Alle industrie vergroenen is een illusie, de vraag is welke we willen behouden

'De industrie’ gaat verduurzamen. En daarin moeten we miljarden gemeenschapsgeld investeren. Dat staat in het klimaatakkoord, maar moeten we dat willen voor de vijf olieraffinaderijen die Nederland rijk is? En voor de twee enorme kunstmestfabrieken? Het is tijd dat we praten over welke industrie nog nodig en gewenst is in een klimaateconomie die geen broeikasgas meer uitstoot. Want we kunnen geen windparken gaan bouwen om álle industrie van groene waterstof te voorzien.



In het kort

  • Verdienmodel industrie is nog onvoldoende onderwerp van debat.
  • Welke soort industrie is straks nodig en gewenst?
  • Kritisch kijken welke sector voor groene subsidie in aanmerking mag komen.

Opinie  van Donald Pols (Financieel Dagblad 28 september 2020)

De verschillende economische sectoren in Nederland: energie, luchtvaart, landbouw en industrie, tonen een patroon. Ze hanteren hetzelfde verdienmodel, gebaseerd op grootschalige import van ruwe grondstoffen, verwerking tot eindproducten in Nederland, en export van bulkproducten tegen lage winstmarges.

Dat verdienmodel is onhoudbaar. Aandeelhouders van multinationals profiteren op deze wijze ten koste van werknemers en bedrijven in de keten die worden uitgeknepen. Bovendien ligt dit model op ramkoers met onze planeet en leefomgeving. Bij de energiebedrijven is dat kwartje al gevallen, bij landbouw en luchtvaart zitten we middenin het maatschappelijke debat, alleen bij de industrie lijkt het nog business as usual.


Tegen beter weten

Nog maar 15 jaar geleden besloot de regering tegen beter weten in dat er in Nederland vier grote nieuwe kolencentrales bij zouden komen. De stroomvraag stijgt, de industrie heeft goedkope stroom nodig en we kunnen stroom exporteren en eraan verdienen, was de gedachte. Uiteindelijk gingen er in 2016 drie kolencentrales open, die toen al voor de helft waren afgeschreven vanwege de slechte vooruitzichten.

De stroomvraag steeg niet door energiebesparing, en Nederland schakelt in rap tempo over naar wind- en zonne-energie. De maatschappelijke acceptatie van kolencentrales is verdwenen. Vanaf 2030 moeten ze weer sluiten.

Ook de luchtvaart hanteert nog een import/export-model. Schiphol moet een goedkope hub zijn, waar mensen uit heel Europa overstappen op een intercontinentale vlucht. Dat vereist groei van Schiphol en dat is goed voor de Nederlandse economie, zo was jarenlang het decreet.

Onderbouwing werd nooit geleverd. Tegelijkertijd worden steeds meer omwonenden opgezadeld met geluidsoverlast en luchtvervuiling, vooral nu Lelystad Airport toch open dreigt te gaan. Deze groeiplannen roepen brede weerstand op. Krimp van de luchtvaart kan nu op meer bijval rekenen dan groei.


Mythe

Dat Nederland zou draaien op grootschalige import, verwerking en export, blijkt een mythe te zijn. Neem de landbouw, die de inrichting van grote delen van het Nederlandse landschap bepaalt: de export van landbouwproducten draagt voor maar 4,4% bij aan het bbp.

Het model van een enorme veestapel, massale import van soja uit het Amazonegebied en export van vlees tegen dumpprijzen is onhoudbaar. Boeren worden erdoor uitgeknepen, het heeft een enorme klimaatimpact en het leidt tot aantasting van de natuur. En daar heeft de rechter nu een absolute streep getrokken. Links- of rechtsom moet de veestapel sterk krimpen.

En dan de industrie. Olieraffinage en kunstmest zijn op den duur niet meer nodig als we overstappen op elektrisch vervoer en kringlooplandbouw. De productie van basischemicaliën kan door recycling van kunststof sterk worden teruggebracht. Ook staal wordt in toenemende mate gerecycled.

Uiteindelijk moet groene waterstof, geproduceerd uit vooral windmolens op de Noordzee, een groot deel van de benodigde energie gaan leveren voor een klimaatneutrale industrie, maar groene waterstof is voorlopig nauwelijks beschikbaar. Nederland heeft relatief veel zware industrie. We kunnen niet genoeg windparken bouwen om al die industrie te voorzien van waterstof. Dan is het zaak dat die waterstof naar dié industrie gaat die nog nodig is in een klimaateconomie.

‘Nederland heeft relatief veel zware industrie. We kunnen niet genoeg windparken bouwen om al die industrie te voorzien van waterstof’

Welke industrie verdient subsidies voor groene investeringen? Daarover nu strategisch nadenken voorkomt dat we op het verkeerde paard wedden, of dat we geen keuzes maken.

Leidt dit niet tot verlies van banen? Nee. Een klimaateconomie, waarin klimaat en economie elkaar versterken, leidt tot meer banen dan een fossiele economie, omdat schoon produceren meer arbeid vraagt per product. Sterker nog, we komen vakmensen te kort. Het wordt tijd dat we werknemers in de fossiele sector met behoud van inkomen omscholen.

Volg Donald Pols op Twitter

Word lid van Milieudefensie

Terwijl de klimaatcrisis steeds zichtbaarder wordt, laten politici en grote vervuilers het afweten. In je eentje los je dat niet op. Dankzij onze leden lukt dat wel. We hebben invloed en krijgen veel voor elkaar. Met meer leden kunnen we meer doen. Doe je mee?

Loading...