Klimaatbeleid is een verdelingsvraagstuk, blijkt uit onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Volgens Donald Pols en Bas van Weegberg moet rechtvaardigheid daarom een vast onderdeel van het klimaatbeleid worden.
Het rapport ‘Rechtvaardigheid in klimaatbeleid’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) laat er geen twijfel over bestaan: klimaatbeleid is een verdelingsvraagstuk. Voor het slagen van het klimaatbeleid is een rechtvaardige verdeling van de klimaatkosten net zo belangrijk als maatregelen die de CO2-uitstoot omlaag brengen. Zonder een eerlijke verdeling van de lusten en lasten van klimaatbeleid organiseert de regering haar eigen weerstand en daarmee vertraging van de energietransitie, stelt de WRR. De aanbevelingen van de raad moeten daarom onverkort worden uitgevoerd: maak rechtvaardigheid een vast onderdeel van het klimaatbeleid.
Nederland is een van de meest ongelijke landen ter wereld qua verdeling van rijkdom, vooral door de vermogensverdeling. De rijkste 20 procent van de huishoudens heeft 75 procent van de vermogens in handen. Het ongenoegen over de scheve verhoudingen wordt inmiddels maatschappijbreed gedragen. Van links tot rechts is men het erover eens dat de sterkste schouders niet de zwaarste lasten dragen, terwijl dat wel het geval zou moeten zijn. Dit principe geldt net zozeer voor verdeling van de klimaatlusten en -lasten.
Mensen met de laagste inkomens veroorzaken tien keer minder klimaatschade dan de rijkste 1 procent. En terwijl mensen met de hoogste inkomens de meeste CO2 uitstoten, reduceren zij hun uitstoot het minst. Ook komen subsidies voor verduurzaming, zoals voor zonnepanelen en elektrische auto’s, vooral bij de rijken terecht, bleek uit onderzoek van Ecorys. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat de Amsterdammers met de minste koopkracht niet in staat zijn hun huis te verduurzamen.
Het is dus geen verrassing dat Nederlanders het klimaatbeleid onrechtvaardig vinden, zoals blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de WRR. Terwijl duidelijk is dat grote bedrijven wegkomen met vervuiling, moeten burgers wél de rekening betalen. Grote groepen Nederlanders komen moeilijk rond en veroorzaken zelf nauwelijks vervuiling. Hoe leg je dan uit dat tegelijkertijd miljarden aan gemeenschapsgeld gaan naar subsidies voor fossiele energiebedrijven, vrijstelling van kerosinebelasting en de absurd lage energiebelasting voor de energie-intensieve industrie? En dit alles, terwijl ondertussen consumenten worden geconfronteerd met een torenhoge energiebelasting.
Zorg dat niemand onder een minimum zakt. Dat is het verdelingsprincipe dat de meeste steun krijgt volgens I&O Research, en dat is gelijk ook het meest essentiële. Sociale ongelijkheid ondermijnt het draagvlak voor het stoppen van gevaarlijke klimaatverandering en is simpelweg oneerlijk. Het is daarom hoog tijd dat het klimaatbeleid als verdelingsvraagstuk wordt behandeld. Want zolang de regering dit niet doet, wordt in Den Haag inkomenspolitiek bedreven via klimaatbeleid. Maar dan ten gunste van de rijken en de grote bedrijven.
Donald Pols is directeur van Milieudefensie. Bas van Weegberg zit in het dagelijks bestuur van vakbond FNV.
Dit artikel verscheen op 22 maart 2023 in Het Parool.
Foto bovenaan: windturbines en vervuilende industrie. © Annet Neijmeijer
Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?