Milieudefensie maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van Friends of the Earth International. We werken nauw samen met onze Friends of the Earth zusterorganisaties in Afrika, Azië, Europa en Zuid-Amerika. Samen pakken we met succes misstanden aan. We doen dat op internationaal niveau, in de betrokken landen én in Nederland.
Het is belangrijk dat we in Nederland en Europa snel stoppen met activiteiten die het klimaat en tropische bossen schaden en die mensenrechten schenden. Daarom moeten Nederland en Europa wetten maken zodat Nederlandse bedrijven stoppen met het winnen van fossiele energie en het financieren van industriële landbouw in andere delen van de wereld.
We werken hieraan binnen 2 internationale programma’s waarvoor we subsidie krijgen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken:
De Fair, Green and Global Alliance (FGG) is een samenwerkingsverband van Milieudefensie met Both ENDS, SOMO, Transnational Institute, ActionAid, Schone Kleren Campagne/Clean Clothes Campaign, The Samdhana Institute en IT for Change. Binnen het programma werken we samen met Friends of the Earth Europe, Friends of the Earth International en in 2023 met milieuorganisaties in Togo, Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia en Honduras. Daarmee versterken we de internationale milieubeweging.
De FGG-alliantie werkt aan het eerlijker en groener maken van het beleid van overheden en bedrijven. Samen met onze partnerorganisaties ter plaatse ondersteunen we de strijd van gemeenschappen die door oneerlijke internationale handel en investeringsbeleid hun bos-, vis- en landbouwgrond dreigen te verliezen. Zo willen we bereiken dat het milieu, de natuur en het klimaat gespaard worden en dat mensen in het mondiale Zuiden een goed leven kunnen leiden, zonder armoede.
Terwijl Nederland stapvoets begint om te schakelen op duurzame energie, zijn de Nederlandse regering en het Nederlandse bedrijfsleven nog volop betrokken bij olie- en gaswinning in landen in het mondiale Zuiden. Zij ontwikkelen nieuwe fossiele energie-infrastructuur die binnenkort achterhaald is en investeren te weinig in de ontwikkeling van duurzame energie.
Daarnaast hebben veel Afrikaanse landen te maken met de negatieve gevolgen van grondstoffenwinning en grootschalige hernieuwbare projecten voor de Europese energietransitie. De lokale bevolking en de natuur lijden hieronder. Zo draagt Nederland bij aan het verder achterop raken van landen in het mondiale Zuiden. Daarom steunen wij milieuorganisaties in Afrika en Latijns-Amerika in hun strijd tegen bestaande en nieuwe olie- en gasprojecten en pleiten wij voor een eerlijke en rechtvaardige energietransitie.
In Latijns-Amerika
De fossiele energie-industrie, en met name Shell, blijft uitbreiden in Zuid-Amerika. We onderzoeken dit samen met onze partnerorganisaties in Honduras, Brazilië, Colombia, Argentinië en Bolivia. Ook brachten we, samen met deze organisaties, vissers- en kustgemeenschappen die onder olie- en gaswinningsoperaties lijden of dreigen te gaan lijden, met elkaar in contact. Deze gemeenschappen steunden we in hun lokale, nationale en internationale campagnes, zowel financieel als in hun strategie en netwerk-ontwikkeling.
Mede door de inzet van onze partner Friends of the Earth Colombia (Censat) is de Colombiaanse regering van plan om te stoppen met fracking van fossiele energie. Zij gaat inzetten op de transitie naar hernieuwbare energie. Colombia is het eerste olieproducerende land dat lid is geworden van de Beyond Oil and Gas Alliance. Het is veelzeggend dat de directeur van Friends of the Earth Colombia inmiddels onderminister van Milieu en Ontwikkeling van Colombia is geworden.
In Afrika
In Togo komen kustgemeenschappen letterlijk onder water te staan door de stijgende zeespiegel. Met onze steun heeft Friends of the Earth Togo deze gemeenschappen bij elkaar gebracht om onderzoek te doen naar de gevolgen van het stijgende zeewater en de relatie met de olie- en gasindustrie. Het doel is om dit bij de organisatie Economic Community of West African States (ECOWAS) aan te kaarten.
Ook stond 2023 in het teken van het verbinden van vissersorganisaties aan beide kanten van de Atlantische Oceaan. We lieten organisaties uit Zuid-Afrika en het regionale netwerk van Oilwatch in Latijns-Amerika met elkaar kennismaken. Zo bouwen we aan een steeds sterker wordend internationaal netwerk dat zich verzet tegen de fossiele industrie.
Energiehandvest Verdrag
Het Energy Charter Treaty (ECT), een multilateraal verdrag dat de investeringen en belangen van de fossiele industrie beschermt, is in werking sinds 1998. Mede dankzij gerichte lobby en de campagne van Friends of the Earth Europa kondigden in 2023 Ierland, Denemarken en Bulgarije aan uit dit verdrag te willen stappen, naast de 7 EU-landen, waaronder Nederland, die dit al eerder aankondigden. Omdat dit verdrag niet in lijn is met het EU-beleid en de klimaatambities lanceerde de Europese Commissie in 2023 een voorstel voor een gecoördineerde terugtrekking van de EU en alle lidstaten uit dit verdrag. Dit is een historisch besluit omdat het de eerste keer is dat klimaatzorgen boven handel- en investeringsbelangen worden geplaatst. FGG heeft hiertoe veel mediawerk in EU-landen gedaan, en zorgde via petities en publiekscampagnes voor veel druk op de besluitvormers.
Fossielvrije Politiek
Het publieke bewustzijn en de ontevredenheid over de enorme invloed van fossiele bedrijven op het klimaatbeleid namen in 2023 verder toe. De Fossil Free Politics-campagne, waarvan Friends of the Earth Europa een van de leidende groepen is, bouwt daarop voort door te pleiten voor een ‘firewall’ tussen EU-besluitvormers en (lobbyisten van) olie- en gasbedrijven. In maart 2023 dienden ze een petitie in bij het Europees Parlement met het verzoek om onderzoek te doen naar de rol van deze bedrijven in de energiecrisis en de afhankelijkheid van de EU van Russische olie en gas. In oktober stemde de petitie-commissie van het Europees Parlement ermee in om een hoorzitting te organiseren, in februari 2024.
Uitfaseren Fossiele Brandstoffen
In december 2023 zijn landen tijdens de UNFCCC COP28 voor het eerst in de geschiedenis overeengekomen om af te stappen van fossiele brandstoffen. Dit is een belangrijk signaal dat er geen toekomst is voor fossiele brandstoffen in energiesystemen. Milieudefensie heeft aan dit resultaat bijgedragen door:
EU-Mercosur handelsakkoord
De voorgenomen EU-Mercosur-deal leidt tot ontbossing, klimaatverandering en mensenrechtenschendingen. Door de sterke druk van het publiek en de media hebben verschillende EU-lidstaten en het Europees Parlement gezegd dat de deal in de huidige vorm niet acceptabel is. Friends of the Earth Europa zorgde ervoor dat kritische landen hun zorgen bleven uiten.
De Green Livelihoods Alliance (GLA) is een programma voor de bescherming van tropische bossen en de mensen die daar direct van afhankelijk zijn. Samen met onze Friends of the Earth-zusterorganisaties ter plaatse ondersteunen we de strijd van gemeenschappen die hun bos- en landbouwgrond dreigen te verliezen, bijvoorbeeld door de aanleg van palmolieplantages of door illegale houtkap. Ook werken we in het Just Energy Transition (JET)-themaprogramma aan het bevorderen van duurzame energie en het tegengaan van olie- en gaswinning in waardevolle natuur.
Naast Milieudefensie bestaat de alliantie uit SDI (Friends of the Earth Liberia), het Filipijnse NTFP-EP, Gaia Amazonas in Colombia en de Nederlandse organisaties IUCN NL en Tropenbos International. In totaal werkt de GLA samen met zo’n 70 milieuorganisaties: naast Friends of the Earth International en Friends of the Earth Europa ook met Friends of the Earth-organisaties en bondgenoten in Argentinië, Brazilië, Colombia, de Democratische Republiek Congo, de Filipijnen, Gabon, Ghana, Indonesië, Ivoorkust, Kameroen, Liberia, Maleisië, Mozambique, Oeganda, Paraguay, Sierra Leone en Togo.
Zoals ook in de inleiding van dit hoogtepunt staat, publiceerde de OESO in juni de herziene OESO-richtlijnen voor multinationale bedrijven 2023. Voor het eerst staan hier duidelijke regels in over het klimaat en een rechtvaardige transitie naar een duurzame economie (Just Transition). Milieudefensie werkte er hard aan om dit voor elkaar te krijgen.
In de vorige versie van de OESO-richtlijnen ging het wel over het effect van bedrijven op het milieu maar het klimaat werd niet letterlijk genoemd. In de nieuwe versie gebeurt dat wel; bedrijven moeten in kaart brengen welk effect ze hebben op het klimaat. Dat geldt voor hun hele waardeketen en voor de directe én indirecte uitstoot van CO2.
In de richtlijnen staat nu ook dat de overstap van olie en gas naar schonere vormen van energie op een eerlijke manier moet gebeuren. Met andere woorden: bedrijven zijn verantwoordelijk voor een eerlijke energietransitie. Het is heel belangrijk dat de omschakeling naar schone energie niet alleen zorgt voor weinig CO2-uitstoot, maar ook wordt gemaakt met respect voor mensenrechten en het milieu.
Rechters kunnen de OESO-richtlijnen gebruiken om te beoordelen of een bedrijf goed of slecht heeft gehandeld. Daarnaast staan de OESO-richtlijnen aan de basis van nationale en internationale wet-en regelgeving, zoals wetten over internationaal verantwoord ondernemen.
In 2023 zetten we met JET weer vol in op het verbinden van de lokale met de mondiale strijd, om zo klimaatverandering aan te pakken en een rechtvaardige energietransitie te ondersteunen. In 2023 zorgden we er samen met onze partners voor dat de Nederlandse regering zich houdt aan de belofte om te stoppen met het financieren van fossiel in het buitenland. Door de druk erop te houden voorkwamen we 3.7 miljard euro aan fossiele steun in 2023. Ook zetten we in 2023 vol in op de OESO, omdat OESO-landen tientallen miljarden aan exportsteun in de fossiele industrie blijven pompen via hun exportkredietverzekeringen (EKVs).
Daarnaast deden we samen met meer dan 40 (zuidelijke) maatschappelijke organisaties aanbevelingen voor rechtvaardige, hernieuwbare alternatieven voor mijnbouw die de bossen/ecosystemen en mensenrechten in het Zuiden beschermen. Bovendien coördineerden we de maatschappelijke richting van de Nederlandse grondstoffenstrategie. Deze input leidde onder andere tot meerdere vragen van Kamerleden en moties in lijn met onze aandachtspunten.
Het jaar 2023 was helaas weer een turbulent jaar voor de bevolking in Cabo Delgado (Mozambique). Het gasproject van TotalEnergies, dat Nederland steunt, heeft een enorme impact op het milieu, de mensenrechten en het klimaat. In 2023 stuurden we meerdere updates naar de ministers en Kamerleden om hen te wijzen op de mensenrechtenrisico’s die zijn gelinkt aan het project. Samen met meer dan 120 organisaties stuurden we een brandbrief naar alle betrokken financiële instellingen. In het najaar organiseerden een delegatiebezoek van Mozambikaanse activisten aan Kamerleden, Nederlandse banken en ministeries. Dit alles leidde tot vele Kamervragen en moties om te zorgen dat er meer parlementaire controle is en Nederland niet zomaar het gasproject gaat steunen.
Daarnaast voerden we, samen met verschillende partners, de druk op om een stokje te steken voor de megalomane nieuwe oliepijpleiding EACOP. Hierdoor zag de Japanse Sumitomo Mitsui Banking Corporation af van financiële steun.
Om ontbossing tegen te gaan is internationaal campagne voeren essentieel. Ontbossing wordt mede in Europa veroorzaakt: door onze consumptie, door banken die financieren in ontbossingsprojecten en door bedrijven die inkopen van schadelijke bedrijven in het buitenland. In 2023 zorgde onze druk ervoor dat 14 internationale bedrijven en financiers schadelijke bedrijven in West–Afrika en Indonesië uitsloten. Dit feit gebruikten we vervolgens lokaal om de druk op het bedrijf en de overheid op te voeren, door bijvoorbeeld te eisen dat het geroofde land moet worden teruggegeven of de ontbossing moet worden hersteld. De Europese Bossenwet ging in 2023 formeel in werking. Vanaf 1 januari 2025 mag er geen palmolie, hout en soja meer op de Europese markt komen die gelinkt is aan ontbossing, bosdegradatie en schending van mensenrechten.
Mensen die opkomen voor hun rechten en ontbossing aankaarten worden vaak geïntimideerd, gearresteerd en soms zelfs vermoord. Daarom werken we aan trainingen en maatregelen om bedreigingen te voorkomen en geven we publiek aandacht aan de strijd van deze bosbeschermers. Met onze internationale federatie Friends of the Earth International voeren we het internationalist solidarity system uit, waarmee we internationaal in actie komen. In Maleisië organiseerde SAM, Friends of the Earth Maleisië, een conferentie om kennis en ervaring hierover te delen, ook met experts uit andere landen waar dit veel voorkomt. In Sierra Leone kregen we een lid van een boerenorganisatie vrij na publieke druk, omdat hij onrechtmatig gearresteerd was.
De afgelopen 2 jaar is er in de Europese Unie een richtlijn in de maak die grote bedrijven verplicht om mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling in hun ketens te identificeren, te voorkomen, te beperken en te verhelpen. Bedrijven kunnen aansprakelijk worden gesteld indien zij dit niet of niet goed doen. Ook moeten bedrijven een klimaatplan opstellen en in werking hebben. Over het voorstel voor deze richtlijn werd eind december een voorlopig akkoord bereikt tussen de Europese Commissie, de Raad (dat zijn de lidstaten) en het Europees Parlement.
WALHI, Friends of the Earth Indonesië, werkt met gemeenschappen aan verantwoorde landbouw en bosbeheer, op maar liefst 1.16 miljoen hectare grond. In 2023 bezocht een delegatie van WALHI Europa en de Verenigde Staten om bij beleidsmakers en inkopers deze landbouw en haar producten op de kaart te zetten, zoals bijvoorbeeld specerijen en koffie. Op beleidsniveau voert WALHI campagne voor de transitie van een economie van uitbuiting en vervuiling door agri-business naar bosbescherming en agro-ecologie door de inheemse bevolking en lokale gemeenschappen.
SDI, Friends of the Earth Liberia, is een alliantiepartner van de Green Livelihoods Alliance. Dat betekent dat zij een belangrijke rol speelt in het uitvoeren en organiseren van het programma. Ook in de regio neemt SDI deze coördinerende rol op zich, door met andere Friends of the Earth-groepen de African Commission on Human and Peoples Rights aan te spreken op de milieu- en sociale schade van agri-business. Ook bij ECOWAS, het regionale economische verbond van landen in West–Afrika, kreeg zij toezeggingen om samen te werken, om schadelijke plantages tegen te gaan.
CED, Friends of the Earth Kameroen, ondersteunt dorpen in hun verzet tegen industriële houtkap in het waardevolle Ebo-bos. De vergunningen zijn op illegale wijze tot stand gekomen. Juridische procedures, het organiseren van de dorpen en het vastleggen van de kap zijn belangrijke activiteiten. Ook bepleitte CED deze strijd tijdens de klimaattop in Dubai, omdat de kap van deze intacte bosgebieden in strijd is met de internationale klimaat- en biodiversiteitsafspraken.
In 2023 maakte onze Colombiaanse partnerorganisatie Censat, samen met 2 leden van de Colombiaanse senaat, zich hard voor de rol van lokale gemeenschappen als beschermers van tropische bossen in het Nationale Ontwikkelingsplan van het land. Dit leidde er onder andere toe dat de Colombiaanse Minister van Milieu en Duurzame ontwikkeling herbevestigde dat landrechten van lokale gemeenschappen essentieel zijn in de strijd tegen ontbossing.
Friends of the Earth Filipijnen zorgde er met lobby voor dat er in het Congres een alternatief wetsvoorstel werd ingediend over mijnbouw. Dit voorstel veegt mijnbouw niet van de kaart, maar zet wel bescherming van milieu en mensenrechten voorop. Hierbij speelt inspraak van inheemse groepen een belangrijke rol. 4 andere congresleden reageerden positief op dit voorstel.
SAM, Friends of the Earth Maleisië, werkte met 2 vissersgemeenschappen aan de restauratie van mangrovebossen. In Sarawak werkte SAM, samen met de inheemse bevolking, aan het versterken van de landrechten en het tegengaan van destructieve houtkap en plantageprojecten. SAM is een organisatie met zeer veel juridische expertise en kan inheemse groepen bijstaan in juridische procedures.
Friends of the Earth Brazilië zorgde er samen met inheemse groepen voor dat de aanleg van een snelweg door inheems territorium tijdelijk is gestopt. De Staat besloot dat het bedrijf dat de weg aanlegt, eerst de lokale inheemse groepen moet consulteren en toestemming moet krijgen. Dit is niet alleen een doorbraak voor deze zaak, maar versterkt ook de positie van Braziliaanse inheemse gemeenschappen in het algemeen.