Milieudefensie maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van Friends of the Earth International. We werken nauw samen met onze Friends of the Earth zusterorganisaties in Afrika, Azië, Europa en Zuid-Amerika. Samen pakken we met steeds meer succes misstanden aan. We doen dat op internationaal niveau, in de betrokken landen én in Nederland.
Het is belangrijk dat we in Nederland en Europa snel stoppen met activiteiten die het klimaat en tropische bossen schaden en die mensenrechten schenden. Daarom moeten Nederland en Europa wetten maken zodat Nederlandse bedrijven stoppen met het winnen van fossiele energie en het financieren van industriële landbouw in andere delen van de wereld. We werken hieraan binnen 2 internationale programma’s waarvoor we subsidie krijgen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken:
De FGG-alliantie werkt aan het eerlijker en groener maken van het beleid van overheden en bedrijven. Samen met onze zusterorganisaties ter plaatse ondersteunen we de strijd van gemeenschappen die hun bos-, vis- en landbouwgrond dreigen te verliezen. Zo willen we bereiken dat het milieu, de natuur en het klimaat gespaard worden en dat mensen in het mondiale Zuiden een goed leven kunnen leiden, zonder armoede.
Terwijl Nederland stapvoets begint om te schakelen op duurzame energie, zijn de Nederlandse regering en het Nederlandse bedrijfsleven nog volop betrokken bij olie- en gaswinning in landen in het mondiale Zuiden. Zij ontwikkelen een fossiele energie-infrastructuur die binnenkort achterhaald is en investeren niet in de ontwikkeling van duurzame energie. Zo draagt Nederland bij aan het verder achterop raken van landen in het mondiale Zuiden. Daarom steunen wij milieuorganisaties in Afrika en Latijns-Amerika in hun strijd tegen bestaande en nieuwe olie- en gasprojecten.
We zetten, samen met Latijns-Amerikaanse organisaties, ons onderzoek en onze monitoring voort naar de uitbreiding van de fossiele industrie in Zuid-Amerika, en dan met name door Shell. Ook brachten we, samen met deze organisaties, vissers- en kustgemeenschappen met elkaar in contact die onder olie- en gaswinningsoperaties lijden of dreigen te gaan lijden. Deze gemeenschappen steunden we in hun lokale, nationale en regionale campagnes.
De uitkomst van het onderzoek en de monitoring staat in schril contrast tot de uitspraak van de rechter in onze Klimaatzaak tegen Shell. Het blijkt namelijk dat Shell gewoon doorgaat met het werven en exploiteren van olie- en gasconcessies. De grote vervuiler zet steeds meer in op fossiele bronnen in de diepzee voor de Atlantische en Caraïbische kust. Deze kennis kunnen we op 2 manieren inzetten:
De plannen van Shell in Latijns-Amerika laten zien dat Shell, én andere olie- en gasbedrijven, handelen in strijd met het Akkoord van Parijs. In 2022 begonnen we met het verbinden van organisaties aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, om zo effectiever in te spelen op de tactieken van de fossiele industrie in Latijns-Amerika en Afrika.
De gevolgen van klimaatverandering zijn voelbaar en urgent in landen zoals Togo, Ghana, Nigeria en andere West-Afrikaanse landen: door de combinatie van zeespiegelstijging en het aanleggen van infrastructuur voor de fossiele industrie verdwijnen dorpen onder het water. In 2022 steunden we organisaties en gemeenschappen in deze landen om samen te komen tot eisen en voorstellen. Deze presenteerden we vervolgens bij de regionale Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS).
In 2022 bleven we ons inzetten voor het ontmantelen van het Energiehandvest (Energy Charter Treaty, ofwel ECT). Dit handelsverdrag versterkt de positie van de fossiele industrie en ondermijnt het IMVO-beleid (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen). Ook verhindert en vertraagt het verdrag de energietransitie en maakt deze minder rechtvaardig.
In 2022 zorgden we ervoor dat er een politieke meerderheid kwam voor het beëindigen van het ECT. Dit succes bereikten we met gerichte lobby waar een Ronde Tafel in de Tweede Kamer uit voortkwam. Ook deden we kleine publieksacties en hielden een petitie. Minister Rob Jetten ging met dit nieuwe standpunt op zoek naar een meerderheid in Europa. Hij liet ook weten dat Nederland, desnoods alleen of met een 'coalition of the willing', uit het verdrag stapt. Dit besluit is goed nieuws voor het klimaat. Door uit het ECT te stappen, beperkt Nederland de macht van multinationals.
Naast Milieudefensie bestaat de alliantie uit SDI (Friends of the Earth Liberia), het Filipijnse NTFP-EP, Gaia Amazonas in Colombia en de Nederlandse organisaties IUCN NL en Tropenbos International.
In totaal werkt de GLA samen met zo’n 70 milieuorganisaties: naast Friends of the Earth International en Friends of the Earth Europe ook met Friends of the Earth organisaties en bondgenoten in Argentinië, Colombia, de Democratische Republiek Congo, de Filipijnen, Gabon, Ghana, Indonesië, Ivoorkust, Kameroen, Liberia, Maleisië, Mozambique, Oeganda, Paraguay, Sierra Leone en Togo.
Binnen het JET-themaprogramma werkten we in 2022 nauw samen met Friends of the Earth International, Friends of the Earth Europe, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse partnerorganisaties en vele anderen in de strijd tegen fossiele steun. De inzet: een duurzame, rechtvaardige en inclusieve energietransitie. Onze gezamenlijke strijd leverde belangrijke resultaten op.
Zo kwam Nederland, na de ondertekening van de Glasgow-verklaring, eind 2022 met beleid dat een einde maakte aan de decennialange fossiele exportsteun in het buitenland, voor gemiddeld 1,5 miljard euro per jaar. Dit succes was het resultaat van maandenlang intensief campagne voeren: we overlegden met ministeries, genereerden media-aandacht, lobbyden bij politieke partijen en deden prikkelende publieke acties. De uitzonderingen in het beleid blijven we in 2023 monitoren.
Midden 2022 ging het JET-Afrika-netwerk van start. Onze JET-partners uit Uganda slaagden erin om, via een snel opgezette internationale campagne, exportsteun voor het East African Crude Oil Pipeline (EACOP)-project te voorkomen. Het ging om exportsteun vanuit Duitsland (Euler Hermes) en Italië (SACE). Oliereus Total wil deze oliepijnlijn aanleggen van Uganda naar Tanzania. Hierdoor worden lokale gemeenschappen en beschermde bossen ernstig bedreigd.
Ook stapten de Ugandese JET-partners naar het Europees Parlement. In september leidde dit tot een resolutie waarin het parlement de mensenrechtenschendingen en de milieu- en klimaatrisico´s van het project veroordeelt en Total oproept hiermee te stoppen.
In mei kwam onze Mozambikaanse partner JA! (Friends of the Earth Mozambique) naar Europa voor een speaking tour. Zij sprak met media en politici in Nederland, Denemarken en Frankrijk, en met het Europees Parlement. Tijdens dit bezoek vertelde JA! over de desastreuze gevolgen van het LNG-gasproject in Cabo Delgado. Ook Nederland is hierbij betrokken, met zelfs 1 miljard euro exportsteun in 2021. Midden 2022 publiceerden we samen met JA! en FoE Europe een kritisch rapport over de rol van fossiele exportsteun in Mozambique.
Dankzij onze gezamenlijke inzet besteedden Nederlandse media en Kamerleden veel aandacht aan dit pijnlijke dossier. Dit leidde onder andere tot een onafhankelijk onderzoek naar de afgegeven exportsteun, aangevraagd door de Tweede Kamer.
Ook publiceerden we met Banktrack, OCI en 18 Afrikaanse organisaties het rapport Locked out of a Just Transition: Fossil Fuel Financing in Africa. Dit rapport werd (inter)nationaal veel gebruikt om tegenwicht te bieden aan de fossiele druk vanuit Europa op Afrika. Want door de oorlog in Oekraïne en door de Europese energiecrisis wil Europa steeds meer gas uit Afrika exporteren.
• OESO
In 2022:
Een coalitie van lokale gemeenschappen in Sulawesi en een aantal Friends of the Earth-groepen spraken een van de grootste palmolieplantages in Indonesië (Astra Agro Lestari) aan op misstanden als ontbossing, vervuiling en landroof. Maar liefst 6 grote consumer goods companies verbroken daarop hun banden met het bedrijf, evenals een Nederlandse investeerder. Een bureau dat risico’s inschat voor investeerders schaalde de plantage vervolgens slechter in. Zo werd het bedrijf controversiëler. We blijven met onderzoek en publieksacties in Europa en Indonesië de druk opvoeren om dit soort misstanden te stoppen.
In 2022 nam SDI (Friends of the Earth Liberia) voor het eerst deel aan de algemene vergadering van de Afrikaanse mensenrechtencommissie. SDI pleitte ervoor om te stoppen met de uitbreiding van industriële plantages. Deze uitbreiding leidt namelijk tot landroof, ontbossing en criminalisering van de lokale bevolking.
SDI en Milieudefensie onderzochten samen met een netwerk van local forest monitors de impact van palmolieplantages. Mede hierdoor mag palmoliebedrijf Golden Veroleum Liberia nog steeds niet uitbreiden en moet het ongeveer 1000 hectare bos herstellen.
De plantage van palmoliegigant Wilmar wordt gefinancierd door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO. Daar deden we in 2022 onderzoek naar. Onze inzet is om land te behouden en terug te geven aan de lokale bevolking. Zo kunnen zij zelf op een verantwoorde manier landbouw en bosbeheer uitvoeren. Na jarenlange samenwerking met de lokale bevolking kennen zij hun rechten beter en spreken zij zich steeds meer uit tegen landroof en ontbossing.
Centre pour l ‘Environnement et le Développement (CED) is de Kameroense zusterorganisatie van Milieudefensie. Milieudefensie werkte met CED en diverse wetenschappers samen om het bedreigde Ebo-bos te beschermen. We wisten de aanleg van een weg tijdelijk stil te leggen. In 2023 werken we hieraan door.
Met een rechtszaak in Frankrijk ondersteunde CED 145 mensen uit dorpen die schade ondervinden van een palmolieberijf. Een eerste succes is al geboekt: de rechter bepaalde dat het bedrijf documenten moet delen over haar bedrijfsstructuur. Dit is belangrijk om aan te tonen wie verantwoordelijk is voor de misstanden.
Friends of the Earth Ghana zorgde ervoor dat het hoofd van de Kramokrom-regio de bewaking van het lokale topische bos versterkte. Er is nu beter toezicht door de eigen gemeenschappen en illegale exploitanten werd de toegang ontzegt. Het gaat om het belangrijke Bia North Tributaries Forest Reserve.
Ook heeft Friends of the Earth Ghana de Forestry Commission ertoe bewogen om samen met het Ghanese leger verschillende illegale bosexploitanten te arresteren en voor de rechter te brengen.
In 2022 maakte Friends of the Earth Colombia (Censat) Inheemse groepen bewust van ontwikkelingen die hun tropische bosgebieden bedreigen. Het gaat onder andere om valse beloftes door zogenaamd groene bedrijven. Daarnaast voerde Censat gesprekken met de nieuwe minister van Milieu en Duurzame Ontwikkeling en het hoofd van de Colombiaanse delegatie van de Convention on Biological Diversity (CBD). Deze gesprekkken gingen over territoriale rechten van Inheemse volken. Ook werkte Censat aan een groeiende achterban van actievoerders tegen ontbossing in Colombia.
Friends of the Earth Filipijnen (LRC-KsK) zette in 2022 in op het betrekken van jongeren bij community-activiteiten van Inheemse groepen. Hoewel dit moeilijk bleek te zijn, zijn ze er toch in geslaagd 20 jongeren te betrekken. Verder hebben Inheemse leiders zich verenigd om schendingen van Inheemse rechten in de autonome regio Bangsamoro in Muslim Mindanao (BARMM) aan te pakken.
Bedrijven moeten zich niet langer kunnen verschuilen achter certificeringssystemen. Certificering blijkt namelijk vaak een wassen neus. Bedrijven investeren nog te vaak in sectoren die zeer schadelijk zijn. Mede dankzij de inzet van Milieudefensie heeft de Europese Commissie eind 2022 een wet aangenomen die ervoor zorgt dat ontbossingsproducten worden geweerd uit de Europese Unie. Ook in Nederland vindt de minister nu dat certificering niet voldoende is in de nieuwe wet voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). En dat is goed nieuws voor mens en milieu!
We uitten onze klachten over RSPO-certificering van controversiële plantages in West-Afrika. Die leverden helaas niet direct resultaat op. De klachten waren wel gegrond en de misstanden werden deels erkend maar toch blijven deze plantages hun certificaten behouden. Wel zette RSPO ter plaatse meer onderzoek in gang.
We werkten in 2022 ook op internationaal niveau aan het behoud van bossen en eerlijke energie. Zo riepen we in Nederland en Brussel de aanjagers van ontbossing en mensenrechtenschendingen ter verantwoording. Nederlandse banken en pensioenfondsen die palmoliebedrijven financieren bijvoorbeeld. In 2022 trok de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO zich na onze druk terug uit een controversiële plantage in de Democratische Republiek Congo.
We kregen belangrijke informatie boven tafel door gebruik te maken van de Wet open overheid (Woo). Hiermee staan gemeenschappen sterker in hun klachtenproces tegen banken. Het werd bijvoorbeeld duidelijk hoe bewakers van een plantage in de Democratische Republiek Congo, die veel geweld gebruiken tegen gemeenschappen, worden gefinancierd.
Verder waren vrouwenactivisten uit West-Papoea in Nederland om het ABP op te roepen te stoppen met het financieren van ontbossing in hun valleien.
Met lokale bossenactivisten bleven we data verzamelen over ontbossing, illegale houtkap en landroof. De TIMBY-app (This Is My BackYard) zetten we daarvoor in, waarmee bewijs gecontroleerd kan worden. Dit bewijs zetten we niet alleen lokaal in, maar ook internationaal bij klachtenprocedures en bij lobby. Zo liet Friends of the Earth Africa aan ECOWAS zien wat de impact is van plantages op de levens van mensen en de natuur.
Samen met bossenonderzoekers en activisten in Kameroen leerden we hoe we radarbeelden in kunnen zetten om ontbossing in kaart te brengen. Deze data zijn essentieel voor onze lobby- en campagnestrategieën. We brachten zo duizenden hectare ontbossing van Camvert in Kameroen in kaart, de grootste ontbossingscase in Centraal-Afrika. Deze boskap werd jarenlang niet ontdekt omdat satellieten niet door wolken kunnen kijken. In 2023 voeren we de druk op om de ontbossing te stoppen.
In Sierra Leone werd een goede landrechtenwet aangenomen, na vele campagnes van onze partners, voornamelijk uitgevoerd door vrouwengroepen.
Samen met Friends of the Earth-groepen en Europese en Nederlandse maatschappelijke organisaties pleit Milieudefensie voor een ambitieuze Europese wet voor Corporate Sustainability Due Diligence. Deze wet moet bedrijven verplichten risico’s op mensenrechtenschendingen en milieu- en klimaatschade in hun ketens te identificeren en te voorkomen. Ook moeten slachtoffers van schendingen toegang hebben tot een rechter en genoegdoening krijgen. In 2022 benaderden we nationale overheden, het Europese Parlement en de Europese Commissie om de Europese Unie te beïnvloeden.
Samen met IUCN NL dienden we een rapport in bij de Verenigde Naties (VN) in het kader van de Universal Periodic Review: het zogenaamde mensenrechten-examen dat elk land om de 4 jaar aflegt. We werden uitgenodigd in Genève om dit rapport toe te lichten aan de leden van de VN-mensenrechtenraad. We vroegen aandacht voor:
Ook pleitten we bij de VN-lidstaten om aanbevelingen te doen aan Nederland voor betere wetgeving voor bedrijven én het toegankelijker maken van de rechtsgang voor slachtoffers. Het resultaat: 9 VN-lidstaten deden 10 aanbevelingen op deze onderwerpen.