Het demonstratierecht staat door optreden van de overheid onder druk. Hierdoor neemt het wantrouwen tussen burgers en overheid toe, waarschuwt Andy Palmen, gesteund door 30 maatschappelijke organisaties waaronder Milieudefensie.
Of het nu gaat om Afghanistan of Nederland, om vrouwenrechten of toegang tot zorg; actieve en mondige burgers veranderen samenlevingen. Door op te komen voor hun idealen, hun rechten op te eisen en door overheden ter verantwoording te roepen. Wereldwijd krijgen burgers helaas maar weinig ruimte om voor hun rechten op te komen. Uit onderzoek van CIVICUS, een mondiaal netwerk van ngo’s, vakbonden en kerken, blijkt dat slechts een schokkende 3,2 procent van alle wereldburgers in een open samenleving leeft. Nederland is gelukkig zo’n open democratie, maar er is een zorgwekkende trend gaande. De overheid schiet tekort in het waarborgen van het demonstratierecht.
Het College voor de Rechten van de Mens en de Nationale ombudsman hebben daarom hun zorgen geuit over het recht op demonstraties in Nederland. Ook Amnesty International doet dat in twee recente rapporten. Haar bevindingen: demonstraties worden zonder goede reden verboden, wat in strijd is met internationale verdragen. Deelnemers van protesten krijgen te maken met massale aanhoudingen. Actievoerders worden via sociale media gemonitord of krijgen onaangekondigd bezoek aan huis van de politie. En er is gebrek aan kennis bij de overheid over het demonstratierecht.
Die kennis wil ik hierbij graag samen met vertegenwoordigers van een dertigtal organisaties opvijzelen: demonstreren is een mensenrecht, géén gunst van de overheid. Het is de taak van de overheid en daarmee van de politie om demonstraties maximaal te faciliteren en demonstranten te beschermen. Alleen in het uiterste geval, wanneer bijvoorbeeld de volksgezondheid op het spel staat of dreigende wanorde niet door politie-inzet valt te beteugelen, is gepast ingrijpen gerechtvaardigd.
Tijdelijke overlast vormt géén reden om vooraf of tijdens demonstraties in te grijpen. Ook demonstranten die binnen de grenzen van het demonstratierecht burgerlijk ongehoorzaam zijn, moeten de ruimte krijgen om hun stem te laten horen. Gaan demonstranten grenzen over, dan is het de rechter die achteraf toetst en burgers indien nodig op de vingers tikt.
Machinisten staken soms voor fatsoenlijk loon, waardoor treinen niet rijden. Klimaatactivisten klimmen zo nu en dan over een hek van een fabriek of zorgen voor verkeershinder. Boeren blokkeren soms de snelweg met hun trekkers als ze naar het Malieveld gaan. Zolang het vreedzaam gaat, heeft de overheid dergelijk protest simpelweg de ruimte te geven. Omdat demonstraties onze samenleving vormgeven. Omdat we in een democratie leven. Omdat het ons grondrecht is. En vanzelfsprekend: geweld en intimidatie waar sommige groepen zich schuldig aan maken, hebben niets met demonstreren te maken en zijn onacceptabel.
We maken ons zorgen over de toon waarop sommige politici het debat over demonstraties voeren. Het lijkt in de media soms een wedstrijdje: wie durft de stoerste taal uit te slaan over protesten en demonstranten? En het gaat verder dan taal. Geweld en intimidatie tegen demonstranten lijkt zijn intrede te doen. Klimaatactivisten zijn thuis gearresteerd en voor de ogen van hun kinderen afgevoerd, de gemeente Den Haag zet waterkanonnen in tegen demonstranten op de A12. Alsof demonstranten een soort relschoppers zijn die geweld gebruiken. In plaats van burgers die zich zorgen maken over de toekomst van hun kinderen of van mensen aan de andere kant van de wereld, die niet gehoord worden door de Nederlandse politiek. De overheid gaat hiermee een grens over en lijkt de weg van escalatie in te slaan. Dat moet stoppen.
De Tweede Kamer houdt deze donderdag een rondetafelbijeenkomst om te praten over het recht op demonstreren. Dat is een uitgelezen moment om te werken aan het vertrouwen tussen burger en overheid. We weten uit de praktijk hoe het intimiderende optreden van de overheid en de politie wantrouwen in samenlevingen voedt. En zien de angst voor de overheid er bij demonstranten van links tot rechts insluipen.
Dat is de betonrot van onze democratie. We roepen het kabinet, kamerleden en burgemeesters daarom op: leer je burgers te vertrouwen. Denk na wat het betekent voor een demonstrant en voor onze samenleving, als de politie onnodig hard ingrijpt. Realiseer je dat demonstranten misschien wel de meest betrokken burgers van ons land zijn. Ze geven onze gezamenlijke toekomst vorm en zijn de zuurstof van onze democratie. Geef de ruimte. Koester de betrokkenheid. En laat stoere verkiezingstaal, intimidatie en waterkanonnen achterwege.
Deze opinie verscheen op 5 september 2023 in NRC.
Ondertekend door:
Andy Palmen, Greenpeace Nederland
Marit Maij, ActionAid
Ylse van der Schoot, Cordaid
Mark Boode, Teachers for Climate
Kirsten Meijer, Nederlands Helsinki Comité
Garance Reus-Deelder, Plan International in Nederland
Rolien Sasse, PAX
Neera van der Geest, FairClimateFund
Jurjen van den Bergh, DeGoedeZaak
Laura Hassler, Musicians Without Borders
Donald Pols, Milieudefensie
Mark Vermeulen, Aidsfonds
Michiel Servaes, Oxfam Novib
Jacqueline Lampe, RNW Media
Danielle Hirsch, Both END
Harmen Niemeijer, Micha Nederland
Julie Verhaar, Terre des Hommes
Reintje van Haeringen, CARE Nederland
Guido de Vries, Tearfund
Liana Hoornweg, Partos
Liset Meddens, Fossielvrij NL
Anne Jellema, Hivos
Marjan Minnesma, Urgenda
Evelijne Bruning & Annelies Kanis, The Hunger Project
Jelle Klaas, Public Interest Litigation Project (PILP)
Sascha Gabizon, WECF (Women Engage for a Common Future) International
Winnie Oussoren, Milieudefensie Jong
Carmen van Zantwijk, Youth for Climate NL
Rivka Meelis, Fridays for Future NL
Bas van Weegberg, Vakbond FNV
Laila Ait Baali, WO=MEN Dutch Gender Platform
Foto bovenaan: een demonstratie in Assen tegen gaswinning door de NAM. © Eelco Schouten
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?