jaarverslag 2019
We versterken de internationale milieubeweging

We doen dit werk als onderdeel van 2 programma’s die doorlopen tot 2020 en worden gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken: de Fair, Green en Global Alliance en de Green Livelihoods Alliance. 

In 2019 werkten we aan heel veel projecten, teveel om hier allemaal te bespreken. Daarom geven we hier een korte impressie:

Fair, Green and Global Alliance (FGG)

De Fair, Green and Global Alliance (FGG) is een samenwerkingsverband van Milieudefensie met Both ENDS, SOMO, Transnational Institute, ActionAid en de Schone Kleren Campagne. Binnen het programma werken we samen met Friends of the Earth Europe, Friends of the Earth International en in 2019 met milieuorganisaties in Mozambique, Togo, Nigeria, Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia en Honduras. 

De FGG werkt aan het eerlijker en groener maken van het beleid van overheden en olie- en gasbedrijven. Samen met onze zusterorganisaties ter plaatse ondersteunen we de strijd van gemeenschappen die hun bos-, vis- en landbouwgrond dreigen te verliezen. Zo willen we bereiken dat het milieu, de natuur en het klimaat gespaard worden en dat mensen in het Zuiden een goed leven hebben, zonder armoede.

Terwijl Nederland stapvoets begint om te schakelen, zijn de Nederlandse regering en het Nederlandse bedrijfsleven nog volop betrokken bij olie- en gaswinning in het Zuiden. Zo draagt Nederland bij aan het verder achterop raken van ontwikkelingslanden. En dat is oneerlijk. Daarom steunen we milieuorganisaties in Afrika en Latijns-Amerika in hun strijd tegen bestaande en nieuwe olie- en gasprojecten. 

Waar droegen we aan bij in 2019?
Een aantal voorbeelden
...

  • We deden, samen met groepen ter plaatse, onderzoek naar de uitbreidingsplannen van olie- en gaswinning in West-Afrika en Latijns-Amerika, de rol die Shell en overheden daarin spelen en de gevolgen voor de bevolking. 
  • We financierden, net als in 2018, uitwisselingen tussen gemeenschappen van vissers en boeren. Zo kunnen zij beter samenwerken en staan ze samen sterker tegen de olie-industrie. 
  • In ons magazine Down to Earth verscheen een fotoreportage van ons bezoek aan een van bovengenoemde uitwisselingen in Brazilië. Er was toen net een grote olielekkage geweest die de kustgemeenschappen trof. Op de fotoreportage volgde media-aandacht
  • Onze zusterorganisatie in Nigeria behaalde een belangrijk resultaat: de Nigeriaanse regering nam een wet aan die het affakkelen van gas verbiedt. Gasaffakeling door bedrijven als Shell is heel slecht voor het klimaat en vergiftigt land, water en mensen in de wijde omtrek.
  • In 2019 begon Shell eindelijk met het opruimen van de olievervuiling in de Nigerdelta. We ondersteunden onze Nigeriaanse zusterorganisatie jarenlang op de 2 laatstgenoemde punten.

Onze klimaatrechtszaak tegen Shell inspireert anderen

Er is in de wereld grote belangstelling voor onze klimaatrechtszaak tegen Shell. Deze zaak maakt geen onderdeel uit van het FGG-programma maar vormt wel een inspiratiebron voor milieu- en mensenrechtenorganisaties wereldwijd. We ontvingen uitnodigingen om onze inzichten te delen die we bij het schrijven van de dagvaarding tegen Shell hebben opgedaan. 

  • We spraken op seminars, zoals bij de klimaattop in Madrid, over de klimaataansprakelijkheid van olie- en gasbedrijven. 
  • We inspireerden groepen uit onder andere Nepal, Bangladesh, Sri Lanka, Mozambique, Oeganda en Frankrijk om onze ideeën te gebruiken om klimaatmisstanden in hun land aan te pakken. 
  • Een mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties (VN) nam ons standpunt over in een advies aan de VN wat betreft de klimaatverantwoordelijkheid van bedrijven.
  • In Pakhuis de Zwijger was veel belangstelling voor een avond over klimaatrechtszaken. Hier kun je de avond terugkijken.
  • Frascati maakte naar aanleiding van onze rechtszaak het theaterstuk 'De zaak Shell - Repetities voor de werkelijkheid'. In 2020 volgen meer afleveringen van dit theaterproject.

Wereldwijd onderzoek

In 2019 deden we wereldwijd onderzoek om misstanden onder de aandacht te brengen.

  • Schone schijn
    We brachten de ware aard aan het licht van Shell's klimaatplannen. Het bedrijf presenteerde plannen die er op het eerste gezicht mooi uitzagen, maar uiteindelijk weinig bleken voor te stellen. In het rapport 'Schone Schijn: Waarom Shell's klimaatplannen misleidend zijn' legden we uit hoe dat zit. 
  • Nieuwe olie- en gasprojecten
    In het rapport, 'Oil, Gas and the Climate', lieten we zien dat Shell en andere oliebedrijven de komende jaren ruim duizend miljard euro willen investeren in nieuwe olie- en gasprojecten. En dat terwijl het winnen van olie en gas uit bestaande bronnen het halen van de klimaatdoelstellingen van Parijs al onmogelijk maakt.
  • Onze overheid steunt fossiel
    In het rapport 'Fossil fuel subsidies in draft EU National Energy and Climate Plans' lieten we zien dat de winning en het gebruik van fossiele energie nog altijd door de Nederlandse overheid wordt gesteund. Jaarlijks met maar liefst 7,6 miljard euro, bijvoorbeeld in de vorm van exportkredietverzekeringen voor oliebedrijven die nieuwe olie- en gasvoorraden willen aanboren. Diverse Kamerleden steunden onze oproep aan de regering om hiermee te stoppen. De regering ontkende eerst dat ze fossiele energie subsidiëren maar gaf uiteindelijk toe en wil stappen nemen om dit te veranderen. In 2020 gaan we verder met dit onderwerp.

Hierover verschenen artikelen in de NRC, de Volkskrant en De Telegraaf.

CETA

In 2019 bleven we ons verzetten tegen handels- en investeringsverdragen die teveel macht aan bedrijven geven. Zoals CETA, het verdrag tussen de EU en Canada met het beruchte ISDS (Investor-State Dispute Settlement).

We lieten in het rapport 'Buigen of barsten' zien hoe een oliebedrijf als Shell ISDS gebruikte om Nigeria onder druk te zetten om een olieveld te bemachtigen. En we toonden aan dat Amerikaanse oliebedrijven met CETA hetzelfde kunnen doen in Nederland. Hiermee maakten we duidelijk dat CETA een klimaatrechtvaardige energietransitie in Nederland in de weg staat. Lees het artikel hierover in de Volkskrant. 

Omdat het de bedoeling is dat CETA ook het model wordt voor investeringsverdragen met ontwikkelingslanden, maken ook onze zusterorganisaties in het Zuiden zich ongerust. 70 organisaties schreven samen met ons een brief aan de Tweede Kamer met de vraag tegen CETA te stemmen. Organisaties uit onder andere Papoea-Nieuw-Guinea, Indonesië, de Filipijnen, Nepal, Bangladesh, Sri Lanka, Mozambique, Zimbabwe, Burundi, Oeganda, Nigeria, Togo, Ghana, Liberia, Guatemala, El Salvador, Haïti en Paraguay deden mee.
Lees meer bij hoogtepunt 6.

Green Livelihoods Alliance

De Green Livelihoods Alliance (GLA) is een samenwerkingsverband van Milieudefensie met de Nederlandse organisaties IUCN NL en Tropenbos International.

In totaal werkt de GLA samen met zo’n 70 milieuorganisaties op het zuidelijk halfrond. De GLA zet in op het versterken van lokale gemeenschappen. Samen met onze zusterorganisaties ter plaatse ondersteunen we de strijd van gemeenschappen die hun bos- en landbouwgrond dreigen te verliezen. Bijvoorbeeld door de aanleg van palmolieplantages en illegale houtkap. 

Ook werken we met het Just Energy Transition-programma (JET) aan het bevorderen van duurzame energie en het tegengaan van olie- en gaswinning in onder andere bosgebieden.

Milieudefensie werkt binnen de GLA samen met Friends of the Earth International, Friends of the Earth Europe en met Friends of the Earth zusterorganisaties in Liberia, Ghana, Nigeria, Togo, Kameroen, Mozambique, de Filipijnen, Indonesië, Paraguay en Colombia. 

Bindende regels

Naast de samenwerking met Friends of the Earth groepen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika werken we ook op internationaal niveau aan het verminderen van druk op de bossen. Zo klagen we in Nederland en Brussel de aanjagers van ontbossing en mensenrechtenschendingen aan. Nederlandse banken die palmoliebedrijven financieren bijvoorbeeld. Daarnaast pleiten we voor bindende regels: voor banken en het internationale bedrijfsleven. Zodat zij geen foute investeringen meer kunnen doen.

Waar droegen we aan bij in 2019?
Een aantal voorbeelden...

  • Indonesië
    WALHI, de zusterorganisatie van Milieudefensie in Indonesië, klaagde met succes president Joko Widodo aan. De president voerde een bepaling door die het mogelijk maakte dat beschermde bossen toch werden omgezet in palmolieplantages. Door de uitspraak van de rechter is dit niet meer mogelijk. Een groot succes voor WALHI en voor het behoud van het bos. 
  • Kameroen
    CED, Centre pour l’Environnement et le Développement/ Friends of the Earth Kameroen voerde in het hele land campagne om de uitbreiding van industriële plantages aan banden te leggen. Zij hielp verschillende lokale gemeenschappen om zichzelf beter te organiseren in de strijd tegen ontbossing, om sterker te staan tegen machtige bedrijven en de overheid. 
  • Ghana
    FoE-Ghana kreeg het samen met lokale bosbeschermers voor elkaar dat illegale houtkap ter plaatse vrijwel helemaal stopte. Hout werd in beslag genomen, bedrijven vertrokken en gemeenschappen eisten voor het eerst sociale compensatie. De bosbeschermers maakten succesvol gebruik van de TIMBY-app.

Wat is TIMBY?

TIMBY staat voor This Is My Backyard. Met de TIMBY-app kun je makkelijk misstanden vastleggen en bewijs verzamelen om bedrijven ter verantwoording te roepen. Hoe? De app slaat de precieze locatie van het misstand op, met beeld en geluid. 


Extra ogen en oren

Daniëlle van Oijen, programmacoördinator Bossen: ‘Illegale boskap en landroof vindt vaak plaats in afgelegen gebieden, buiten het blikveld van controlerende instanties. Met de TIMBY-app kunnen lokale bosbeschermers misstanden op een veilige manier heel precies vastleggen. Zo krijgen we er veel extra oren en ogen bij in het regenwoud. We promoten de app in Liberia, Ghana, Togo, Mozambique, Kameroen, Colombia, de Filipijnen en Indonesië. We werken nauw samen met lokale gemeenschappen. Zij weten het beste hoe de vork in de steel zit.'

  • Liberia
    Samen met onze zusterorganisatie in Liberia, Sustainable Development Institute (SDI), zetten we ons in voor de rechten van lokale gemeenschappen die zich verzetten tegen de uitbreiding van palmolieplantages. In 2019 boekten we daarbij een aantal mooie successen:
  1. Na jarenlang onderzoek en verschillende klachtenprocedures is het palmoliebedrijf Golden Veroleum Liberia eindelijk gestopt met de uitbreiding van destructieve plantages. 
  2. Het bedrijf Equatorial Palm Oil beloofde na de publicatie van ons onderzoek om de afspraken met lokale gemeenschappen over hun rechten en compensatie formeel vast te leggen. Ook hebben ze nu geen uitbreidingsplannen die het bos verder aantast.
  3. Daniëlle van Oijen, programmacoördinator Bossen: ‘Samen met SDI deed ik onderzoek bij de palmolieplantage. We berekenden hoeveel hectare bos zou sneuvelen bij uitbreiding van de plantage en samen met de lokale gemeenschap brachten we hun land in kaart. Hieruit bleek dat het palmoliebedrijf veel te veel land heeft ingepikt en dat de gemeenschap volstrekt onvoldoende grond heeft om zichzelf van voedsel te voorzien.
  • Nigeria, de Democratische Republiek Congo en Oeganda
    Samen met IUCN NL en Tropenbos International ondersteunden we binnen het Just Energy Transition-programma partnerorganisaties in Nigeria, de Democratische Republiek Congo en Oeganda in hun strijd tegen olie- en gaswinning in natuur- en bosgebieden. Onze partners mobiliseerden lokale gemeenschappen om in actie te komen. Ook riepen zij overheden en bedrijven op om te stoppen met fossiel en te investeren in groene en duurzame oplossingen.

    In 2019 breidden we ons werk binnen dit programma uit naar West-Afrika (o.a. Togo en Ghana) en Zuid-Amerika (o.a. Argentinië, Bolivia)

Friends of the Earth Europe

Friends of the Earth Europe zet zich in voor beleid dat de import van ontbossingsproducten moet stoppen. In 2019 coördineerde zij een brief aan EU-instellingen over het handelsverdrag MERCOSUR. Dit verdrag kan zeer veel schade aanrichten aan bossen en mensen in Zuid-Amerika. Meer dan 340 maatschappelijke organisaties onderschreven de brief. 

De ‘omgekeerde persreis’

In oktober 2019 verwelkomden wij Liberiaanse, Indonesische en Kameroense journalisten in Nederland voor een ‘omgekeerde persreis’. Zo vroegen we in deze landen en in Nederland aandacht voor de kwalijke rol van Nederlandse investeerders in het buitenland. Lees hierover in hoogtepunt 7. 

Klacht tegen ING

Op 5 juli dienden wij, samen met onze zusterorganisaties in Indonesië en Liberia, een klacht in tegen ING bij het Nationaal Contactpunt (NCP) van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).

Wij willen dat ING haar financiële banden verbreekt met 3 palmoliebedrijven en daarnaast remedy (genoegdoening/herstel) biedt aan lokale gemeenschappen die met deze misstanden geconfronteerd worden. Deze 3 palmoliebedrijven zijn verantwoordelijk voor grootschalige verwoesting van tropisch regenwoud (Noble), landroof (Bolloré) en kinderarbeid (Wilmar). ING weet al heel lang dat deze bedrijven de fout in gaan maar heeft te weinig gedaan om deze misstanden te voorkomen. ING draagt zo bij aan deze misstanden. 

De richtlijnen van de OESO geven aan hoe bedrijven zich horen te gedragen en moeten omgaan met mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. Als de OESO oordeelt dat ING de OESO-richtlijnen niet naleeft, heeft dat gevolgen: de bank kan worden uitgesloten van handelsmissies, subsidies en overheidssteun in het buitenland.

Onze klacht is uniek omdat een bank voor het eerst wordt verweten dat het zélf bijdraagt aan misstanden in plaats van er alleen direct aan gelinkt te zijn. Als dit erkend wordt, wordt ING ook verantwoordelijk voor de remedy aan de slachtoffers. Op dit moment zitten we in een mediation-proces achter gesloten deuren met het NCP als mediator. Met onze klacht laten we zien dat bindende wet- en regelgeving voor financiële instellingen hoognodig is. 


Een VN-verdrag voor bindende regels 

Grote internationale bedrijven kunnen vaak ongestraft de wet overtreden. Zij stelen bijvoorbeeld land, verjagen mensen en maken zich soms zelfs schuldig aan mishandeling en moord. Samen met Friends of the Earth-groepen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië pleiten we voor een VN-verdrag met bindende regels voor het bedrijfsleven. Hoe? Door nationale overheden en de EU te beïnvloeden en daarmee hun standpunt richting de VN.

  • Friends of the Earth Europe organiseerde samen met ons een speakerstour waarin mensenrechtenverdedigers van 6 Friends of the Earth-partners naar Europa kwamen om gezamenlijk te lobbyen voor het VN-verdrag in Frankrijk, Spanje, Nederland, België, Duitsland, Denemarken en Zweden. 
  • We organiseerden een groot evenement in Pakhuis de Zwijger waar de mensenrechtenverdedigers hun verhalen deelden met 300 Nederlanders.
  • De sprekers werden uitgenodigd door de minister van Buitenlandse zaken voor een gesprek.
  • De sprekers namen deel aan een sessie met Nederlandse parlementariërs.
  • Milieudefensie was samen met Friends of the Earth International en andere Friends of the Earth zusterorganisaties aanwezig bij de onderhandelingen over een VN-verdrag in Genève. 


Eerlijk omschakelen wereldwijd 

We zetten ook wereldwijd in op eerlijk omschakelen. 

  • In oktober 2019 bracht de Just Transition Equity-conferentie activisten en onderzoekers uit de hele wereld samen om na te denken over een rechtvaardige en inclusieve energietransitie vanuit een Noord-Zuid-perspectief.
  • Samen met Both ENDS en onze Afrikaanse partners in Ghana, Oeganda, Nigeria en Togo zetten we een onderzoek op: wat is de invloed van fossiele steun via exportkredietverzekeringen (EKVs) op de lokale gemeenschappen en de natuur in deze landen? Wereldwijd blijven EKVs massaal in fossiel investeren en zetten hiermee het Akkoord van Parijs onder druk. 
  • We waren betrokken bij de rechtszaak van Oegandese ngo’s en Friends of the Earth France tegen het Franse olie- en gasbedrijf Total. Hun olie-activiteiten in Oeganda bedreigen lokale gemeenschappen en beschermde natuurgebieden in hun voortbestaan. Wij hielpen mee met het mobiliseren van brede internationale steun voor de zaak.
  • Tijdens de klimaattop in Madrid organiseerden we een inspirerende discussie met vrouwenrechten-activisten uit de hele wereld. We analyseerden wat een rechtvaardige transitie inhoudt vanuit een vrouwenrechtenperspectief. Dit leidde tot nieuwe inzichten waar we in 2020 mee aan de slag gaan.