze regio's op aarde, al dan niet gepaard met gewapende conflicten, massamigratie op gang komen. In 2014 rapporteerde de Wereldbank dat klimaatverandering zal leiden tot een enorme toename van hittegolven en droogte, m.n. in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, waardoor de kans op het mislukken van oogsten, tekorten aan voedsel en water, conflicten en het op drift raken van mensen sterk zal toenemen. Op dit moment kent Bagdad 8 dagen van extreme hitte per jaar. Bij een temperatuurstijging van 2 graden zal dat oplopen tot naar schatting 90 dagen. En bij een stijging van 4 graden tot meer dan 115. Hetzelfde geldt voor Amman, Damascus, Beirut, Riyad.
De wereldgemeenschap, en daarbinnen vooral de rijkere landen, slaagt er nog altijd niet in klimaatverandering terug te dringen. En dus koersen we onverminderd af op temperatuurstijgingen in deze orde van grootte. Daarom neemt klimaat-adaptatie - het actief ingrijpen om ecologische, sociale en economische systemen minder kwetsbaar te maken voor de negatieve effecten van klimaatverandering - inmiddels een centrale positie in in de internationale klimaatbesprekingen. En daarom eisen de landen die het meest te lijden zullen hebben van klimaatverandering (meest armere landen) terecht tenminste 200 miljard dollar per jaar extra van de rijkere landen om aanpassing mogelijk te maken.
Maar met of zonder klimaatplannen is het hoogst naïef om te denken dat miljoenen mensen die de zwaarste klappen van klimaatverandering te verduren krijgen niet zullen willen wegtrekken. En bovendien moreel verwerpelijk om hen die mogelijkheid te ontzeggen, terwijl ze amper hebben bijgedragen aan de oorzaken daarvan. Voeg nog een flinke dosis gewapend conflict toe aan die mix, en de problemen die men nu in Boedapest of Calais ervaart zullen volledig verbleken bij wat er dan op ons af komt.
Er zijn geen makkelijke oplossingen. Maar rijke landen moeten nu op zijn minst de hulp en de middelen bieden om kwetsbare landen en gemeenschappen te helpen om zich voor te bereiden op klimaatverandering. En daarnaast veel meer doen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen door ons energieverbruik terug te dringen, te investeren in schone brandstoffen en fossiele brandstoffen in de grond te laten.
Over de volle breedte van het politieke spectrum klinkt de roep aan onze overheden om vluchtelingen de bescherming te bieden die ze nodig hebben, en terecht. Maar als we tegelijkertijd achterover blijven leunen als het gaat om klimaatverandering, dan zal een volgende nog grotere vluchtelingencrisis niet lang op zich laten wachten.
Craig Bennett is directeur van Friends of the Earth, de Britse zusterorganisatie van Milieudefensie.
Dit is een ingekorte versie van Craig Bennett's ingezonden stuk dat in The Guardian verscheen.
De originele Engelse versie van dit artikel verscheen op 7 september 2015 bij The Guardian
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?